Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst IJmond (Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst IJmond van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland 2016) |
Citeertitel | Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst IJmond van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland 2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Het besluit mandaat, machtiging en volmacht van Omgevingsdienst IJmond 2014 van gedeputeerde staten van Noord-Holland wordt ingetrokken.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 23-06-2020 | bijlage I | 11-12-2018 | 1105179/1148046 | |
01-01-2016 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 01-12-2015 Provinciaal blad, 2015, 164 | 723518-723536 |
GS verlenen mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur en zijn plaatsvervanger overeenkomstig de als bijlage I bij dit besluit behorende lijst.
Het begrip besluit in dit mandaatbesluit omvat het ambtshalve of op verzoek intrekken, wijzigingen, overdragen en verlengen van besluiten.
Artikel 5 Instructies verbonden aan de uitoefening van het (onder)mandaat
Gemandateerde is verplicht GS te informeren en in de gelegenheid te stellen bijzondere aanwijzingen te geven of de bevoegdheid zelf uit te oefenen, indien uitoefening van het mandaat politieke of maatschappelijke gevolgen kan hebben of als de provincie Noord-Holland aansprakelijk kan worden gesteld.
Als de uitoefening van een bevoegdheid betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij de gemandateerde een direct of indirect persoonlijk of zakelijk belang heeft, of zich een situatie zou kunnen voordoen waarbij jegens derden de indruk van vooringenomenheid of belangenverstrengeling kan worden gewekt, wordt de bevoegdheid uitgeoefend op hoger niveau.
Artikel 6 Volmacht en machtiging
Tenzij anders is bepaald omvat de verlening van mandaat of ondermandaat mede de verlening van:
Gemandateerde verstrekt GS voor het einde van ieder kwartaal, of conform een in de Gemeenschappelijke regeling of (dienstverlenings)overeenkomst vastgelegd schema, een rapportage van de besluiten die in de uitoefening van het mandaat zijn genomen.
Artikel 8 Communicatie en publiciteit
Gemandateerde is niet toegestaan bij de uitoefening van het mandaat zonder toestemming van GS in de publiciteit te treden als dat naar verwachting politieke of maatschappelijke gevolgen kan hebben of tot gevolg kan hebben dat de provincie of gedeputeerden aansprakelijk worden gesteld of anderszins aansprakelijk worden gehouden.
Indien op grond van het verleende mandaat besluiten worden genomen, luidt de ondertekening:
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
Gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.
Het besluit mandaat, machtiging en volmacht van Omgevingsdienst IJmond 2014 van gedeputeerde staten van Noord-Holland wordt ingetrokken.
Haarlem, 1 december 2015.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Bijlage I, bij het Besluit mandaat, machtiging en volmacht van Omgevingsdienst IJmond 2016 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
In deze bijlage worden bevoegdheden opgedragen conform de zogenaamde “packagedeal”,In deze bijlage is niet beoogd een uitputtende opsomming van de bevoegdheden te geven. De systematiek houdt in dat eerst een verzameling van bevoegdheden wordt genoemd, en in het vervolg bepaalde bevoegdheden worden gespecificeerd om daarvoor beperkingen, instructies of het laagste niveau van ondermandaat aan te geven.
Indien de voorbereiding van de inhoud van een besluit is uitgezonderd, betekent dat Omgevingsdienst IJmond met GS moeten afstemmen over de inhoud van het besluit. GS zullen daarover dan een instructie geven die Omgevingsdienst IJmond uiteraard uit dient te voeren. Omgevingsdienst IJmond dient vervolgens de voorbereiding als bedoeld in de Awb te verzorgen.
Op grond van artikel 5.3, vierde lid, van de Wabo kunnen basistaken worden aangewezen die, gelet op de bijzondere deskundigheid die voor het uitvoeren van die taken is vereist, uitsluitend door bepaalde omgevingsdiensten mogen worden uitgevoerd. In dit wijzigingsbesluit is bepaald dat de vergunningverlening op grond van de Wabo en het toezicht daarop voor de bedrijven die onder de werkingssfeer van het BRZO vallen, worden uitgevoerd door zes gespecialiseerde omgevingsdiensten, de zogenaamde BRZO-omgevingsdiensten. Hetzelfde geldt voor inrichtingen met een RIE 4-installatie.
Voor de meest recente lijst van bedrijven, neem contact op via het emailadres: oga@noord-holland.nl
Overeenkomstig het systeem van de Wabo heeft de bevoegdheid betrekking op de gehele wabo-omgevingsvergunning, inclusief toestemmingen die daarin opgaan of aanhaken, waaronder de toestemmingen voor slopen, bouwen, aanleggen, etc. Voor een compleet overzicht van de geïntegreerde en aangehaakte toestemmingen wordt verwezen naar de wettekst, de Memorie van Toelichting en de handreikingen van de Rijksoverheid.
In de rechter kolom zijn uitzonderingen geformuleerd. Deze hebben betrekking op de voorbereiding van toestemmingen op grond van provinciale verordeningen. Het gaat daarbij onder meer om de ontheffing of verklaring van geen bedenkingen van de bij de provinciale verordeningen gestelde regels, voor zover deze rechtstreeks werken (artikel 4.1. lid 3 Wabo), en een ontheffing van een verbod om het bestaande gebruik te wijzigen bij een verklaring dat een provinciale verordening als bedoeld in artikel 4.1 Wabo wordt voorbereid. In dit kader wordt gewezen op het feit dat de Provinciale Verordening Ruimtelijke Structuurvisie een rechtstreeks werkende bepaling bevat over windturbines. Een andere provinciale verordening is de Provinciale Milieuverordening (PMV). Hierin zijn onder meer regels opgenomen over bescherming van grondwatergebieden, over gesloten stortplaatsen en de bescherming van aardkundige monumenten.
Voorts is de voorbereiding van toestemmingen op grond van de Nb wet uitgezonderd. Het gaat hier om de artikelen 16 Nb wet (vergunningen met betrekking tot handelingen in een beschermd natuurgebied, en artikel 19 d Nb wet, de vergunning met betrekking tot handelingen met gevolgen voor habitats en soorten). Ten slotte geldt een uitzondering voor de voorbereiding van besluiten waarbij sprake is van overschrijding van het groepsrisico op grond van het Bevi. De reden daarvoor is dat de voor deze besluiten benodigde deskundigheid bij de provincie blijft (provinciale verordeningen en Nb wet), of dat het besluiten betreft (overschrijding van het groepsrisico op grond van het Bevi) waarin Gedeputeerde Staten altijd willen worden gekend.
Als een besluit of besluitonderdeel betrekking heeft op de Nb wet of op een provinciale verordening verzoekt Omgevingsdienst IJmond Gedeputeerde Staten een besluit te nemen over het betreffende besluit(onderdeel). Omgevingsdienst IJmond beslist (met inachtneming van de besluiten van Gedeputeerde Staten) ook in dat geval wel over de aanvraag op de omgevingsvergunning en draagt zorg voor de Awb voorbereiding daarvan.
In het algemeen geldt voor Omgevingsdienst IJmond dat zij bij de uitoefening van het mandaat niet zonder toestemming van Gedeputeerde Staten buiten de beleidskaders de provincie mag treden (zie het algemeen deel van het mandaatbesluit). Dat betekent dat zij gehouden is binnen de kaders van de provinciale verordeningen en ander provinciaal beleid te blijven, ook bij niet rechtstreeks werkende bepalingen.
Bovendien is Omgevingsdienst IJmond op grond van het algemeen deel van het mandaatbesluit verplicht om in geval van gevoelige besluiten af te stemmen met GS.
Het gaat in ieder geval om de navolgende taken: