Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dongeradeel

Parkeerverordening Dongeradeel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dongeradeel
Officiële naam regelingParkeerverordening Dongeradeel
CiteertitelParkeerverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Besluit aanwijzing plaats, tijdstip en wijze waarop tegen betaling belasting mag worden geparkeerd.

Nadere regels voor de verlening van parkeervergunningen en RVV-ontheffingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-12-200420-06-2013nieuwe regeling

11-11-2004

Nieuwe Dockumer Courant, 8 december 2004

103/'04

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening Dongeradeel

De raad der gemeente Dongeradeel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2004, no. 103/'04;

gelet, op de bepalingen van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wegenverkeerswet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

PARKEERVERORDENING DONGERADEEL

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 RVV 1990 (Stb. 459);

  • 2.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • 3.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • 4.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • 5.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur.

  • 6.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die

    • a.

      is aangeduid met het bord E9 en/of P1 uit bijlage I van het RVV 1990 of

    • b.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met het bord E10(E9) en/of E10(P1) uit bijlage I van het RVV 1990, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd.

  • 7.

    vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen en/of belanghebbendenplaatsen;

  • 8.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

    Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

Artikel 2 Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend verzoek een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen.

  • 2. Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig [voertuig] wanneer deze:

    • a.

      woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn, dan wel

    • b.

      een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig [voertuig] te parkeren.

    • c.

      beroeps- of bedrijfsmatig werkzaamheden uitvoert in een gebied, waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is regelmatig in dat gebied een motorvoertuig te parkeren

  • 3. De eigenaar of houder van een motorvoertuig [voertuig] die voldoet aan de in het tweede lid, sub a en b, gestelde voorwaarden wordt, voor wat betreft de eerste aangevraagde vergunning, geacht te beantwoorden aan de onder a genoemde voorwaarde.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen [voertuigen] die niet voldoen aan één van de in het tweede lid genoemde voorwaarden.

  • 5. Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 4

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede lid genoemde termijn verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld, met vermelding van de termijn waarbinnen beslist wordt.

  • 4. Een besluit tot afwijzing van een aanvraag is met redenen omkleed. De aanvrager wordt van deze afwijzing schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5

  • 1. Een vergunning wordt voor ten hoogste 1 jaar verleend.

  • 2. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      de naam van de vergunninghouder en het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 6

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • c.

      wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

    • d.

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

    • f.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      om redenen van openbaar belang.

  • 2. Een besluit tot het intrekken of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.

    Verbodsbepalingen

Artikel 7 Verbodsbepalingen

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig [voertuig] te plaatsen of te laten staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een belanghebbendenplaats.

  • 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 9

  • 1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig [voertuig] te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig [voertuig] duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

    Straf- overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10 Straf- overgangs- en slotbepalingen

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 11

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders bij openbaar besluit bekend te maken datum.

  • 2. De verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen van 31 augustus 1995 wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Parkeerverordening".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de

raad der gemeente Dongeradeel van 11 november 2004

griffier

voorzitter