Regeling functioneringsgesprekken gemeente Drimmelen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

• -

  Functie:

  Het totaal van de door de medewerker, krachtens de hem door of namens de gemeentesecretaris gestelde taak, te verrichten werkzaamheden;

• -

  Functievervulling:

  Het totaal van prestaties en gedragingen van de medewerker tijdens de uitoefening van zijn functie;

• -

  Functioneringsgesprek:

  Het gesprek tussen het afdelingshoofd en de medewerker, aan de hand van een functioneringsformulier over alle aspecten die van invloed zijn op het functioneren van de medewerker;

• -

  Personeelsconsulent:

  Een consulent van de afdeling Personeel en Organisatie, die behulpzaam is bij een juiste interpretatie en hantering van deze regeling en die afdelingshoofden en medewerker ter zijde staat en van advies dient;

• -

  Medewerker:

  De medewerker werkzaam binnen de gemeente Drimmelen, uitgezonderd de gemeentesecretaris

Artikel 2 Doel van een functioneringsgesprek

• 1.

  Functioneringsgesprekken zijn gericht op het optimaliseren van het functioneren van de medewerker en als gevolg daarvan op een goede kwaliteit van de dienstverlening van de gemeentelijke organisatie, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de individuele wensen van de medewerker in samenhang met de organisatie doelen.

• 2.

  Functioneringsgesprekken kunnen leiden tot het maken van afspraken met betrekking tot het functioneren van de individuele medewerker en van de gemeentelijke organisatie.

Artikel 3 Kenmerken van een functioneringsgesprek

De kenmerken van een functioneringsgesprek zijn:

• a.

  de toekomstgerichtheid;

• b.

  de gelijkwaardige inbreng van gesprekspartners en het tweezijdig karakter ervan;

• c.

  het ontbreken van rechtstreekse rechtspositionele consequenties.

Artikel 4 Frequentie waarmee functioneringsgesprekken worden gevoerd

• 1.

  Met medewerkers wordt ten minste eenmaal per jaar een functioneringsgesprek gevoerd.

• 2.

  Met nieuwe medewerkers wordt na drie maanden en na zes maanden na hun aanstelling of hun indiensttreding een functioneringsgesprek gevoerd. Het aanvaarden van een nieuwe functie wordt met een aanstelling gelijkgesteld.

• 3.

  Overigens vindt er ook een functioneringsgesprek plaats op momenten dat het afdelingshoofd en/of medewerker dat nodig acht(en).

Artikel 5 Procedure functioneringsgesprek

• 1.

  Tussen de medewerker en het afdelingshoofd wordt ten minste twee weken van te voren, het tijdstip van het functioneringsgesprek afgesproken.

• 2.

  Tijdens het functioneringsgesprek komen behalve standaard gespreksonderwerpen, die zijn vermeld op het functioneringsformulier, ook gespreksonderwerpen aan de orde die de medewerker en/of afdelingshoofd hebben ingebracht. Bovendien worden de tijdens het vorige functioneringsgesprek gemaakte afspraken geëvalueerd. Een week voor het functioneringsgesprek worden de concrete gespreksonderwerpen uitgewisseld en stelt het afdelingshoofd een agenda op.

• 3.

  Het afdelingshoofd legt de conclusies en afspraken uit het functioneringsgesprek vast op het functioneringsformulier. Het formulier wordt gedateerd en zowel door de medewerker als door het afdelingshoofd ondertekend. Het formulier wordt vervolgens door het afdelingshoofd naar het hoofd van de afdeling Personeel en Organisatie verzonden, ter verwerking in de personeelsadministratie en ter opberging in het personeelsdossier van de medewerker.

• 4.

  Het personeelsdossier is alleen toegankelijk voor de medewerker, het afdelingshoofd, betreffend sectorhoofd, gemeentesecretaris en medewerkers van de afdeling P&O;

• 5.

  Het afdelingshoofd verstrekt aan de medewerker een kopie van het gedateerde en ondertekende formulier.

• 6.

  Niet nagekomen of niet na te komen afspraken worden aan de gemeentesecretaris gerapporteerd.

Artikel 6 Gespreksonderwerpen

Tijdens het functioneringsgesprek met een medewerker komen ten minste de volgende onderwerpen aan de orde:

• a.

  de afspraken en resultaten vorig gesprek;

• b.

  de functie-inhoud en functievervulling;

• c.

  de werksfeer en de werkomstandigheden;

• d.

  de toekomstverwachtingen;

• e.

  het functioneren van het afdelingshoofd in relatie tot de medewerker.

Artikel 7 Deelnemers gesprek

• 1.

  Het functioneringsgesprek wordt gevoerd door het afdelingshoofd en de medewerker.

• 2.

  Desgewenst bestaat de mogelijkheid dat het sectorhoofd en/of personeelsconsulent aan het gesprek deelnemen.

• 3.

  Bij het functioneringsgesprek met de medewerker buitendienst mag de opzichter deelnemen als zowel de buitendienstmedewerker als het afdelingshoofd hiermee instemmen.

• 4.

  Indien het een functioneringsgesprek betreft met een afdelingshoofd c.q. sectorhoofd dient voor afdelingshoofd te worden gelezen sectorhoofd dan wel gemeentesecretaris. In plaats van medewerker wordt gelezen afdelingshoofd of sectorhoofd.