Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van uitstallingen |
Citeertitel | Algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van uitstallingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
regeling is bekend gemaakt in VIAMaastricht d.d. 28 september 2017
APV, artikel 2.1.5.1, lid 2 sub h
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-09-2017 | nummer 4; hernummering nummers 4 tot en met 12 tot 5 tot en met 13 | 19-09-2017 | |||
01-01-2016 | 29-09-2017 | Nieuwe regeling | 10-11-2015 Gemeenteblad 2015, 122531 | Onbekend |
Op grond van artikel 2.1.5.1., lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Maastricht 2006 (APV) is het verboden voorwerpen of stoffen op, aan of boven de openbare weg te plaatsen zonder een vergunning van het college respectievelijk de burgemeester (indien het een gebruik als terras betreft). Hiertoe behoort onder meer het plaatsen van uitstallingen.
Onder een uitstalling wordt verstaan: een verplaatsbaar en niet permanent verankerd object op, aan of boven de weg, geplaatst voor c.q. in de onmiddellijke nabijheid van een pand, dat tot doel heeft om de aandacht te vestigen op de ter plaatse gevestigde onderneming en/of gericht is op het maken van reclame voor deze onderneming danwel dat wordt geplaatst ter verfraaiing van het pand, en waarbij geen sprake is van een standplaats of een onderdeel van een terras.
Op basis van artikel 2.1.5.1., lid 2 sub h APV heeft het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester de bevoegdheid om gevallen aan te wijzen waarvoor het bovenbedoelde verbod niet geldt, mits de door het college respectievelijk de burgemeester te stellen algemene regels worden nageleefd.
Dit past in het streven van de overheid om te dereguleren en daar waar mogelijk een vergunningplicht om te zetten in algemene regels. Concreet betekent dit dat er geen vergunning meer nodig is wanneer de voorwerpen of stoffen die op, aan of boven de openbare weg worden geplaatst passen binnen de opgestelde algemene regels. Uitgangspunt is daarbij wel dat het hoge kwaliteitsniveau van de binnenstad wordt gegarandeerd.
Uiteraard is een ieder zelf verantwoordelijk voor het correct en veilig plaatsen van die voorwerpen of stoffen. Eventuele schade die uit de plaatsing daarvan zou voortvloeien is voor eigen risico en rekening.
Door vaststelling van deze algemene regels vormen van uitstallingen aan te wijzen waarvoor de vergunningsplicht als bedoeld in artikel 2.1.5.1. lid 1 APV niet geldt, en de voorwaarden vast te stellen waaraan deze vormen van uitstallingen dienen te voldoen.
Algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van uitstallingen
Hierbij wijst het college op grond van het bepaalde in artikel 2.1.5.1., lid 2 sub h APV, de plaatsing van uitstallingen binnen de voorwaarden zoals opgesteld in het basisbeleid aan als uitstallingen waarvoor de vergunningsplicht als bedoeld in artikel 2.1.5.1. lid 1 APV niet geldt. In dat geval dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Voor alle uitstallingen gelden de volgende voorwaarden:
In straten waar een zogenaamde voorzieningenstrook aanwezig is dienen uitstallingen in deze strook geplaatst te worden. Voorzieningenstroken zijn bedoeld voor monumentale laanbeplanting, fietsenstallingen, uitstallingen, terrassen en parkeerplaatsen voor auto’s. Uitstallingen in de voorzieningenstrook mogen alleen geplaatst worden wanneer zij parkerende voertuigen niet hinderen. (Momenteel de straten Wijckerbrugstraat, Rechtstraat (aan de Maaszijde), het gedeelte van de Stationstraat tussen de Lage Barakken en de Wilhelminasingel, en de Noordzijde van de Hoenderstraat.)
Deze algemene regels treden in werking op 1 januari 2016.