Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

AANPASSING SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAANPASSING SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2014
CiteertitelSUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Aanpassing artt. 6:2 en 6:3 van de Subsidieregeling Culturele Projecten Den Haag 2014

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201506-02-2018Wijziging

09-06-2015

Dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 24 van 2015 en zal met ingang van 11 juni 2015, inclusief toelichting, terug te vinden zijn op de site www.denhaag.nl/ bestuurlijkestukken, onder risnummer 283162

RIS 283162/ BOW2015.237

Tekst van de regeling

Intitulé

AANPASSING SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2014

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

 

Overwegende dat:

- ingevolge artikel 1 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 subsidies tot een bedrag van € 10.000,00 worden aangemerkt als waarderingssubsidies;

- ingevolge artikel 19 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 in bijzondere gevallen de aanvrager kan worden verplicht om de aan de activiteiten verbonden kosten aan te tonen;

- het college de bovengenoemde verplichting in 2014 de Subsidieregeling Culturele Projecten Den Haag 2014 in het algemeen heeft opgelegd;

- het in het kader van de vermindering van de administratieve lasten bij de verstrekking van subsidies wenselijk is om deze verplichting te schrappen.

 

Besluit:

  • I.

    De Subsidieregeling Culturele projecten 2014 wordt gewijzigd als volgt.

     

    • A.

      In artikel 6:2 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

      • a.

        In het tweede lid, eerste zin, wordt ‘en een financieel’ geschrapt.

      • b.

        In het tweede lid, tweede zin, wordt ‘inhoudelijk’ geschrapt.

    • B.

      In artikel 6:3 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

      a. In het eerste lid wordt ‘de in artikel 6.2 lid 2 bedoelde verslagen’ vervangen door ‘het in artikel 6:2 lid 2 bedoelde verslag’.

      b.Het tweede lid komt na wijziging te luiden: “Indien de aanvrager tevens een subsidie ontvangt op grond van het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur, dient in afwijking van het vorige lid, de krachtens deze regeling verleende subsidie, separaat inhoudelijk en met vermelding van het bezoekersaantal verantwoord te worden in het betrokken jaarverslag.”.

 

II. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 24 van 2015 en met ingang van 11 juni 2015, inclusief toelichting, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/ bestuurlijkestukken, onder risnummer 283162.

 

Den Haag, 9 juni 2015

 

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

 

mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

 

Subsidieregeling Culturele Projecten Den Haag 2014 (geconsolideerde versie)

 

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    adviescommissie: Adviescommissie Culturele Projecten als bedoeld in artikel 5:1, vijfde lid van deze regeling.

  • -

    gemeentelijk vastgoed: bebouwde en onbebouwde onroerende zaken in eigendom van of in gebruik door de Gemeente Den Haag.

Artikel 1:2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 2:1 van deze regeling bedoelde activiteiten.

§ 2 De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:1. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verleend voor professionele, incidentele en kunstzinnige activiteiten die voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      Artistieke kwaliteit, waarbij gedacht moet worden aan de kernbegrippen als vakmanschap (professionele kunsten), innovatie, zeggingskracht en oorspronkelijkheid of uniciteit.

    • b.

      Pluriformiteit, waarmee via het beoogde project een bijdrage wordt geleverd aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod in Den Haag.

    • c.

      Publieksbereik, de mate waarin het project zich door vorm, onderwerp, inhoud en bezetting leent voor werving van een groot en breed publiek, waaronder ook een divers samengesteld publiek.

  • 2.

    Het project dient voorts te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Er bestaat een redelijke verhouding tussen het gevraagde bedrag en de activiteit.

    • b.

      Het dekkingsplan getuigt van goed ondernemerschap, wat onder andere inhoudt dat de aanvrager een beroep doet op meerdere financieringsbronnen die bij het project passen en er een passende bijdrage voor de activiteit gevraagd wordt aan publiek/deelnemers.

    • c.

      Het moet aannemelijk zijn dat zonder de subsidie het betreffende project niet gerealiseerd kan worden.

    • d.

      Het project is een initiatief van Haagse kunstenaars, organisatoren of instellingen of een initiatief dat specifiek voor Den Haag is gemaakt, en daarnaast ten goede komen aan de Haagse burger.

    • e.

      Wanneer een aanvrager voor zijn reguliere activiteiten reeds een subsidie van de gemeente Den Haag ontvangt, dient de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd aantoonbaar een inhoudelijke aanvulling te zijn op de reeds gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 2:2. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

§ 3 De subsidie

Artikel 3:1. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal € 30.000,00 per aanvraag.

§ 4 Subsidiebudget

Artikel 4:1 Subsidiebudget

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor elke verleningsperiode van 6 maanden een subsidiebudget van € 380.000,00.

§ 5 Besluitvorming subsidie

Artikel 5:1. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend door middel van een volledig ingevuld aanvraagformulier Culturele Projecten.

  • 2.

    De aanvraag en de daarbij behorende bijlagen zijn gesteld in het Nederlands.

  • 3.

    In aanvulling/ afwijking van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      de naam van het project met een inhoudelijke omschrijving en, voor zover bekend, de namen van de (artistiek) betrokkenen.

    • b.

      een goed marketing/publiciteitsplan, waaruit blijkt hoe de beoogde doelgroep wordt bereikt.

    • c.

      een omschrijving van de eventuele educatieve onderdelen.

    • d.

      een toelichting op eventuele samenwerkingsverbanden.

    • e.

      een toelichting op de relatie met bestaande activiteiten.

    • f.

      een sluitende begroting met dekkingsplan.

    • g.

      Indien het eerste aanvraag betreft: Een kopie recent rekeningafschrift (bedragen mogen onleesbaar gemaakt zijn) of andere correspondentie van de bank, waaruit de tenaamstelling en adressering van de rekening blijkt.

  • 4.

    Aanvragers die jaarlijks voor hetzelfde project een aanvraag krachtens deze regeling indienen, moeten bij de indiening van een eventuele nieuwe aanvraag een evaluatie van de laatst georganiseerde editie meesturen.

  • 5.

    Een aanvraag voor subsidie wordt door burgemeester en wethouders om advies voorgelegd aan de door burgemeester en wethouders ingestelde onafhankelijke Adviescommissie Culturele Projecten.

Artikel 5:2 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie kan twee maal per jaar worden ingediend. De aanvraag moet, in afwijking van artikel 9, derde lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, uiterlijk door burgemeester en wethouders zijn ontvangen :

    - op 15 september voor 17.00 uur als het activiteiten betreft die plaatsvinden of waarvanhet zwaartepunt ligt in de periode van 1 januari tot en met 30 juni van het jaar volgend op het jaar van aanvraag;

    -op 15 februari voor 17.00 uur als het activiteiten betreft die plaatsvinden of waarvanhet zwaartepunt ligt in de periode van 1 juli tot en met 31 december van het jaar van aanvraag.

  • 2.

    Indien de uiterste datum van indiening van de aanvraag valt op een zaterdag of zondag, dan moet de aanvraag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, uiterlijk door burgemeester en wethouders zijn ontvangen op de maandag daarop volgend voor 17.00 uur.

  • 3.

    Indien een project een zeer lange voorbereidingstijd vergt, kan de aanvraag, mits dat deugdelijk wordt gemotiveerd, een termijn eerder worden ingediend.

Artikel 5:3 Beslistermijn

In afwijking van artikel 10, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, nemen burgemeester en wethouders een besluit over de aanvraag binnen 3 maanden na de in artikel 5:2 eerste lid genoemde uiterste datum waarop de aanvraag kon worden ingediend.

Artikel 5:4 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 zal subsidieverlening worden geweigerd voor activiteiten :

  • a.

    door amateurkunstenaars.

  • b.

    voor tentoonstellingen en andere projecten op het gebied van de beeldende kunst die qua omvang en aanpak een beroep kunnen doen op de subsidies van Stichting Stroom Den Haag;

  • c.

    die niet primair bedoeld zijn voor culturele activiteiten.

  • d.

    die primair gericht zijn op binnenschoolse cultuureducatie.

  • e.

    die niet zijn gericht op de realisatie van een project, maar op publiciteit, overheadkosten, sponsoring van andere activiteiten e.d.

  • f.

    voor publicaties van historische, wetenschappelijke werken en/of leermethoden

  • g.

    voor opname en/of uitgave van cd’s

  • h.

    die betrekking hebben op het cultureel erfgoed, voor zover deze primair zijn gericht op het conserveren en tonen van het verleden.

§ 6 Verplichtingen, verantwoording en vaststelling

Artikel 6:1 Verplichtingen

  • a.

    indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is.

  • b.

    Indien aan een beschikking tot subsidieverlening de verplichting is verbonden dat de activiteiten van de subsidieontvanger plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, kunnen daarbij verplichtingen worden opgelegd inzake meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende gemeentelijke vastgoed.

  • c.

    Indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of op gemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren.

Artikel 6:2 Vaststelling van subsidies van minder dan € 10.000,--

  • 1.

    De subsidie wordt door burgemeester en wethouders ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht om ten behoeve van de vaststelling van de subsidie een verslag van de activiteiten aan het burgemeester en wethouders te zenden. In het verslag moet duidelijk vermeld zijn hoeveel bezoekers de activiteiten hebben bezocht.

Artikel 6:3 Verantwoording

  • 1.

    De aanvrager zendt uiterlijk vier maanden na afloop van de periode waarin de activiteiten moesten plaatsvinden, een aanvraag tot vaststelling, dan wel het in artikel 6:2 lid 2 bedoelde verslag, aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Indien de aanvrager tevens een subsidie ontvangt op grond van het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur, dient in afwijking van het vorige lid, de krachtens deze regeling verleende subsidie, separaat inhoudelijk en met vermelding van het bezoekersaantal verantwoord te worden in het betrokken jaarverslag.

§ 7 Slotbepalingen

Artikel 7:1 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2014.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Culturele Projecten, Den Haag 2014.

Artikel 7:2 Bekendmaking

Deze regeling wordt bekend gemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad binnen een week na het besluit tot vaststelling ervan.