AFDELING 1. Vergunningen
Artikel 2.1 vergunning
- 1.
Het is verboden een seksbedrijf te exploiteren zonder
vergunning.
- 2.
De burgemeester beslist binnen 12 weken op de aanvraag om een
vergunning.
- 3.
De burgemeester kan de in het tweede lid gestelde termijn met
ten hoogste 12 weken verlengen.
- 4.
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve
fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van
toepassing.
- 5.
Het college kan een maximum stellen aan het totaal aantal
seksinrichtingen waarvoor vergunning kan worden verleend.
- 6.
Een vergunning kan mede voor één seksinrichting worden
verleend.
- 7.
De vergunning wordt voor bepaalde of onbepaalde tijd verleend
aan de exploitant en op diens naam gesteld. De vergunning is
niet overdraagbaar.
- 8.
De vergunning kan worden verlengd.
Artikel 2.2 Aanvraag
- 1.
Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke
activiteit vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval
de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:
- a.
de persoonsgegevens van de exploitant;
- b.
het nummer van inschrijving in het handelsregister bij
de Kamer van Koophandel;
- c.
of in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag de
exploitant een vergunning voor een seksbedrijf is
geweigerd of een aan de exploitant verleende vergunning
voor een seksbedrijf is ingetrokken;
- d.
het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;
- e.
het adres van een onder het seksbedrijf vallende
seksinrichting;
- f.
het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het
seksbedrijf zal worden gebruikt;
- g.
een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1
van de Wet op de identificatieplicht van de
exploitant;
- h.
indien van toepassing, de verblijfstitel van de
exploitant;
- i.
een actuele verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale
verplichtingen, verstrekt door de Belastingdienst;
- j.
bewijs waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is
tot het gebruik van de ruimtes bestemd voor de
uitoefening van het seksbedrijf;
- k.
indien van toepassing, de plaatselijke ligging van de
seksinrichting waarvoor vergunning wordt aangevraagd,
door middel van een situatieschets met een noordpijl en
schaalaanduiding;
- l.
indien van toepassing, de plattegrond van de
seksinrichting waarvoor vergunning wordt aangevraagd,
door middel van een tekening met een
schaalaanduiding.
- 2.
Als er een beheerder is aangesteld, is het tweede lid, onder a,
b, c, g en h, van overeenkomstige toepassing op de
beheerder.
- 3.
Als de burgemeester dat nodig acht voor de beoordeling van een
aanvraag, kan hij verlangen dat aanvullende gegevens worden
overgelegd.
Artikel 2.3 Weigeringsgronden
- 1.
Een vergunning wordt geweigerd als:
- a.
de exploitant of de beheerder onder curatele staat;
- b.
de exploitant of de beheerder is ontzet uit het
ouderlijk gezag of de voogdij;
- c.
de exploitant of de beheerder onherroepelijk is
veroordeeld voor een gewelds- of zedendelict of voor
mensenhandel, of in enig ander opzicht van slecht
levensgedrag is;
- d.
de exploitant of de beheerder de leeftijd van 21 jaar
nog niet heeft bereikt;
- e.
redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke
toestand niet met het in de aanvraag vermelde in
overeenstemming zal zijn;
- f.
redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de aanvrager
in strijd zal handelen met aan de vergunning verbonden
beperkingen of voorschriften;
- g.
er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf
personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die, als het
prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar
hebben bereikt, als het overige personen betreft, nog
niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, slachtoffer
zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd
met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet
2000;
- h.
de exploitant of beheerder minder dan vijf jaar geleden
voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, wegens
een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een
onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan zes
maanden;
- i.
de exploitant of beheerder minder dan vijf jaar geleden
voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij
meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking
onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke
geldboete van 500,- euro of meer of tot een andere
hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder
a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede
wegens overtreding van:
- 1.
° bepalingen, gesteld bij of krachtens de Drank-
en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet
2000, de Wet arbeid vreemdelingen en deze
verordening;
- 2.
° de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 416,
417, 417bis, 420bis tot en met 420quinquies, 426
en 429quater van het Wetboek van Strafrecht;
- 3.
° artikel 69 van de Algemene wet
rijksbelastingen;
- 4.
° de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede
artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163
van de Wegenverkeerswet 1994;
- 5.
°de artikelen 2 en 3 van de Wet op de
weerkorpsen;
- 6.
°de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en
munitie.
- j.
als het maximum als bedoelt in artikel 2.1, vijfde lid,
van deze verordening is vastgesteld en dit maximum
bereikt is;
- k.
de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd op
zal leveren met een geldend bestemmingsplan of een
bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is
gelegd;
- l.
de exploitant of de beheerder; niet met toepassing van
artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een
psychiatrisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van
artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter
beschikking gesteld;
- m.
er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting of het
escortbedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in
strijd met artikel 273f van het Wetboek van
Strafrecht;
- n.
de exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf
jaar geen exploitant of beheerder geweest van een
seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste één
maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of
waarvan de vergunning bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter
zake geen verwijt treft.
- 2.
Met een veroordeling als bedoeld in het eerste lid, onder h,
wordt gelijk gesteld:
- a.
een bevel tot tenuitvoerlegging van een zodanige
voorwaardelijke straf;
- b.
vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in
artikel 74, tweede lid, onder a, van het Wetboek van
Strafrecht of artikel 76, derde lid, onder a, van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom
minder dan 375,- euro bedraagt.
- 3.
De periode van vijf jaar, bedoeld in het eerste lid, onder h en
i, wordt bij de intrekking van een vergunning teruggerekend
vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning.
- 4.
Voor de berekening van de periode van vijf jaar, bedoeld in het
eerste lid, onder h en i, telt de periode waarin een
onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is ondergaan, niet mee.
- 5.
Een vergunning kan in ieder geval worden geweigerd:
- a.
als niet is voldaan aan de bij of krachtens artikel 2.2
gestelde eisen met betrekking tot de aanvraag, mits de
aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen
een door de burgemeester gestelde termijn aan te vullen;
- b.
als de vergunning geheel of gedeeltelijk betrekking
heeft op het uitoefenen van een prostitutiebedrijf in
een seksinrichting waarvoor eerder een vergunning is
ingetrokken, of in die seksinrichting eerder zonder
vergunning een prostitutiebedrijf is uitgeoefend;
- c.
als de openbare orde, de woon- en leefomgeving of de
veiligheid, veiligheid van personen en goederen,
verkeersveiligheid, de gezondheid of de zedelijkheid, of
de arbeidsomstandigheden alsmede de gezondheid van
prostituee(s) of klanten, nadelig wordt beïnvloed door
de aanwezigheid van het seksbedrijf waarvoor de
vergunning is aangevraagd;
- d.
als het bedrijfsplan niet voldoet aan het bepaalde bij
artikel 2.11, eerste en tweede lid;
- e.
als onvoldoende aannemelijk is dat de exploitant de bij
artikel 2.12 gestelde verplichtingen zal naleven;
Artikel 2.4 Eisen met betrekking tot vergunning
- 1.
De vergunning vermeldt in ieder geval:
- a.
- b.
indien van toepassing, de beheerder;
- c.
voor welke activiteit de vergunning is verleend;
- d.
het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;
- e.
het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het
seksbedrijf zal worden gebruikt;
- f.
indien van toepassing, het adres van de onder dat
seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de
vergunning mede is verleend;
- g.
de voorschriften of beperkingen die aan de vergunning
zijn verbonden;
- h.
de geldigheidsduur van de vergunning;
- i.
het nummer van de vergunning.
- 2.
De exploitant draagt er zorg voor dat de vergunning of een
afschrift daarvan zichtbaar aanwezig is in de seksinrichting
waarvoor de vergunning mede is verleend, en dat tevens aan de
buitenzijde van de seksinrichting zichtbaar is dat hij over een
vergunning voor die seksinrichting beschikt.
Artikel 2.5 Intrekkingsgronden
- 1.
De vergunning wordt ingetrokken als:
- a.
de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig
blijken te zijn dat op de aanvraag een andere beslissing
zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de
juiste gegevens bekend waren geweest;
- b.
de vergunning in strijd met een wettelijk voorschrift is
gegeven;
- c.
is gehandeld in strijd met de artikelen 2.6, 2.9, aanhef
en onder a, 2.10 tweede lid, 2.11 en 2.12, eerste lid,
en tweede lid, aanhef en onderdeel b, aanhef en onder
1°;
- d.
zich binnen het seksbedrijf feiten hebben voorgedaan die
de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de
vergunning gevaar oplevert voor de openbare orde of
veiligheid;
- e.
zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel
2.3, eerste lid, onder a tot en met n;
- f.
de vergunninghouder dat verzoekt;
- g.
de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met
een geldend bestemmingsplan.
- 2.
De vergunning kan worden geschorst of ingetrokken als:
- a.
is gehandeld in strijd met aan de vergunning verbonden
voorschriften of beperkingen;
- b.
in verband met gewijzigde wettelijke voorschriften,
gewijzigde omstandigheden of gewijzigde inzichten de
bescherming van de belangen met het oog waarop het
vergunningsvereiste is gesteld, zwaarder wegen dan het
belang van de vergunninghouder bij behoud van de
vergunning;
- c.
een niet in de vergunning vermelde persoon exploitant of
beheerder is geworden;
- d.
is gehandeld in strijd met een of meer van de bij of
krachtens dit hoofdstuk gestelde bepalingen,
onverminderd het eerste lid, aanhef en onder c;
- e.
is gehandeld in strijd met de in het bedrijfsplan
beschreven maatregelen;
- f.
zich binnen het seksbedrijf feiten hebben voorgedaan die
de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de
vergunning gevaar oplevert voor de woon- en leefomgeving
of de gezondheid van prostituees of klanten;
- g.
de exploitant of de beheerder het toezicht op de
naleving van het in dit hoofdstuk bepaalde belemmert of
bemoeilijkt;
- h.
er bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn die
onherroepelijk zijn veroordeeld voor een gewelds- of
zedendelict of voor mensenhandel;
- i.
gedurende ten minste zes maanden geen gebruik is gemaakt
van de vergunning.
Artikel 2.6 Melding gewijzigde omstandigheden
De vergunninghouder meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf
niet langer in overeenstemming is met de op grond van artikel 2.4,
eerste lid, in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk
aan de burgemeester. Deze verleent een gewijzigde vergunning, als
het seksbedrijf aan de vereisten voldoet.
Artikel 2.7 Verlenging vergunning
- 1.
Op een aanvraag om verlenging van een vergunning zijn de
artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 en 2.11, derde lid, van
overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat actuele
gegevens en bescheiden waarover de burgemeester al beschikking
heeft niet nogmaals overgelegd dienen te worden.
- 2.
Als ten minste twaalf weken voorafgaand aan de vervaltermijn van
de vergunning verlenging van de vergunning is aangevraagd,
blijft de vergunning van kracht totdat op de aanvraag om
verlenging is besloten.
AFDELING 2. Regels voor alle seksbedrijven
Artikel 2.8 Sluitingstijden seksinrichtingen; aanwezigheid;
toegang
- 1.
Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te
hebben en daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven;
- a.
op dinsdag tot en met vrijdag tussen 02.00 en 08.00 uur;
- b.
op zaterdag, zondag en maandag en de dag na Tweede
Paasdag, Koningsdag, Nationale Bevrijdingsdag,
Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede
Kerstdag tussen 03.00 en 07.00 uur.
- 2.
De burgemeester kan door middel van een voorschrift als bedoeld
in artikel 1.3 voor een afzonderlijke seksinrichting andere
sluitingstijden vaststellen.
- 3.
Het is een prostituee verboden zich te bevinden in een
seksinrichting:
- a.
op dinsdag tot en met vrijdag tussen 02.30 en 08.00 uur;
- b.
op zaterdag, zondag en maandag en de dag na Tweede
Paasdag, Koningsdag, Nationale Bevrijdingsdag,
Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede
Kerstdag tussen 03.30 en 07.00 uur.
- 4.
Tenzij bij vergunning anders is bepaald.
- 5.
Het is bezoekers van een seksinrichting verboden zich daarin te
bevinden gedurende de tijd dat die seksinrichting krachtens het
eerste lid of tweede lid gesloten dient te zijn.
- 6.
Het is de exploitant en de beheerder verboden personen die nog
niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt toe te laten of te
laten verblijven in een seksinrichting.
- 7.
In geval van strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan
het bevoegd bestuursorgaan:
- a.
tijdelijk andere dan de krachtens dit artikel, eerste of
tweede lid, geldende sluitingsuren vaststellen;
- b.
van een afzonderlijke seksinrichting al dan niet
tijdelijk de gedeeltelijke of algehele sluiting
bevelen.
Artikel 2.9 Adverteren
Het is verboden in advertenties voor een seksbedrijf:
- a.
geen vermelding op te nemen van het telefoonnummer, bedoeld
in artikel 2.4, eerste lid, onder e, van het nummer, bedoeld
in artikel 2.4, eerste lid, onder i, en van de
bedrijfsnaam;
- b.
vermelding op te nemen van een ander telefoonnummer dan
bedoeld onder a; én
- c.
als het een prostitutiebedrijf betreft, onveilige seks aan
te bieden of te garanderen dat prostituees die voor of bij
het betreffende bedrijf werken vrij zijn van seksueel
overdraagbare aandoeningen.
AFDELING 3. Regels voor alle prostitutiebedrijven en prostituees
Artikel 2.10 Leeftijd en verblijfstitel prostituees; verbod werken voor
onvergund prostitutiebedrijf
- 1.
Prostitutie vindt uitsluitend plaats door een prostituee die de
leeftijd van 21 jaar heeft bereikt.
- 2.
Het is een exploitant verboden een prostituee voor of bij zich
te laten werken die:
- a.
nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt;
- b.
in Nederland verblijft of werkt in strijd met het
bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000.
- 3.
Het is een prostituee verboden:
- a.
te handelen in strijd met het eerste lid;
- b.
werkzaam te zijn voor of bij een exploitant aan wie geen
vergunning voor een prostitutiebedrijf is verleend.
Artikel 2.11 Bedrijfsplan
- 1.
Een prostitutiebedrijf beschikt over een bedrijfsplan, waarin in
ieder geval wordt beschreven welke maatregelen de exploitant
treft:
- a.
op het gebied van hygiëne;
- b.
ter bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het
zelfbeschikkingsrecht van de prostituees;
- c.
ter bescherming van de gezondheid van de klanten;
- d.
ter voorkoming van strafbare feiten.
- 2.
De door de exploitant te treffen maatregelen, bedoeld in het
eerste lid, onderdelen a en b, waarborgen dat:
- a.
de hygiëne in een seksinrichting voldoet aan de algemene
eisen die hiervoor in de branche gelden en dat dit
controleerbaar is;
- b.
inzichtelijk en controleerbaar is welke maatregelen een
exploitant in zijn bedrijfsvoering en inrichting van de
werkruimten treft voor gezonde en veilige
werkomstandigheden voor prostituees;
- c.
in de werkruimten te allen tijde voldoende condooms met
een CE-markering voor gebruik beschikbaar zijn;
- d.
in de werkruimten voor de prostituees een goed
functionerende alarmvoorziening aanwezig is;
- e.
de prostituee zich regelmatig kan laten onderzoeken op
seksueel overdraagbare aandoeningen en door de
exploitant voldoende geïnformeerd is over de
mogelijkheden van een dergelijk onderzoek;
- f.
de prostituee niet gedwongen wordt zich geneeskundig te
laten onderzoeken;
- g.
de prostituee vrij is in de keuze van de arts(en) die
zij wil bezoeken;
- h.
de prostituee klanten en diensten kan weigeren zonder
dat dat voor haar andere werkzaamheden gevolgen
heeft;
- i.
de prostituee kan weigeren alcohol of drugs te gebruiken
zonder dat dat voor haar werkzaamheden gevolgen
heeft;
- j.
aan de voor de exploitant werkzame beheerder voldoende
professionele eisen op het gebied van agressiebeheersing
en bedrijfshulpverlening worden gesteld en waar nodig
wordt gezorgd voor scholing hierin;
- k.
de exploitant zich een oordeel vormt over de mate van
zelfredzaamheid van de prostituee voordat deze voor of
bij hem gaat werken, teneinde vast te stellen of zij
voldoet aan de eisen die hij hiervoor in zijn
bedrijfsplan heeft opgenomen;
- l.
de exploitant voor elke voor of bij hem werkzame
prostituee kan aantonen onder welke verhuur- of
arbeidsvoorwaarden zij haar diensten aanbiedt;
- m.
de exploitant of beheerder zich er regelmatig van
vergewist dat de prostituee niet door derden gedwongen
wordt tot prostitutie en dat hij in dit kader informatie
van hulpverleningsinstanties ter beschikking stelt;
- n.
de exploitant aan de voor of bij hem werkzame
prostituees informatie ter beschikking stelt over de
mogelijkheden om hulp te krijgen als een prostituee wil
stoppen met haar werk in de prostitutie;
- o.
de overlast aan de omgeving van de onder het seksbedrijf
vallende seksinrichtingen beperkt wordt.
- 3.
Het bedrijfsplan wordt overgelegd bij de aanvraag om een
vergunning.
- 4.
De exploitant meldt een voorgenomen wijziging van het
bedrijfsplan onverwijld aan de burgemeester. De wijziging wordt
na goedkeuring van de burgemeester als onderdeel van het
bedrijfsplan aangemerkt, als deze voldoet aan de eisen die
overeenkomstig het eerste en tweede lid aan een bedrijfsplan
worden gesteld.
- 5.
De rechten voor prostituees, die worden gewaarborgd op grond van
het tweede lid, worden op schrift gesteld en in een voor haar
begrijpelijke taal uitgereikt aan elke prostituee die werkzaam
is voor of bij de exploitant.
- 6.
In de seksinrichting wordt in ten minste twee talen en voor de
klant goed zichtbaar bekend gemaakt dat een prostituee klanten
en diensten mag weigeren en mag weigeren alcohol of drugs te
gebruiken.
Artikel 2:12 Verdere verplichtingen van de exploitant en beheerder
prostitutiebedrijf
- 1.
De exploitant of de beheerder is aanwezig gedurende de uren dat
het prostitutiebedrijf daadwerkelijk wordt uitgeoefend.
- 2.
De exploitant van een prostitutiebedrijf draagt er zorg voor
dat:
- a.
de voor of bij het prostitutiebedrijf werkzame
prostituees redelijkerwijs hun eigen werktijden kunnen
bepalen;
- b.
er een deugdelijke bedrijfsadministratie wordt gevoerd
waarin de actuele gegevens zijn opgenomen van in ieder
geval;
- 1
°de voor of bij het prostitutiebedrijf werkzame
prostituees;
- 2
° de verhuuradministratie;
- 3
° met betrekking tot alle voor of bij het
prostitutiebedrijf werkzame prostituees, de
documentatie die ten grondslag ligt aan de vorming
van het oordeel over de mate van zelfredzaamheid,
bedoeld in artikel 2.11, tweede lid, onder k;
- 4
° de werkroosters van de beheerders;
- c.
de bedrijfsadministratie met inachtneming van de
wettelijke termijnen wordt bewaard en te allen tijde
beschikbaar is voor toezichthouders;
- d.
medewerkers van de gemeentelijke gezondheidsdienst en
van andere door de burgemeester of het college
aangewezen instellingen worden toegelaten tot
seksinrichtingen als ze voornemens zijn voorlichtings-
en preventieactiviteiten uit te voeren of
voorlichtingsmateriaal te verspreiden;
- e.
onverwijld bij de politie wordt gemeld ieder signaal van
mensenhandel of andere vormen van dwang en
uitbuiting;
- f.
onverwijld aan de burgemeester wordt gemeld als
gedurende ten minste één maand geen gebruik gemaakt zal
worden van de vergunning. Deze melding vermeldt de reden
en de verwachte duur;
- g.
gedaan wordt wat nodig is voor een goede gang van zaken
binnen het prostitutiebedrijf.
AFDELING 4. Raam-en straatprostitutie, sekswinkels
Artikel 2.13 Raamprostitutie
1.Het is een prostituee verboden:
- a.
zich vanuit een gebouw of vanuit de toegang naar een gebouw
aan klanten die zich op of aan de weg bevinden beschikbaar
te stellen; en
- b.
passanten hinderlijk te bejegenen of zich aan passanten op
te dringen dan wel zich ongekleed of vrijwel ongekleed
achter het raam van een seksinrichting of in de toegang tot
een seksinrichting op te houden.
Artikel 2.14 Straatprostitutie
1.Het is verboden, door handelingen, houding, woord, gebaar of op
andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen
dan wel aan te lokken:
- a.
op of aan andere dan door het college aangewezen wegen of
gebieden;
- b.
gedurende andere dan door het college vastgestelde tijden.
Artikel 2.15 Handhaving straatprostitutie
- 1.
Met het oog op de naleving van het verbod, bedoeld in artikel
2.14, eerste lid, kan door een politieambtenaar of
toezichthouder het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een
bepaalde richting te verwijderen.
- 2.
Een politieambtenaar of toezichthouder kan een persoon die zich
op een krachtens artikel 2.14, aangewezen weg bevindt, in het
belang van de openbare orde, de woon- en leefomgeving, het
voorkomen of beperken van overlast, de veiligheid, de
zedelijkheid of de gezondheid van prostituees of klanten bevelen
zich onmiddellijk in een door hem aangegeven richting te
verwijderen.
- 3.
Met het oog op de in het tweede lid genoemde belangen kan de
burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een
bevel als bedoeld in dat lid is gegeven een bevel geven zich
gedurende ten hoogste 3 maanden niet op te houden op krachtens
artikel 2.14, aangewezen wegen.
- 4.
De burgemeester beperkt het in het derde lid bedoelde bevel, als
hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van de
betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op
aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel.
Artikel 2.16 Sekswinkels
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een
sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de
openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of
delen van de gemeente.
AFDELING 5. Overige bepalingen
Artikel 2.17 Verbodsbepalingen klanten
- 1.
Het is een klant verboden seksuele handelingen te verrichten met
een prostituee van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden
dat zij werkzaam is voor of bij een exploitant aan wie geen
vergunning voor een prostitutiebedrijf is verleend.
- 2.
Het is verboden op of aan de weg of op, aan of in een andere
voor publiek toegankelijke plaats gebruik te maken van de
diensten van een prostituee.
- 3.
Het in het tweede lid genoemde verbod geldt niet in een
seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend en op of aan,
de op grond van artikel 2.14, eerste lid, aangewezen wegen.
Artikel 2.18 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van
erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en
dergelijke
- 1.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin
of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of
geschreven stukken dan wel afbeeldingen van
erotisch-pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan
te bieden of aan te brengen:
- a.
indien het bevoegd bestuursorgaan aan de rechthebbende
heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen,
aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de
woon- en leefomgeving in gevaar brengt;
- b.
anders dan overeenkomstig de door het bevoegd
bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of de
woon- en leefomgeving gestelde regels.
- 2.
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op
het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen,
opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan
wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en
gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet.