Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ouder-Amstel

Verordening Forensenbelasting 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOuder-Amstel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Forensenbelasting 2016
CiteertitelVerordening Forensenbelasting 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 223 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201619-12-2016Onbekend

12-11-2015

Onbekend

2015/35

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Forensenbelasting 2016

De raad van de gemeente Ouder-Amstel,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 september 2015, nummer 2015/35,

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

BESLUIT :

de “Verordening Forensenbelasting 2016” vast te stellen:

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam 'Forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3. Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt:

  • a.

    een voor permanente bewoning geschikte woning € 122,30

  • b.

    een niet voor permanente bewoning geschikte woning € 61,20

Artikel 5. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 maar minder is € 3.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven in dat geval moeten de aanslagen worden betaald in negen opeenvolgende gelijke, met uitzondering van kleine afrondingsverschillen, maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid worden bedragen die buiten de marge (meer dan € 50,00 maar minder dan € 3.500,00) van lid 2 vallen niet door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige afgeschreven. Belanghebbende dient het aanslag bedrag zelf overeenkomstig lid één zelf te betalen.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde.

Artikel 8. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening forensenbelasting 2015” van 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016, of zo dit later is, met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening forensenbelasting 2016”.

Ouder-Amstel, 12 november 2015

De raad voornoemd,

de raadsgriffier,

A.A. Swets

de voorzitter,

M.T.J. Blankers-Kasbergen