Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Sittard-Geleen 2016 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting Sittard-Geleen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
artikel 226 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regelgeving | 12-11-2015 Gemeenteblad, Jaargang 2015, Nr. 117571 dd 10 december 2015 | 2015/084 |
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het jaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor het jaar verschuldigde belasting als er in het jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het jaar vermindert, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor het jaar verschuldigde belasting als er in het jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. Het verzoek wordt ingediend bij de aangifte dan wel binnen zes weken na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, letter b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 2 gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag van deze aanslag, meer is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later;
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.