Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit.
Onder de naam "marktgeld" wordt een recht geheven voor het gebruik of genot
van standplaatsen op het (de) daarvoor aangewezen marktterrein(en).
Artikel 2 Belastingplichtige.
Het recht wordt geheven van degene die het in artikel 1 omschreven gebruik
of genot heeft.
Artikel 3 Begripsomschrijvingen.
Deze verordening verstaat onder:
Jaar: een kalenderjaar;
Individueel abonnement: het gedurende een jaar geldende recht tot het
innemen van
een standplaats;
Een meter: een strekkende meter.
Artikel 4 Heffingsgrondslag.
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in
artikel 6 van deze verordening.
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in deze
verordening genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld.
Het recht is verschuldigd bij het innemen van de standplaats.
Artikel 6 Tarieven.
- 1.
Het marktgeld bedraagt per marktdag of gedeelte daarvan:
- a.
voor het innemen van een standplaats voor de eerste
vier meter of gedeelte daarvan € 11,10
- b.
voor iedere volgende meter of gedeelte daarvan € 2,10
- c.
voor het gebruik maken van een elektrische aansluiting,
per aansluiting bij een stroomgebruik van:
0,01 tot 2,50 kWh per uur € 2,05
2,50 tot 5,00 kWh per uur € 4,00
5,00 kWh en hoger € 7,80
- 2.
Het marktgeld bedraagt bij een individueel abonnement per jaar:
- a.
voor het innemen van een standplaats voor de eerste
vier meter of gedeelte daarvan € 534,00
- b.
voor iedere volgende meter of gedeelte daarvan € 100,00
- c.
voor het gebruik maken van een elektrische aansluiting,
per aansluiting bij een stroomgebruik van:
0,01 tot 2,50 kwh per uur € 97,60
2,50 tot 5,00 kwh per uur € 181,20
5,00 en hoger € 394,80
Artikel 7 Wijze van heffing en tijdstip van betaling.
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet
het recht worden geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving,
waaronder mede worden begrepen een nota of andere schriftuur.
- 2.
Het recht als bedoeld in artikel 6, lid 1 van deze verordening, dient
bij het innemen van de standplaats te worden voldaan.
- 3.
Het recht als bedoeld in artikel 6, lid 2 van deze verordening, dient te
worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke
kennisgeving als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede en
derde lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Restitutie bij beëindiging van een standplaats in de loop van een
jaar.
Indien marktgeld bij wijze van abonnement voor een jaar, als bedoeld in
artikel 6, lid 2 is geheven en in de loop van dat jaar schriftelijk aan de
met inning van het marktgeld belaste ambtenaar wordt medegedeeld, dat men
voor de nog niet aangebroken maanden van het abonnement geen gebruik meer
wil maken, wordt tegen intrekking van het abonnement restitutie verleent,
gelijk aan het verschil tussen het betaalde voor het jaarabonnement en
hetgeen, berekend per marktdag, tot aan het einde van de lopende maand
verschuldigd zou zijn geweest.
Artikel 10 Kwijtschelding.
Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 11 Nadere regel door het college van burgemeester en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking
tot de heffing en invordering van de marktgelden.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De "Verordening marktgelden" van 23 november 2006 wordt ingetrokken
met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de
heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na
die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als 'verordening
marktgelden'.