Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
- 1.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Tytsjerksteradiel
- 2.
eenmalige subsidie: een subsidie voor een activiteit die een
eenmalig karakter heeft
- 3.
jaarlijkse subsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor
activiteiten die gedurende een geheel of een gedeelte van een
kalenderjaar worden verzorgd of gedurende meerdere
kalenderjaren
- 4.
nadere regel: een door burgemeester en wethouders vastgestelde
regeling met algemeen verbindende voorschriften, ter uitvoering van
een raadsverordening
- 5.
uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst die in de zin van artikel
4:36 van de wet kan worden gesloten ter uitvoering van de
beschikking tot subsidieverlening
- 6.
wet: Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Reikwijdte verordening
- 1.
Deze verordening is van toepassing op alle activiteiten die door
aanvragers in het gemeentelijk belang worden ontplooid, tenzij bij
of krachtens een besluit van de raad anders is bepaald.
- 2.
Ten aanzien van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid,
van de wet (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is)
kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk
buiten toepassing blijft.
- 3.
In de deelverordeningen, die bij deze verordening horen, kan van het
in deze verordening bepaalde worden afgeweken.
- 4.
Het college kan nadere regels vaststellen over de uitvoering van
deze verordening.
Artikel 3 Subsidieplafond
- 1.
Het college kan jaarlijks per beleidsveld een subsidieplafond
vaststellen.
- 2.
Het subsidieplafond geldt voor het betreffende subsidiejaar.
- 3.
Bij de vaststelling van het subsidieplafond als bedoeld in het
eerste lid bepaalt het college hoe het beschikbaar gestelde bedrag
wordt verdeeld.
Hoofdstuk 3 Weigering van de subsidie
Artikel 7 Weigeringsgronden
Het college kan de subsidie naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van
de wet genoemde gronden weigeren wanneer gegronde redenen bestaan om aan
te nemen dat:
- 1.
de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de
gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van
de gemeente;
- 2.
de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor
het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
- 3.
de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal
ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang,
of de openbare orde;
- 4.
de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de
gemeente;
- 5.
de aanvrager ook zonder de subsidieverstrekking over voldoende
gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij middelen van derden,
kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.
- 6.
Onverminderd het bepaalde in de vorige leden zal de subsidie
geweigerd worden:
- a.
als de bezoldiging van de in dienst van aanvrager
werkzame directieleden, bestuurder(s) of medewerkers
(ingehuurd en interim) hoger is dan het salaris van de
burgemeester (klasse 4 gemeente volgens het
Rechtspositiebesluit burgemeesters);
- b.
aanvrager weigert om te verklaren, dat zowel bij de
indiening van de aanvraag als gedurende de looptijd van
de subsidie, met alle bij aanvrager van toepassing
zijnde honoreringen binnen de norm van het
burgemeesterssalaris als bedoeld in sub. a zal worden
gebleven.
Hoofdstuk 4 Subsidieverlening
Artikel 8 Verlening jaarlijkse en eenmalige subsidie
- 1.
Een jaarlijkse subsidie kan voor maximaal vier jaren achtereen
worden verleend.
- 2.
De verleningsbeschikking met betrekking tot de jaarlijkse en
eenmalige subsidie bevat in ieder geval:
- a.
een aanduiding van het bedrag van de subsidie en het tijdvak
waarvoor de subsidie wordt verleend;
- b.
een beschrijving van de activiteit(en) waarvoor subsidie
wordt verleend;
- c.
een aanduiding van het tijdstip of de tijdstippen en de
manier waarop de subsidie wordt uitbetaald.
Artikel 9 Uitvoeringsovereenkomst
- 1.
De ontvanger van een jaarlijkse subsidie kan in de
verleningsbeschikking worden verplicht tot het sluiten van een
uitvoeringsovereenkomst.
- 2.
De uitvoeringsovereenkomst geeft in elk geval aan op welke manier
het toekende bedrag jaarlijks geïndexeerd wordt.
- 3.
In de uitvoeringsovereenkomst wordt bepaald dat de subsidieontvanger
verplicht is de activiteit te leveren waarvoor de subsidie is
verleend.
Artikel 10 Voorschotten
Het college kan voorschotten verlenen op verleende subsidies. Bij de
subsidieverlening wordt aangegeven of en op welke manier voorschotten
uitbetaald worden.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 11 Meldingsplicht
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college zodra
aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend,
niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel
aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen
zal worden voldaan.
Artikel 12 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk
schriftelijk over:
- 1.
besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van
de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, dan wel indien
van toepassing van de ontbinding van de rechtspersoon en/of
wijziging van de statuten;
- 2.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische
verhouding met derden;
- 3.
ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking
tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of
gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen.
Hoofdstuk 6 Verantwoording en subsidievaststelling
Artikel 13 Verantwoording subsidies tot € 5.000
- 1.
Subsidies tot € 5.000 worden door het college direct vastgesteld,
zonder voorafgaande subsidieverlening. Het college beslist binnen
acht weken op de aanvraag.
- 2.
De vaststellingsbeschikking bevat in ieder geval:
- a.
een aanduiding van het bedrag van de subsidie;
- b.
een beschrijving van de activiteit(en) waarvoor een subsidie
wordt verstrekt;
- c.
de wijze van uitbetaling van de subsidie.
- 3.
De gemeente behoudt zich het recht voor steekproefsgewijs te
controleren of de activiteit, waarvoor subsidie is verstrekt, is
verricht.
Artikel 14 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot € 50.000
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000, maar minder
dan € 50.000, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot
vaststelling in bij het college:
- a.
bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 juni
in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk
vijf maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is
verleend;
- b.
bij een eenmalige subsidie, uiterlijk acht weken na het
verricht zijn van de activiteiten.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat een:
a. inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor
de subsidie is verleend, zijn verricht;
- b.
overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en
inkomsten (financieel verslag) met toelichting.
- 3.
Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit
artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van
belang zijn, worden overgelegd.
Artikel 15 Verantwoording subsidies vanaf € 50.000
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000, dient de
subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het
college:
- a.
bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1
juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar,
respectievelijk vijf maanden na het subsidietijdvak,
waarvoor de subsidie is verleend;
- b.
bij een eenmalige subsidie, uiterlijk acht weken na het
verricht zijn van de activiteiten.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat een:
- a.
inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten
waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;
- b.
overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden
uitgaven en inkomsten (financieel verslag of
jaarrekening);
- c.
balans van het afgelopen subsidietijdvak met een
toelichting daarop;
- d.
accountantsverklaring als bedoeld in artikel 2:393 van
het Burgerlijk Wetboek.
De accountant doet onderzoek naar de getrouwheid en rechtmatigheid van
het financieel verslag of de jaarrekening en legt de uitslag van zijn
onderzoek vast in de schriftelijke verklaring. Bij de verlening van de
subsidie kan worden bepaald, dat de opdracht aan de accountant tevens
strekt tot een onderzoek van de naleving van verplichtingen die aan de
subsidie verbonden zijn en de doelmatigheid van de bestedingen.
e.Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde onder
d.
- 3.
Het college kan in de verleningsbeschikking bepalen dat ook
andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en
bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden
overgelegd.
Artikel 16 Vaststelling subsidie
- 1.
Het college beslist binnen dertien weken op een aanvraag tot
vaststelling van een subsidie.
- 2.
Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden
verdaagd.
- 3.
De subsidie kan lager worden vastgesteld wanneer:
- a.
de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of
niet geheel hebben plaatsgevonden;
- b.
de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de
subsidie verbonden verplichtingen;
- c.
de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens
heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste of
volledige gegevens tot een andere beschikking op
aanvraag zou hebben geleid; of
- d.
de subsidieverlening anderszins onjuist was en de
subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;
- e.
blijkt dat subsidieontvanger gedurende de periode, waarop de
subsidie betrekking heeft, aan in dienst van hem/haar werkzame
directieleden, bestuurder(s) of medewerkers (ingehuurd en
interim) een hogere bezoldiging heeft toegekend dan het salaris
van de burgemeester (klasse 4 gemeente volgens het
Rechtspositiebesluit burgemeesters);
de verlaging is in dat geval tenminste gelijk aan het bedrag van de
overschrijding van de geldende inkomensgrens in het kalenderjaar waarop
de verleningsbeschikking betrekking heeft.
Artikel 17 Betaling
De subsidie wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald
onder verrekening van de eventueel betaalde voorschotten.
Hoofdstuk 7 Overige bepalingen
Artikel 18 Hardheidsclausule
In bijzondere gevallen, voor zover de toepassing van deze verordening
leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college
afwijken van het in deze verordening bepaalde.
Artikel 19 Overgangsbepaling
Op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn
verleend blijven de bepalingen van toepassing zoals die zijn opgenomen
in de Algemene subsidieverordening Tytsjerksteradiel 2013.
Artikel 20 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
- 2.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de
Algemene subsidieverordening Tytsjerksteradiel 2013 ingetrokken.
Artikel 21 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Algemene subsidieverordening
Tytsjerksteradiel 2016’.