Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel persoonlijke ondersteuning en voorzieningen 2015 |
Citeertitel | Beleidsregel persoonlijke ondersteuning en voorzieningen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Bij besluit van 5 oktober 2017 vervallen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-07-2017 | Nieuwe regeling | 30-06-2015 | Onbekend. |
Artikel 1 Doel van de inzet van persoonlijke ondersteuning en voorzieningen
Persoonlijke ondersteuning heeft tot doel dat een werknemer wordt begeleid naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding via een dergelijke voorziening bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn. Het college kan daarom aan de duur van de persoonlijke ondersteuning een maximum verbinden. De persoonlijke ondersteuning wordt afgestemd op de begeleidingsbehoefte.
Onder begeleidingsbehoefte verstaan we de aard, duur en intensiteit van de begeleiding die de belanghebbende nodig heeft om in een baan te kunnen functioneren. De begeleiding moet ervoor zorgen dat de uitvoering van het werk zo zelfstandig en productief mogelijk gebeurt. Dit gaat verder dan de normale inwerkperiode. Het gaat om systematische begeleiding, die nodig is om iemand goed en duurzaam in het werk te laten functioneren. De voorziening persoonlijke ondersteuning is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat van een reguliere werkgever niet mag worden verwacht dat hij/zij deze mensen in dienst neemt. Concreet gaat het dan om personen die tot de doelgroep loonkostensubsidie behoren en/of personen met een structurele functionele beperking, waar ook kwetsbare jongeren toe kunnen behoren.
Daarnaast kan het college aan de persoon, behorend tot de doelgroep, die arbeid in dienstbetrekking verricht of gaat verrichten of arbeid op een proefplaats verricht of gaat verrichten, voorzieningen toekennen die strekken tot behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid, het volgen van scholing of opleiding.
Het college beoordeelt in het individuele geval of een jobcoach nodig is, welk begeleidingsregime daarbij past en stemt met de werkgever en werknemer de wijze van jobcoaching af
Er zijn twee begeleidingsniveau’s, die kunnen worden toegekend, licht en midden. Het lichte regime betekent een bijdrage van maximaal € 2700 in het 1e jaar en maximaal € 1400 in het 2de jaar. Het middenregime betekent een bijdrage van maximaal € 4700 in het 1e jaar en maximaal € 2700 in het 2de jaar. In een eventueel derde jaar geldt een bijdrage van maximaal € 1400. Deze bedragen zijn afgestemd op een arbeidsovereenkomst van minimaal 24 uur.
Artikel 4 Manieren inzet jobcoach
Er zijn verschillende manieren waarop jobcoaching kan worden ingezet:
De jobcoachorganisatie waar de jobcoach in dienst is dient te voldoen aan het erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning van het UWV. Op dit moment is het erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning 2012 van toepassing. De jobcoachorganisatie dient door middel van een bewijsstuk aan te tonen dat de jobcoachorganisatie door het UWV erkend is als jobcoachorganisatie op basis van dit erkenningskader.
De taken van een Jobcoach zijn, afhankelijk van de opdrachtverstrekking:
Het betreft personen behorend tot de doelgroep van de Participatiewet waarbij sprake is van een structurele functionele beperking: de voorziening moet vanwege de handicap nodig zijn om arbeid te kunnen verrichten.
Iedereen die in loondienst werkt en/of een uitkering van het UWV heeft en daarnaast een uitkering op basis van de Participatiewet ontvangt, is uitgesloten van deze voorziening. Zij vallen voor deze voorzieningen onder het UWV.