Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2016 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Nieuwe regeling
Gemeentewet, artikel 216
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 Gepubliceerd in gemeenteblad op overheid.nl d.d. 23 december 2015 | RV 15.0124 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, welke behalve de naam niet meer bevatten dan een aanduiding of afbeelding omtrent het beroep of bedrijf, dat wordt uitgeoefend in het perceel, waaraan het voorwerp is bevestigd, mits aan de gevel is aangebracht en de grootste afmeting niet meer dan 1 m. en oppervlakte ten hoogste 0,50m2 bedraagt;
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6. Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan.
De belastingplichtige, die een installatie voor het aftappen van motorbrandstoffen exploiteert, aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar, voorafgaand aan het kalenderjaar, een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die twee maanden bij Burgemeester en Wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen tot uitreiking van een aangiftebiljet.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 12. Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
De “Verordening precariobelasting 2015” van 27 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel behorende bij de verordening precariobelasting 2016
Toelichting op de wijzigingen in de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2016
Maatstaf van heffing en belastingtarief
Jaarlijks worden de tarieven van de belastingen en rechten aangepast vanwege de inflatiecorrectie of mogelijke andere wijzigingen in tarieven. De trendverhoging voor 2016 is berekend op 0,8% voor de belastingen en andere heffingen.