Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels per 1 januari 2016 betreffende Verordening Jeugdhulp gemeente Leusden 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels per 1 januari 2016 betreffende Verordening Jeugdhulp gemeente Leusden 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels vervangen per 1 januari 2016 de oude beleidsregels verordening jeugdhulp gemeente Leusden 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 15-12-2015 | Onbekend. |
Burgemeester en Wethouders van Leusden;
gelet op artikelen 2, derde lid, artikel 4, en artikel 6, derde en vierde lid, artikel 10, lid 4 Verordening jeugdhulp gemeente Leusden 2015
overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de Verordening Jeugd 2015
Hoofdstuk 2: Toegang jeugdhulp, zijnde een individuele voorziening, via de gemeente
Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag
Jeugdigen en/of ouders kunnen een hulpvraag melden bij het college 1 , via de website of telefonisch, dan wel door een medewerker aan te spreken op een vindplaats of vindmoment. Het college bevestigt een melding, digitaal of schriftelijk.
In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijke een passende tijdelijke maatregel of vraagt een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet.
Larikslaan2 verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 5, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met de jeugdige en/of zijn ouders 3 een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt Larikslaan2 de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt Larikslaan2 zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan Larikslaan2 alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van Larikslaan2 voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Als de jeugdige en zijn ouders een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet hebben opgesteld, betrekt Larikslaan2 dat als eerste bij het onderzoek, bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 3: Regels voor persoonsgebonden budget
Artikel 8. Wijze waarop de hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb) wordt vastgesteld
Het college stelt het tarief voor de onderdelen genoemd in lid 3 vast in het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning/Jeugdwet Leusden.
Het college stelt het tarief voor lid 1 tot en met 5 vast in het Financieel besluit in het kader van de verordening en beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2015.
Artikel 9. Mogelijkheden tot het kiezen voor een pgb
Als een jeugdige in aanmerking komt voor een individuele voorziening, maar de jeugdige of zijn ouders de ondersteuning zelf wensen in te kopen door middel van een door het college te verstrekken pgb, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag en persoonlijk plan met budgetplan te worden ingediend, waarbij de jeugdige of zijn ouders aangeven:
Een pgb is alleen mogelijk als:
De jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van het college in staat zijn de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren of zij daarvoor iemand hebben gemachtigd die:
Een persoon is die niet tevens uitvoerder is van de ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht, tenzij dit, gezien de situatie van de cliënt, de aard van de ingekochte ondersteuning en de waarborgen waarmee een verantwoorde besteding van het pgb is omgeven, naar het oordeel van het college passend wordt bevonden.
Het college toetst of de jeugdige of zijn ouders, al dan niet met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde in staat is/zijn om de taken die aan een pgb zijn verbonden op verantwoorde wijze uit te voeren. Dit onder meer aan de hand van de uitslag van een volledig doorlopen, door Per Saldo opgestelde en bij Larikslaan2 verkrijgbare Pgb-zelftest;
Artikel 10. Professionele ondersteuning
Hoofdstuk 4: Overige bepalingen
Artikel 12. Intrekking oude beleidsregels en overgangsrecht
De oude beleidsregels verordening Jeugdhulp gemeente Leusden 2015 worden ingetrokken.
het college van de gemeente Leusden,
E. D. Luchtenburg
irecteur-secretaris
mevrouw drs. A. Vermeulen
burgemeester
Toelichting Beleidsregels Verordening Jeugdhulp gemeente Leusden 2016
Hoofdstuk 1 Vormen van jeugdhulp
Artikel 1 Overige voorzieningen
De overige voorzieningen zijn vrij toegankelijk beschikbaar zonder een aanvraagprocedure. De overige voorzieningen bestaan uit het laagdrempelig verlenen van informatie en advies en uit het verstrekken van ambulante hulpverlening. Voor een deel van de hulpvragen zal volstaan kunnen worden met een vrij toegankelijke voorziening. Indien dit niet toereikend is, wordt een individuele voorziening ingezet. Daarnaast kunnen de overige voorzieningen een goede ondersteuning bieden bij de inzet van een individuele voorziening.
Artikel 2 Individuele voorzieningen
De individuele voorziening is een voorziening die alleen via een aanvraag en een beschikking kan worden ingezet. Het is een voorziening, die niet vrij toegankelijk is voor ouders en jeugdigen. Larikslaan2 heeft het mandaat om een individuele voorziening in te zetten en zal de procedure daartoe zorgvuldig moeten doorlopen. Voorzieningen ter uitvoering van het gedwongen kader vallen onder de diensten van SAVE. De diensten die onder het gedwongen karakter vallen, zijn niet op aanvraag beschikbaar, maar worden opgelegd door de Rechtbank. De gemeente geeft hier geen beschikking voor af. Het gaat hier om jeugdbescherming en jeugdreclassering. De gemeente is verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van deze voorzieningen.
De individuele voorzieningen betreffen specialistische hulpverlening/begeleiding die niet door Larikslaan2 geboden kan worden. De specialistische hulpverlening/begeleiding kan zowel ambulant als in een intramurale setting worden geboden.
In artikel 2 lid 2 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Leusden 2015 worden de volgende individuele voorzieningen genoemd:
a. Specialistische jeugdhulp, zijnde in ieder geval:
In de vorige versie van de beleidsregels wordt hieraan uitwerking gegeven in termen van:
In deze beleidsregels wordt als volgt een vertaling gemaakt:
Deze andere manier van beschrijven komt voort uit de transformatie en een andere manier van denken over inkopen van jeugdhulp. Dezelfde soort jeugdhulp is beschikbaar maar de manier waarop deze jeugdhulp wordt gegeven is anders onder invloed van de transformatie. Zo wordt minder in termen van specifieke doelgroepen beschreven. Zo is bijvoorbeeld ambulante zorg is voor alle doelgroepen beschikbaar. Het gebruik van de nieuwe termen doet meer recht aan de transformatie gedachten. De nieuwe termen doen recht aan de vormen van individuele voorzieningen zoals staan beschreven in de Verordening Jeugdhulp gemeente Leusden 2015.
Hoofdstuk 2 Toegang jeugdhulp via de gemeente
Artikel 3 lid 1 en 2 Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag
De gemeente organiseert de toegang tot de jeugdhulp. We gaan er hiervan uit dat de toegang naar jeugdhulp zo dicht mogelijk bij het kind en gezin wordt georganiseerd. Na bevestiging van hulpvraag wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek, indien mogelijk zal het gesprek bij de ouders en jeugdige thuis plaatsvinden.
Wanneer er sprake is van spoedeisende hulp, kan direct een individuele voorziening worden ingezet. Dit betekent dat de ouders en jeugdige geen procedure hoeven te doorlopen om de nodige zorg te ontvangen.
Een consulent van Larikslaan2 informeert de ouders en jeugdigen over de procedure van het gesprek en informeert de ouders en jeugdigen over hun rechten en plichten. Het kan zijn dat een consulent van Larikslaan2 op basis van de gegevens uit het brede gesprek nader onderzoek doet om te bepalen of belanghebbende een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet nodig heeft. Het aanvragen van advies door de expertisepool kan onderdeel uitmaken van het onderzoek. Het is van belang dat de ouders (en jeugdigen) toestemming geven voor het uitwisselen van persoonsgegevens.
Ouders en jeugdige kunnen zonder een aanvraag rechtstreeks toegang krijgen tot overige jeugdhulp. De gemeente communiceert duidelijk naar de inwoners welke voorzieningen direct toegankelijk zijn en welke voorzieningen niet direct toegankelijk zijn.
Na bevestiging van hulpvraag wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek. Op voorhand bepalen de beleidsregels niet precies wanneer deze afspraak wordt gemaakt. Afhankelijk van de hulpvraag kan het namelijk zijn dat Larikslaan2 eerst gegevens wil verzamelen (met medeweten van de jeugdige en/of ouders) voor een goede voorbereiding op het gesprek.
Wanneer de gegevens bekend zijn bij Larikslaan2, dan is het niet nodig om het gehele vooronderzoek opnieuw te houden.
Het familiegroepsplan is in artikel 1.1 van de Jeugdwet gedefinieerd als: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. In artikel 4.1.2 van de Jeugdwet is bepaald dat de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 Jeugdwet en indien sprake is van vroegsignalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als eerste de mogelijkheid biedt om, binnen redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Op voorhand bepalen deze beleidsregels niet wat een redelijke termijn is. Per situatie kan met het gezin hierover afspraken worden gemaakt. Op grond van artikel 2.1., onder g, Jeugdwet, maakt het familiegroepsplan onderdeel uit van het gemeentelijk beleid.
Van het gesprek wordt een schriftelijk verslag opgesteld. Daarin staan mogelijkheden tot oplossingen (arrangement) die in samenspraak met de ouders en jeugdigen, en indien aanwezig andere personen uit het sociale netwerk, tot stand zijn gekomen. In plaats van een verslag kan ook een plan van aanpak worden opgesteld. De inhoud daarvan bevat in ieder geval ook de strekking van de genoemde onderzoeksonderwerpen.
Het verslag vormt de belangrijkste basis voor de beslissing op de aanvraag. Nadat de ouders en jeugdigen beschikt over het verslag is het wel de verantwoordelijkheid van de ouders en jeugdige, al dan niet personen uit het sociale netwerk, zelf te beslissen of een aanvraag wordt ingediend. Als de ouders en jeugdige het niet eens zijn met het opgestelde plan, dan is er altijd een mogelijkheid voor de ouders en jeugdige om aan te geven waarom hij niet akkoord is.
Als de ouders en/of jeugdige het plan ondertekent en het plan is voorzien van zijn naam, burgerservicenummer (BSN), geboortedatum en een dagtekening, kan het plan fungeren als aanvraagformulier voor een individuele voorziening; als dat (mede) de uitkomst is van het gesprek.
Een individuele voorziening in de vorm van een PGB wordt alleen verstrekt indien de aanvrager dit gemotiveerd, aan de hand van een opgesteld plan vraagt. De ouders (en jeugdige) moet motiveren dat het bestaande aanbod van zorg in natura niet passend is. In het plan moet duidelijk worden aangetoond dat de verstrekking van een PGB aantoonbaar leidt tot veilige, betere en effectievere ondersteuning. Ook dient de ondersteuning aantoonbaar doelmatiger te zijn. Larikslaan2 beoordeelt of dit plan voldoet. Door het opstellen van een persoonlijk plan wordt de ouders en jeugdige gestimuleerd na te denken over zijn zorgvraag, deze uit te werken en te concretiseren.
Bij de vaststelling van de tarieven voor dienstverlening wordt een onderscheid gemaakt tussen zorgverlening door professionals in dienst van een instelling, professionals niet in dienst van een instelling en niet professionals (zoals werkstudenten, sociaal netwerk). Het PGB voor dienstverlening door professionals in dienst van een instelling bedraagt 100% van het door het college vast te stellen tarief. Voor dienstverlening door professionals niet in dienst van een instelling (zoals ZZP-ers) wordt uitgegaan van 75% van het vastgestelde tarief omdat deze professionals lagere overheadkosten hebben. Voor de categorie niet professionals hanteert het college een bedrag van 50% van het vastgestelde tarief.
De gemeente keert een “bruto” PGB uit aan het SVB, hierop is geen eigen bijdrage in mindering gebracht.
Wanneer de jeugdhulp die gefinancierd wordt uit het PGB duurder blijkt te zijn dan de hulp in natura, mag het PGB niet op voorhand worden geweigerd. Gemeenten mogen in dit geval ervoor kiezen alleen een budget te verstrekken ter hoogte 100% van het ingekochte ZIN-tarief (zorg in natura). De extra kosten om de jeugdhulp uit het PGB te contracteren, kunnen dan bijbetaald worden door de aanvrager.