Overheidsorganisatie | Gemeente Oldambt |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengelden gemeente Oldambt |
Citeertitel | verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengelden gemeente oldambt |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 02-12-2016 | - | 14-12-2015 | nieuwe regeling | |
01-01-2016 | 27-12-2016 | - | 14-12-2015 | nieuwe regeling |
De raad van de gemeente Oldambt;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2015;
Gelet op artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen de
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BINNENHAVENGELD gemeente Oldambt,
luidende als volgt:
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. haven:
de voor de openbare dienst bestemde wateren en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen in de gemeente;
b. vaartuig:
elk drijvend lichaam dat blijkens zijn constructie is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer te water of voor het dragen van voorwerpen die al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmaken;
c. binnenschip:
een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;
d. pleziervaartuig:
een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie;
e. passagiersschip:
een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
f. zeilend bedrijfsvaartuig:
een binnenschip dat met behulp van zeilen voortgestuwd wordt en dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
g. vrachtschip:
een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen;
h. vissersschip:
een binnenschip dat hoofdzakelijk bedrijfsmatig is bestemd of wordt gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de wateren;
i. sleepboot:
een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;
j. woonschip:
elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen;
k. lading:
alle door een binnenschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal,
containers en trailers, doch zonder daarbij in aanmerking te nemen ballast, brandstof,
proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, de handbagage van opvarenden voor zover deze met de opvarenden op hetzelfde schip vervoerd wordt en schadelijke stoffen als bedoeld in art. 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door die schepen (Staatsblad 1983, nr. 683);
l. laadvermogen:
het in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
m. oppervlakte:
het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
n. lengte:
de lengte over alles, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
o. termijn:
een in de tarieventabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaatsheeft;
p. ton:
een massa van 1.000 kilogram.
q. tabel:
de als bijlage opgenomen en de van deze verordening deel uitmakende tarieventabel.
r. ligplaats:
een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;
s. bijbehorende voorzieningen:
zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank.
t. beroepsscheepvaart: hieronder vallen de vaartuigen genoemd onder e., f., g. en h.
Onder de naam binnenhavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik van de
haven, overeenkomstig de bestemming daarvan, met een binnenschip en ter zake van het
genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik.
Belastingplichtig is de eigenaar van het binnenschip, de reder, schipper, de kapitein, degene
aan wie het binnenschip in gebruik is gegeven, dan wel degene die als vertegenwoordiger
voor een van de genoemde partijen optreedt.
Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van:
het gebruik van de haven met een binnenschip, uitsluitend voor het in de haven dokken,
het op of aan een erkende scheepsreparatie-inrichting herstellen, het voor de eerste
maal vaarklaar maken, het slopen, het wisselen van bemanning, het stellen van kompassen,
het ontschepen van zieken of doden, mits:
het gebruik niet langer duurt dan voor een en ander noodzakelijk is en de termijn
van 4 weken niet te boven gaat en
vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan de ambtenaar,
belast met de heffing of de invordering van belastingen ingevolge
artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis
is gegeven onder overlegging van een door de beheerder van de betrokken
scheepsreparatie-inrichting afgegeven bevestigende schriftelijke verklaring.
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de in de tabel genoemde tarieven met inachtneming van de daarbij opgenomen bepalingen.
2. Voor de toepassing van de tarieven:
a. geldt als laadvermogen van een binnenschip het aantal tonnen;
b. wordt de oppervlakte van een binnenschip gesteld op het product van de lengte
over alles en de grootste breedte;
c. wordt een gedeelte van een eenheid van laadvermogen of oppervlakte niet in
aanmerking genomen;
d. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort
binnenschip genoemde termijnen gesteld, tenzij voor een langere termijn aangifte
is gedaan.
Indien geen meetbrief wordt overgelegd, wordt de inhoud van het binnenschip ambtshalve bepaald.
Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte of door middel van een aanslagbiljet of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door mondelinge mededeling, toezending of uitreiking van het aanslagbiljet of van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Het binnenhavengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven, dan wel het genot van de verstrekte diensten in verband met dat gebruik, aanvangt.
2. Het binnenhavengeld dient binnen twee weken na het tijdstip, bedoeld in het eerste
lid, voldaan te worden en bij mondelinge mededeling dient het binnenhavengeld ter
stond voldaan te worden.
1. Indien met een binnenschip binnen de termijn, waarover voldoening op aangifte heeft
plaatsgevonden, meer dan eenmaal gebruik van de haven wordt gemaakt, geldt als
tijdstip, bedoeld in artikel 8, eerste lid, de eerste maal dat gebruik wordt gemaakt van
de haven.
Indien het gebruik van de haven met een binnenschip wordt voortgezet nadat de
termijn, waarover voldoening op aangifte heeft plaatsgevonden, is verstreken, vangt
een nieuwe termijn aan.
Het tweede lid is niet van toepassing indien het gebruik van de haven wordt
beëindigd voor 12 uur 's middags, volgend op de laatste dag van de termijn.
In afwijking van het tweede lid, kan een termijn van een week worden verlengd tot
een termijn van 2 weken, indien het verzoek daartoe en de betaling binnen twee
weken na het tijdstip, bedoeld in artikel 8, eerste lid, plaatsvindt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de
aanslagen zoals bedoeld in Tarieventabel onder c, die worden opgelegd in het
kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie termijnen. De eerste
termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, de tweede termijn
vervalt één maand na de eerste termijn en de laatste termijn vervalt één maand na de
tweede termijn, doch uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de
maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het vijfde lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één
aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanlag bevat het
bedrag daarvan, meer is dan € 100,= doch minder is dan € 2.600,= en zolang de
verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden
afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als
er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar
waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven. De eerste termijn vervalt één maand
na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een
maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de leden 5 en 6 gestelde
termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven
met betrekking tot de heffing en de invordering van het binnenhavengeld.
Bij de invordering van binnenhavengeld wordt geen kwijtschelding verleend.
De 'Verordening binnenhavengeld Oldambt 2014’ van 18 december 2013 en de daarbij behorende Tarieventabel wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening binnenhavengeld Oldambt 2016'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingVan de raad van de gemeente Oldambtd.d. 14 december 2015.
De griffier, De voorzitter,
P. Norder. P. Smit
TARIEVENTABEL 2016
behorende bij de “Verordening binnenhavengeld Oldambt 2016”
Het tarief bedraagt voor:
Beroepsscheepvaart
Per vaartuig, als bedoeld in artikel 1, lid t, per week: € 0,16 per ton
met een minimum van € 3,50.
Alle vaartuigen niet vallende onder a. en c. van het tarieventabel
Havengelden recreatiehaven Nieuwolda.
Lengte boot | Dagtarief0,75 per meter | Weektarief | Maandtarief | Zomerseizoen | Winterseizoen | Jaartarief |
1 | 0,75 | 3,75 | 11,25 | 33,75 | 95,00 | 120,00 |
2 | 1,50 | 7,50 | 22,50 | 67,50 | 95,00 | 150,00 |
3 | 2,25 | 11,25 | 33,75 | 101,25 | 95,00 | 180,00 |
4 | 3,00 | 15,00 | 45,00 | 135,00 | 95,00 | 210,00 |
5 | 3,75 | 18,75 | 56,25 | 168,75 | 95,00 | 240,00 |
6 | 4,50 | 22,50 | 67,50 | 202,50 | 95,00 | 270,00 |
7 | 5,25 | 26,25 | 78,75 | 236,25 | 95,00 | 310,00 |
8 | 6,00 | 30,00 | 90,00 | 270,00 | 95,00 | 340,00 |
9 | 6,75 | 33,75 | 101,25 | 303,75 | 95,00 | 370,00 |
10 | 7,50 | 37,50 | 112,50 | 337,50 | 95,00 | 400,00 |
11 | 8,25 | 41,25 | 123,75 | 371,25 | 95,00 | 430,00 |
12 | 9,00 | 45,00 | 135,00 | 405,00 | 95,00 | 460,00 |
13 | 9,75 | 48,75 | 146,25 | 438,75 | 95,00 | 490,00 |
14 | 10,50 | 52,50 | 157,50 | 472,50 | 95,00 | 520,00 |
15 | 11,25 | 56,25 | 168,75 | 506,25 | 95,00 | 560,00 |
Havengelden recreatiehaven Blauwestad (Havenkwartier).
Lengte boot | Dagtarief | Weektarief | Maandtarief | Zomerseizoen April tot oktober | Winterseizoen Oktober tot april | Jaartarief |
5 | 5,00 | 25,00 | 75,00 | 250,00 | 105,00 | 300,00 |
6 | 6,00 | 30,00 | 90,00 | 300,00 | 105,00 | 360,00 |
7 | 7,00 | 35,00 | 105,00 | 350,00 | 105,00 | 420,00 |
8 | 8,00 | 40,00 | 120,00 | 400,00 | 105,00 | 480,00 |
9 | 9,00 | 45,00 | 135,00 | 450,00 | 105,00 | 510,00 |
10 | 10,00 | 50,00 | 150,00 | 500,00 | 105,00 | 560,00 |
11 | 11,00 | 55,00 | 165,00 | 550,00 | 105,00 | 610,00 |
12 | 12,00 | 60,00 | 180,00 | 600,00 | 105,00 | 660,00 |
13 | 13,00 | 65,00 | 195,00 | 650,0 | 105,00 | 710,00 |
14 | 14,00 | 70,00 | 210,00 | 700,00 | 105,00 | 760,00 |
15 | 15,00 | 75,00 | 225,00 | 750,00 | 105,00 | 810,00 |
c. woonschip met :
Ligplaats aan de Oudezijl te Bad Nieuweschans
Ligplaats aan de Hogeweg te Scheemda
Ligplaats te Winschoten
Per jaar € 903,00
d. Onder een week, een maand, een jaar wordt verstaan respectievelijk
een kalenderweek, een kalendermaand, een kalenderjaar.
e. Een termijn vangt aan op de eerste dag daarvan te 00.00 uur.
f. In de tarieven, genoemd onder a. en b., is omzetbelasting inbegrepen.
Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2015.
De griffier van de gemeente Oldambt,
Pieter Norder