2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning voor een project: de som van de
verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten
of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking
heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen
die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd,
berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde
in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit,
handeling of andere grondslag een legesbedrag worden
gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | 1,58 % van de bouwkosten tot € 50.000,- vermeerderd met 2,55 % van de bouwkosten voor het bedrag van € 50.000
tot € 200.000 vermeerderd met 2,12 % van de bouwkosten voor het bedrag vanaf €
200.000 met een minimum bedrag van € 208,00 | |
2.3.1.2 | Welstandstoets: Indien het advies van de Stichting Provinciale Groningse
Welstandszorg wordt ingewonnen, worden de op grond van
2.3.1.1 verschuldigde leges verhoogd met de kosten
die gelijk zijn aan het tarief van Libau te Groningen voor
het uitbrengen van een welstandsadvies voor het
specifieke bouwwerk door de welstandscommissie van
Libau. | |
2.3.1.3 | Voor woningen van hetzelfde type welke in één complex
worden uitgevoerd, is de berekeningswijze zoals deze
door Libau te Groningen wordt toegepast van
toepassing. | |
2.3.1.4 | Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk
voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag
een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.1.4.1 | voor de beoordeling van een milieukundig
bodemrapport | € 110,15 |
2.3.1.4.2 | voor de beoordeling van een archeologisch
bodemrapport | € 219,30 |
2.3.1.5 | Beoordeling aanvullende gegevens Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van
aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in
dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is
genomen: | € 27,55 |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een
aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 636,50 |
2.3.2.2 | Het tarief bedraagt voor het wijzigen van de
tenaamstelling van een omgevingsvergunning | € 43,90 |
2.3.2.3 | Beoordeling bodemrapport Onderdeel 2.3.1.4.2 vindt overeenkomstige toepassing met
betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde
aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.1.4.2 zelf toepassing
vindt. | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens
sprake is van een bouwactiviteit Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de
Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de
Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van
de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, echter met een minimum van € 105,00 en een
maximum van € 1.035,00; | 20 % |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van
de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking): van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, echter met een minimum van € 335,00 en een
maximum van € 1.035,00; | 20 % |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van
de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, echter met een minimum van € 335,00 en een
maximum van € 1.035,00; | 20 % |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking): van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, echter met een minimum van € 335,00 en een
maximum van € 1.035,00; | 20 % |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, echter met een minimum van € 335,00 en een
maximum van € 1.035,00; | 20 % |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die
zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de
Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid,
onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van
provinciale regelgeving): van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, echter met een minimum van € 335,00; | 20 % |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die
zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de
Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid,
onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van
nationale regelgeving): van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, echter met een minimum van € 335,00; | 20 % |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, echter met een minimum van € 330,00; | 20 % |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen
sprake is van een bouwactiviteit Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de
Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van
de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 102,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van
de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking): | € 367,20 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van
de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 1.035,00 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking) | € 336,60 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 510,00 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die
zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de
Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid,
onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van
provinciale regelgeving): | € 4.426,80 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die
zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de
Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid,
onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van
nationale regelgeving): | € 4.426,80 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): | € 510,00 |
2.3.4.9 | Voor het voeren van een ontheffings- of
wijzigingsprocedure kan het noodzakelijk zijn om
onderzoeken, plannen of adviezen te laten
verrichten/opstellen door externen. Hierbij moet gedacht
worden aan bijvoorbeeld: beeldkwaliteitplan; flora &
fauna onderzoek, bodemonderzoek, geluidsonderzoek
(meting/berekening), planologisch
kader/bestemmingsplan/wijzigingsplan of een
stedenbouwkundige onderbouwing. De gemeente is in de praktijk (in overleg met de
aanvrager) veelal opdrachtgever voor deze activiteiten,
waarvoor de aanvrager primair verantwoordelijk is. De
kosten worden dan ook verhaald op de aanvrager, naast de
andere leges. Over de werkzaamheden en de hiermee
samenhangende kosten zal vooraf een begroting worden
opgesteld door de betrokken partijen. | Variabel |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in
relatie tot brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € 153,00 |
2.3.5.2 | Voor het wijzigen of intrekken van de voorwaarden
waaronder de vergunning als bedoeld in artikel
2.1,eerste lid, onder d, van de Wabo is verleend,
bedraagt het tarief: | € 37,75 |
2.3.5.3 | Het in 2.3.5.1 genoemde bedrag moet worden vermeerderd
met de bedragen genoemd in 2.3.5.4 indien en voor zover
deze op het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft
van toepassing zijn. | |
2.3.5.4 | De opslag als bedoeld in 2.3.5.3 bedraagt voor
bouwwerken met een oppervlakte van: minder dan 100 m2 100 tot 200 m2 200 tot 300 m2 300 tot 500 m2 500 tot 1.000 m2 1.000 tot 2.000 m2 2.000 tot 3.000 m2 3.000 tot 4.000 m2 4.000 tot 5.000 m2 5.000 tot 6.000 m2 6.000 tot 7.000 m2 7.000 tot 8.000 m2 8.000 tot 9.000 m2 9.000 tot 10.000 m2 10.000 tot 15.000 m2 15.000 tot 20.000 m2 20.000 tot 30.000 m2 30.000 tot 40.000 m2 40.000 tot 50.000 m2 50.000 m2 of meer | € 156,00 € 236,00 € 393,00 € 630,00 € 944,00 € 1.377,00 €1.862,00 € 2.060,00 € 2.254,00 € 2.581,00 € 2.790,00 € 2.929,00 € 2.978,00 € 3.175,00 € 3.772,00 € 3.968,00 € 4.962,00 € 5.294,00 € 5,625,00 € 5,957,00 |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met
betrekking tot een krachtens provinciale verordening of
de Erfgoedverordening Gemeente Pekela 2012 aangewezen
monument, waarvoor op grond van die provinciale
verordening of artikel 10, tweede lid, van die
gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing
is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig
opzicht wijzigen van een monument: | € 47,95 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van
een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of
in gevaar gebracht: | € 47,95 |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in
beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin
dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € 252,95 |
2.3.7.2 | Beoordeling bodemrapport Onderdeel 2.3.1.4.2 vindt overeenkomstige toepassing met
betrekking tot de in onderdeel 2.3.7.1 bedoelde
aanvraag, tenzij de onderdelen 2.3.1.4.2 of 2.3.2.3 zelf
toepassing vinden. | |
2.3.7.3 | Asbesthoudende materialen Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1 bedraagt
het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde
aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest
of een asbesthoudend product aanwezig is: | € 47,95 |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering
brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op
grond van een bepaling in een provinciale verordening of
artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening
van Pekela 2014 een vergunning of ontheffing is vereist,
als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder
d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 47,95 |
2.3.9 | Uitweg/inrit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van
het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:13
van de Algemene plaatselijke verordening van Pekela 2014
een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in
artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € 47,95 |
2.3.10 | Kappen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand,
waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale
verordening of artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke
verordening van Pekela 2014 een vergunning of ontheffing
is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
2.3.10.1 | voor minder dan 25 bomen | € 144,85 |
2.3.10.2 | vervallen | |
2.3.10.3 | vervallen | |
2.3.10.4 | voor meer dan 25 bomen | € 289,70 |
2.3.11 | Andere activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit
hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.11.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € 47,95 |
2.3.11.2 | behoort tot een bij provinciale verordening,
gemeentelijke verordening of waterschapsverordening
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel
2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 47,95 |
2.3.11.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het
bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de
betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als
de activiteit zou worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 47,95 |
2.3.11.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening
betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in
behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in de eerste volzin is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen
op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan
de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag
voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken. | |
2.3.12 | Omgevingsvergunning in twee
fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek
in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5,
eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.12.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het
bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in
dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag
voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.12.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het
bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in
dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag
voor de tweede fase betrekking heeft. | |
2.3.12.3 | Voor het wijzigen van de tenaamstelling van de
omgevingsvergunning | € 44,90 |
2.3.13 | Advies Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen
van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een
daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen
bestuursorgaan of andere instantie advies moet
uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de
beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: | € 55,10 |
2.3.14 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.14.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen
van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een
daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur
aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning
kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27,
eerste, van de Wabo: | |
2.3.14.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: | € 55,10 |
2.3.14.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand
aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het
verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door
het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. | |
2.3.14.2 | Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel
2.3.14.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag
waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is
gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |