Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraafplaats : de algemene begraafplaats te Jistrum;
- b.
eigen graf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor
een periode van 30 jaar, eventueel te verlengen met perioden van 10
jaar tot maximaal 60 jaar, een natuurlijk of rechtspersoon het
uitsluitend recht is verleend tot:
- -
het doen begraven en begraven houden van stoffelijke
resten;
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of
zonder urnen;
- -
het doen verstrooien van as;
- c.
kindergraf : als bedoeld onder b. bedoeld voor lijken/stoffelijke
resten van personen beneden de leeftijd van 12 jaar.
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de
begraafplaats, en voor het door de gemeente verlenen of doen verlenen van
diensten in verband met de begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve
van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen,
werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Vrijstellingen
De rechten worden niet geheven:
- a.
voor het herbegraven van een lijk in hetzelfde graf waaruit de door
het openbaar gezag bevolen opgraving plaatsvindt;
- b.
voor het begraven van lijkjes van kinderen, die, beneden de leeftijd
van drie maanden overlijden, in een kist met hun moeder worden
begraven;
- c.
voor het begraven van doodgeboren of binnen drie maanden na de
geboorte overleden twee- of meerlingen, mits dit in dezelfde kist
geschiedt, wordt het tarief geldende voor een kind geheven.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Belastingjaar
- 1.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het
belastingtijdvak gelijk aan het belasting/kalenderjaar.
- 2.
Met betrekking tot de rechten genoemd onder Nr. 5 van de tarieventabel
is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt
afgekocht.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
De onderhoudsrechten, bedoeld onder Nr. 4 van de tarieventabel, worden
geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit
een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
- 2.
Andere rechten als die bedoeld in van de tarieventabel worden geheven
door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde
bedrag is vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de
jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de
jaarlijks verschuldigde rechten
- 1.
De onderhoudsrechten, als bedoeld onder Nr. 4 van de tarieventabel zijn
verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later
is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt
zijn de rechten bedoeld onder Nr. 4 van de tarieventabel verschuldigd
met ingang van het nieuwe belastingtijdvak en voor het laatst over het
belastingtijdvak waarin het onderhoud eindigt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten als die bedoeld onder Nr. 4 van de tarieventabel zijn
verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het
gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
De rechten bedoeld onder de nrs. 1 t/m 7 van de tarieventabel moeten
worden betaald bij afgifte of wederafgifte van de grafakte of nadat
gevraagde handelingen zijn verricht en vergunningen zijn verstrekt en
binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de
schriftelijke kennisgeving.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval de gemeente is
gemachtigd tot automatische incasso dat de aanslag onderhoudsrechten als
bedoeld onder Nr. 4 van de tarieventabel wordt afschreven op of rond de
vervaldatum.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten voor het
gebruik van de algemene begraafplaats te Jistrum 2015” als mede de
bijbehorende tarieventabel, vastgesteld in de raadsvergadering d.d. 18
december 2014, worden ingetrokken met ingang van de artikel 14 lid 2
genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van
toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na
die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 3.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening
begrafenisrechten 2016”.