Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTING 2016 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Aanwijzing parkeerplaatsen Centrum Parkeerplaatsen Dorp Parkeerplaatsen Seghwaert |
Deze regeling is vervangen door de Verordening parkeerbelastingen 2017.
Deze regeling vervangt de 'Verordening parkeerbelasting 2015' per 1 januari 2016.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 14-12-2015 | 2015-000681 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die ingevolge het tweede lid, onderdeel b, van dit artikel is aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt bij het parkeren anders dan op parkeerapparatuurplaatsen, de belasting geheven bij wege van voldoening op aangifte dan wel bij wege van nota. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7a Termijn van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen 1 maand na afloop van het parkeren/na de dag waarop het belastbaar feit heeft plaats gevonden, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet bij het parkeren anders dan op parkeerapparatuur- plaatsen de belasting worden betaald na afloop van het parkeren dan wel onmiddellijk na uitreiking van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 8 Ontheffing van parkeerbelasting
Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de vergunning geldt geen gebruik kan maken van de vergunning, wordt ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle maanden gedurende welke het gebruik niet mogelijk is geweest.
Indien voor een voertuig parkeerbelasting als genoemd in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel naar een jaartarief is geheven en aannemelijk is dat niet of slechts gedurende een gedeelte van de desbetreffende periode van de parkeermogelijkheid gebruik kan worden gemaakt, wordt op aanvraag ontheffing van parkeerbelasting verleend. Er bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
De kosten voor overbrenging en bewaring bedragen:
voor de overbrenging € 191,65, voor het overbrengen en € 18,28 per dag voor het bewaren. Indien het overbrengen op werkdagen geschiedt tussen 18.00 en 08.00 uur of op zaterdag, wordt het bedrag voor het overbrengen verhoogd met 25%; geschiedt het overbrengen op een zondag of algemeen erkende feestdag, dan wordt het bedrag voor het overbrengen verhoogd met 50%;
Artikel 13 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking in zoverre van het in het voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2015,
de griffier,
drs. K. Bolt
de voorzitter,
Ch.B. Aptroot
Bijlage 0 Tarieventabel als bedoeld in artikel 5 van de Verordening parkeerbelastingen 2016
Hoofdstuk 1- Parkeren bij parkeerapparatuur
Het tarief voor het parkeren, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, op parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt:
A. in het gebied begrensd door:
Oostzijde van de Afrikaweg vanaf de van Leeuwenhoeklaan in noordelijke richting, de noordzijde van de Europaweg (inclusief de daar aanwezige parkeerplaatsen), de oostzijde van de Zwaardslootseweg, de zuidzijde van de Aidaschouw (het wegvlak uitgesloten, de westzijde van de Ondineschouw (het wegvlak uitgesloten), de zuidzijde van de Europaweg (inclusief de daar aanwezige parkeerplaatsen) in oostelijke richting, de zuidzijde van de Australiëweg in oostelijke richting tot aan de waterloop Leidsewallenwetering, waterloop de Leidsewallenwetering in zuidelijke richting tot aan de waterpartij Grote Dobbe, de zuidzijde van de waterpartij Grote Dobbe, de zuidzijde van de Londenstraat/Oxfordstraat in rechte lijn doorlopend tot de waterloop aan de noordzijde van de Vlamingstraat, de waterloop aan de noordzijde van de Vlamingstraat, de wegas van de J.L.van Rijweg vanaf de Vlamingstraat in zuidelijke richting tot aan de van Leeuwenhoeklaan, de noordzijde van de van Leeuwenhoeklaan in westelijke richting tot aan de Afrikaweg
een en ander zoals aangegeven door de ononderbroken rode lijn op de bij deze tarieventabel behorende kaart:
“aanwijzing parkeerplaatsen Stadscentrumgebied” (bijlage I):
en voor de parkeerplaatsen die in groen zijn aangegeven op de eerder genoemde kaart
€ 6,80 voor een dagkaart, uitsluitend geldig in de in de voorwaarden opgenomen tijdsperiode;
€ 6,80 voor een dagkaart, uitsluitend geldig in de in de voorwaarden opgenomen tijdsperiode;
aan de noordzijde van de Parkdreef bij het winkelcentrum “Seghwaert”
een en ander zoals aangegeven in het geel op de bij deze tarieventabel behorende kaart: “aanwijzing parkeerplaatsen Seghwaert” (bijlage III):
€ 6,80 voor een dagkaart, uitsluitend geldig in de in de voorwaarden opgenomen tijdsperiode.
De parkeerbelasting wordt niet geheven ter zake van het parkeren op de particuliere parkeerplaatsen (parkeerplaatsen di e niet voor het openbare verkeer openstaan), op gehandicaptenparkeerplaatsen en tijdens kantooruren op de parkeerplaatsen die uitsluitend bestemd zijn voor bedrijven.
Hoofdstuk 2 Parkeren met parkeervergunning
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b:
per jaar, voor de eerste of enige voertuig per woning, onder de voorwaarden dat de vergunning wordt aangevraagd door een bewoner van een woning waarbij geen parkeergelegenheid hoort of ooit heeft behoord en dat de vergunning uitsluitend geldig is in het in de vergunning opgenomen parkeergebied Stadscentrumgebied (bijlage I), bedraagt € 0,00;
per jaar, voor de tweede of volgende voertuig, onder de voorwaarden dat de vergunning wordt aangevraagd door een bewoner van een woning ongeacht of bij de woning een parkeergelegenheid hoort of ooit heeft behoord en dat de vergunning uitsluitend geldig is in het in de vergunning opgenomen parkeergebied Stadscentrumgebied (bijlage I), bedraagt € 232,05.
Bij tussentijdse ingang van de vergunning onder D.1.1 en onder D.3 wordt het tarief naar rato van het aantal resterende maanden berekend, met dien verstande dat een gedeelte van een maand als een gehele maand wordt berekend. Vanaf 1 november van het betreffende jaar wordt voor de vergunning onder D.1.1 uitsluitend een maandabonnement verleend.
Behoort bij en maakt deel uit van Verordening parkeerbelastingen 2016 vastgesteld bij het Raadsbesluit 2015-000681 van 14 december 2015.