Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente.
- b.
commissie: de adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de
Algemene wet bestuursrecht.
- c.
gemeente: gemeente Cromstrijen
- d.
Serviceorganisatie: de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid
van het openbaar lichaam Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland
Zuid.
Artikel 2 Behandeling door commissie
- 1.
Het college stelt bij deze regeling een commissie in ter
voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het
college.
- 2.
De commissie is uitsluitend bevoegd te adviseren ten aanzien van
bezwaarschriften tegen besluiten die zijn genomen op basis van de
Jeugdwet.
Artikel 3 Inschakeling commissie
- 1.
De commissie brengt, met uitzondering van de in het volgende lid
genoemde gevallen, in alle situaties waarin bezwaar is aangetekend
tegen een besluit een advies uit.
- 2.
De commissie brengt geen advies uit en wordt niet ingeschakeld
indien:
- a.
het bezwaarschrift voorafgaand aan de behandeling in de
commissie wordt ingetrokken;
- b.
het bezwaar kennelijk niet ontvankelijk is;
- c.
het bezwaar kennelijk gegrond dan wel kennelijk ongegrond
is.
- 3.
In afwijking van de vorige leden kan de Serviceorganisatie, na
raadpleging van de gemeenten die deelnemen in de Serviceorganisatie,
bepalen voor welke type bezwaren het ambtelijk horen van toepassing
is.
Artikel 4 Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee
leden.
- 2.
Het Dagelijks Bestuur van het Openbaar lichaam Dienst Gezondheid
& Jeugd Zuid-Holland Zuid benoemt, schorst en ontslaat de
voorzitter en de leden.
- 3.
De voorzitter en leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam
zijn onder de verantwoordelijkheid van één van de gemeenten die
deelneemt in de Serviceorganisatie.
- 4.
De burgemeester, de leden van het college van burgemeester en
wethouders en de raadsleden van de gemeenten die deelnemen in het
Openbaar lichaam Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid'
kunnen geen voorzitter of lid zijn van de commissie.
- 5.
De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een lid.
Artikel 5 Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van
maximaal vier jaar.
- 2.
De voorzitter en de leden kunnen worden herbenoemd, met dien
verstande dat de totale zittingsduur niet langer mag zijn dan acht
jaar.
- 3.
De Serviceorganisatie stelt, gehoord de commissie, een rooster van
aftreden op met inachtneming van de vorige leden.
- 4.
De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen.
- 5.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden blijven hun
functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 6 Ondersteuning
- 1.
De Serviceorganisatie wijst een secretaris aan die de commissie
ondersteunt bij haar werkzaamheden administratief, logistiek en
juridisch.
- 2.
De Serviceorganisatie wijst tevens een of meer plaatsvervangers van
de secretaris aan.
Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift
- 1.
De belanghebbende krijgt een schriftelijke bevestiging van de
ontvangst van het bezwaarschrift.
- 2.
De Serviceorganisatie behandelt het bezwaarschrift voor de
ambtelijke advisering. Onder de ambtelijke advisering wordt mede
begrepen het in voorkomende gevallen opstellen van een
verweerschrift ten behoeve van de advisering door de commissie.
Artikel 8 Verweerschrift
- 1.
De Serviceorganisatie zendt het verweerschrift aan de
belanghebbenden toe en biedt daarbij de belanghebbenden de
gelegenheid het bezwaar toe te lichten tijdens een hoorzitting.
- 2.
De Serviceorganisatie stelt het bezwaarschrift, het verweerschrift
en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken in beginsel
twee weken voorafgaand aan de hoorzitting in handen van de
commissie.
- 3.
Het bepaalde in het voorgaande lid geldt niet in de gevallen waarin
toepassing wordt gegeven aan artikel 3, tweede lid.
Artikel 9 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet
bestuursrecht worden voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door
de voorzitter:
- a.
- b.
artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de commissie;
- c.
- d.
Artikel 10 Vooronderzoek
- 1.
Indien één of meer belanghebbenden gebruik maken van de gelegenheid
te worden gehoord is de voorzitter bevoegd:
- a.
rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te
laten inwinnen
- b.
uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij
deskundigen advies of inlichtingen in te winnen en hen zo
nodig uit te nodigen daartoe op de hoorzitting te
verschijnen.
- 2.
Indien aan het gebruik maken van de bevoegdheid als bedoeld in het
eerste lid kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van de
Serviceorganisatie vereist.
Artikel 11 Hoorzitting
- 1.
De voorzitter bepaalt de plaats en tijdstip van de zitting waarin de
belanghebbenden en de Serviceorganisatie in de gelegenheid worden
gesteld zich door de commissie te laten horen.
- 2.
De belanghebbenden en de Serviceorganisatie worden hiertoe ten
minste twee weken voor de zitting schriftelijk uitgenodigd.
- 3.
Binnen vijf werkdagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of
de Serviceorganisatie onder opgaaf van redenen de voorzitter
verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 4.
De voorzitter deelt de beslissing op het verzoek als genoemd in het
derde lid uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting
mee.
- 5.
De voorzitter kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de
termijnen die genoemd zijn in het tweede tot en met het vierde
lid.
- 6.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de
Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 12 Quorum
- 1.
Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de voorzitter of
diens plaatsvervanger en ten minste één lid aanwezig zijn.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan, in door de commissie te bepalen
gevallen of in gevallen waar onverwijlde spoed dit vereist, het
horen geschieden door één lid of de voorzitter.
- 3.
Het lid van de commissie dat niet deelneemt aan de behandeling van
het bezwaarschrift in de situatie als bedoeld in artikel 13, telt
niet mee voor de bepaling van het vereiste aantal leden.
Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en een of meer leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan
zijn.
Artikel 14 Openbaarheid zitting
De hoorzitting van de commissie is niet openbaar.
Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als genoemd in artikel 7:7 van de Algemene wet
bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen en hun
hoedanigheid.
- 2.
Het verslag is een zakelijke vermelding van wat over en weer is
gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden, niet in
elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan
melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden,
die aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
De voorzitter en de secretaris als genoemd in artikel 6 ondertekenen
het verslag.
- 6.
Het verslag wordt samen met de beslissing op bezwaar toegezonden aan
de belanghebbende.
Artikel 16 Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te
brengen advies.
- 3
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 4
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien
die minderheid dat verlangt.
- 5.
Het advies van de commissie is gemotiveerd en omvat een voorstel
voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
- 6.
De voorzitter en de secretaris als genoemd in artikel 6 ondertekenen
het advies.
Artikel 17 Nader verweerschrift
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt
opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de
voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van één van de leden
van de commissie om een nader verweerschrift aan de
Serviceorganisatie verzoeken.
- 2.
De secretaris als genoemd in artikel 6 zendt het nader
verweerschrift toe aan de voorzitter en de leden van de commissie,
de Serviceorganisatie en de belanghebbenden.
- 3.
De leden van de commissie, de Serviceorganisatie en de
belanghebbenden kunnen binnen één week na verzending van het nader
verweerschrift verzoeken aan de voorzitter van de commissie een
verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De
voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze regeling, die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 18 Uitbrengen advies aan het college
- 1.
De commissie brengt het advies, onder medezending van het verslag
als bedoeld in artikel 15, uit aan het college.
- 2.
Het advies wordt gelijktijdig met de beslissing op bezwaar aan de
belanghebbenden ter kennis gebracht.
Artikel 19 Vergoeding
De Serviceorganisatie stelt de vergoeding van de voorzitter en de leden van
de commissie vast.
Artikel 20 Jaarverslag
- 1.
Het secretariaat van de commissie en haar kamers registreert de
ingediende bezwaarschriften en de daarop genomen beslissingen.
- 2.
Jaarlijks brengt de commissie een jaarverslag uit. Dit verslag wordt
in ieder geval ter kennis gebracht van het college.
- 3.
Het jaarverslag bevat in ieder geval een overzicht van het aantal
bezwaarschriften dat zij ter advisering heeft ontvangen, het aantal
inhoudelijke adviezen dat zij heeft uitgebracht en de doorlooptijden
van de advisering van de commissie.
Artikel 21 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016.
Artikel 22 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Regeling adviescommissie
bezwaarschriften Jeugdwet gemeente Cromstrijen