Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatie-netwerk in of op openbare gronden (Telecomverordening Leusden 2015). |
Citeertitel | Telecomverordening Leusden 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 | 251083 |
De raad van de gemeente Leusden
gelezen het voorstel van het college van 21 juli 2015, nummer 251083
gelet opartikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149, van de Gemeentewet;
Verordening op de werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatie-netwerk in of op openbare gronden (Telecomverordening Leusden 2015).
In deze verordening wordt verstaan onder:
kabels als bedoeld in artikel 1.1 onder z van de wet.
ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15 van de wet en kabels.
openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1 onder aa van de wet.
aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid van de wet.
degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2 eerste lid van de wet.
melding: melding als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid onder a van de wet.
besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid onder b van de wet.
het gedeelte van een kabel/leiding minder dan 25 m1 in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld in artikel 1.1 onder k van de wet.
Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen
Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder meld achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden digitaal via MOOR.
Artikel 4 Gegevensverstrekking
Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:
een uitvoeringsplan met daarin tenminste opgenomen:
alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen;
Artikel 6 Beslistermijn en aanhouding
Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.
Artikel 7 Voorschriften en beperkingen bij instemming
Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.
Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.
Artikel 9 Overdracht voorzieningen
Indien kabels en beschermingswerken worden overgedragen aan een nieuwe aanbieder draagt deze zorg voor een voldoende, algemene registratie van zijn kabels; melding bij het Klic – Kadaster is verplicht.
Artikel 10 Melding wijziging voorzieningen
De aanbieder stelt het college direct schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.
Artikel 11 Intrekking oude verordening
De Telecommunicatieverordening van 18 mei 1999 wordt ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en de Telecommunicatie-verordening 18 februari 2010 wordt dan ingetrokken.
Toelichting Telecomverordening Leusden 2015
Naast het bovengrondse transport over wegen is het ondergrondse transport economisch ook van levensbelang. De ondergrond van Leusden ligt (over)vol met kabels en leidingen voor het transport van data, elektriciteit, gas, water, e.d. Deze ondergrondse infrastructuur ligt vrijwel geheel in het openbare gebied en zo is de gemeente Leusden hierbij zowel privaatrechtelijk, als eigenaar van de openbare gronden, als publiekrechtelijk, voor veiligheid, ondergrondse ordening e.d. rechtstreeks betrokken.
Het publieke juridisch regime waaronder deze leidingen liggen verschilt als het gaat om kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken of om overige kabels en buizen. De elektronische communicatienetwerken vallen onder het regime van de Telecommunicatiewet, waarop hieronder zal worden ingegaan. De overige kabels en leidingen liggen op basis van de Leidingenverordening Leusden 2015, die het leggen van voorwerpen en het graven in openbare gebieden bindt aan een vergunning van het college. In de Leidingenverordening Leusden 2015 zijn de aspecten van veiligheid en ondergrondse ordening vastgelegd. In het Handboek beleidsregels zijn de technische specificaties voor het leggen, houden en opruimen van kabels/leidingen in gemeentegrond vastgelegd. Voor het leggen van een kabel/leiding is een vergunning nodig van het college en in geval van een kabel ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk diens instemmingsbesluit. Hiervoor wordt de aanvrager leges in rekening gebracht.
1.2 Telecomverordening Leusden 2015
De Telecommunicatiewet (Tw) heeft als strekking regels te stellen in verband met de algehele liberalisering van de openbare elektronische communicatienetwerken ter waarborging van een samenhangende infrastructuur en het bevorderen van de daadwerkelijke mededinging in verband met de algehele liberalisering van de elektronische netwerken en -diensten.
Hoofdstuk 5 van de Tw regelt het gedogen van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken in de openbare gronden van de gemeente volgens het uitgangspunt gedogen om niet, verleggen om niet. Dat wil zeggen dat de gemeente geen precario kan heffen wegens het moeten dulden van deze kabels in gemeentegrond, maar dat daar tegenover staat dat de netwerkaanbieder verplicht is de kabels te verplaatsen, indien dit noodzakelijk is voor de oprichting van een gebouw of de uitvoering van een werk. Deze uitgangspunten golden ook reeds onder de oude Telegraaf- en Telefoonwet uit 1904, toen het Staatsbedrijf der PTT nog enige concessiehouder was.
Naast het gedogen belast de Tw de gemeente ook met de coördinatie van de door aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken uit te voeren werken binnen het grondgebied van de gemeente voor de aanleg en instandhouding van kabels voor deze netwerken. Aan deze coördinatieplicht is inhoud gegeven door een verplichte melding aan het college voordat werkzaamheden starten van de aanleg of instandhouding van telecommunicatiekabels door de aanbieder van elektronische communicatiediensten. Vervolgens dient het college een instemmingsbesluit te nemen, waaraan ten behoeve van de coördinatie van de werkzaamheden voorwaarden kunnen worden verbonden.
Volgens artikel 5.4 lid 4 Tw stelt de gemeenteraad daartoe een verordening vast, die in ieder geval regels bevat inzake:
Bij het opstellen van de Telecommunicatieverordening Leusden 2015 is gebruik gemaakt van de modelverordening van de VNG. Artikel 5.7 Tw regelt de vergoeding van de schade verbandhoudend met de gedoogplicht van de gemeente. In deze verordening behoeft daarom hieraan geen artikel te worden gewijd.
2. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor zover nodig sluiten de begripsomschrijving aan bij de wettelijke omschrijvingen van de Tw. Het Handboek beleidsregels bevat voorschriften zowel over de ruimtelijke indeling als de technische voorschriften, over het leggen van kabels en leidingen in de ondergrond. Het Handboek wordt vastgesteld door het college als zijnde beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden
Het college heeft afdeling Dienstverlening gemandateerd voor de uitvoering van de Telecommunicatiewet en –Verordening. Voor de vereenvoudigde melding, bedoeld in lid 4, is digitale aangifte via MOOR noodzakelijk. De melding van werkzaamheden dient vier weken voor aanvang te geschieden. Hierbij wordt aangesloten bij artikel 6 eerste lid van de verordening en artikel 5.3, vierde lid Tw dat bepaalt dat het instemmingsbesluit dient te worden genomen uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding. Dit is in overeenstemming met de termijn genoemd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Lid 1 van dit artikel geeft aan dat de melding dient te geschieden digitaal via MOOR. Alle gevraagde gegevens strekken tot het invullen van de gemeentelijke coördinatieplicht volgens de Telecommunicatiewet. Lid 2 wijst de aanbieder op de mogelijkheid vooraf over bijvoorbeeld het tracé vooroverleg met de gemeente te voeren. Tevens kan in dit overleg aan de orde komen het medegebruik van voorzieningen als bedoeld in artikel 8. Lid 4 van dit artikel opent de mogelijkheid van een vereenvoudigde melding, indien het betreft een huisaansluiting, een reparatie of het aanbrengen van kabels in reeds aangelegde voorzieningen. Dan kan worden volstaan met de vereenvoudigde melding via MOOR. De gemeente houdt door deze melding inzicht in de werkzaamheden in en op de straat.
Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen
In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 Tw voldaan. In dit geval kan worden volstaan met een melding digitaal via MOOR. Artikel 5.6, lid 5 Tw geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is.
Artikel 4 Wijze van melding werkzaamheden
Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.
Artikel 5 Aanvullende verplichting
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 6 Beslissingstermijn en samenloop
Zoals reeds vermeld bij artikel 2 lid 1 is in overeenstemming met de Awb de beslissingstermijn gesteld op vier weken. Hiervan kan het college gemotiveerd afwijken. Lid 2 regelt het geval dat een te geven instemmingsbesluit samenhang heeft met een te verlenen bouwvergunning en/of kapvergunning. Artikel 7 Voorschriften en beperkingen bij instemming
Lid 1 bepaalt dat de werkzaamheden moeten starten binnen drie maanden na afgifte van het instemmingsbesluit en worden voltooid binnen drie maanden na deze start. Wordt hieraan niet voldaan, dan vervalt het instemmingsbesluit. Lid 2 geeft aan welke voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit kunnen worden verbonden. Het gaat in hoofdzaak om belangen van de openbare orde, het beheer en onderhoud en de bestemmingen van de openbare gronden, verkeersbelangen, medegebruik van voorzieningen en afstemming met andere werken. Verder dienen bij de aanleg van de telecommunicatievoorzieningen de voorschriften van het reeds genoemde Handboek Kabels en Leidingen in acht te worden genomen. Lid 3 en 4 hebben betrekking op het geval dat binnen vijf jaar na groot onderhoud of herinrichting van een openbaar gebied dan wel in een bijzondere bestrating (sierbestrating) een aanbieder opnieuw kabelwerkzaamheden wenst uit te voeren. Er kunnen dan bijzondere voorwaarden worden gesteld aan het herstel van de straat. Het leggen van een telecommunicatiekabel heeft altijd tot gevolg dat de weg of het openbaar groen wordt beschadigd. De veroorzaker dient deze schade te (laten) herstellen.
Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Artikel 5.2 lid 7 Tw bepaalt zoals eerder aangegeven in de inleiding, dat de gemeenteraad bij verordening in ieder geval regels vaststelt o.a. omtrent het medegebruik van voorzieningen. Dit artikel is verder in de Tw niet uitgewerkt. Wel bepaalt artikel 5.12 Tw nog dat aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken over en weer verplicht zijn te voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik, maar dit artikel handelt over de verhouding tussen de aanbieders, waar de gemeente buiten staat.
In lid 1 van artikel 8 is als algemeen uitgangspunt gehanteerd dat zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van reeds aangelegde voorzieningen, hetzij door andere aanbieders hetzij door of vanwege de gemeente. Om dit uitgangspunt handen en voeten te geven is in lid 2 bepaald dat tijdens het in artikel 2 lid 2 van de verordening aangegeven mogelijkheid tot vooroverleg met de gemeente het onderwerp ‘gebruik maken van reeds aanwezige voorzieningen’ uitdrukkelijk ter sprake dient te komen. Ook kan van de zijde van de gemeente naar aanleiding van een melding vooroverleg worden geëntameerd. Lid 3 bepaalt dat een redelijk aanbod om gebruik te maken van al aangelegde voorzieningen niet geweigerd kan worden. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.
Lid 4 bepaalt dat als de ondergrond geen ruimte biedt een kabel volgens het vastgestelde standaardprofiel van het Handboek Kabels en Leidingen te leggen de aanbieder een alternatief tracé krijgt aangeboden dan wel gebruik moet maken van genoemd artikel 5.12 Tw. Een verplichting tot medegebruik of tot het kiezen van een alternatief tracé zal worden opgenomen in het instemmingsbesluit. Dit instemmingsbesluit is een beschikking in de zin van de Awb. Tegen dit besluit kan bezwaar worden ingesteld bij de gemeente. Vervolgens kan tegen de beslissing op bezwaar beroep worden ingesteld bij de rechter. De rechter zal dus het laatste woord hebben of een medegebruik terecht is voorgeschreven.
Artikelen 9 en 10 Overdracht voorzieningen en melding wijziging voorzieningen
In zijn algemeenheid geldt dat de werking van het instemmingsbesluit eindigt zodra de werkzaamheden waarvoor instemming is gevraagd, zijn beëindigd. Dit betekent dat het college geen verplichtingen op basis van het instemmingsbesluit aan de aanbieder kan opleggen nadat deze zijn werkzaamheden heeft beëindigd. Echter het instemmingsbesluit dient voor de nuts bedrijven zelf up-to-date te houden van de in het openbaar gebied liggende kabels (en de beheerders/eigenaren daarvan). Om deze reden zijn de artikelen 9 en 10 in de verordening opgenomen. Op grond van het nog in werking te treden artikel 5 lid 2b van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, verstrekt de dienst (het Kadaster) op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie voor zover deze noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak. Dan voorziet deze wet in de informatiebehoefte van de gemeente over de in het openbaar gebied liggende telecomkabels en kan artikel 9 van deze verordening vervallen.