Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015, zoals vastgesteld op 25 november 2014 door de raad van Stichtse Vecht.
Gemeentewet, art. 224
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2015 | 23-12-2016 | Nieuwe regeling | 16-12-2015 Gemeenteblad, | SV192N |
De raad van de gemeente Stichtse Vecht,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;
gehoord de commissie bestuur en financiën van 24 november 2015;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2016
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
In afwijking van het eerste lid wordt voor het overnachten in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vast standplaatsen, in vakantieonderkomens en in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten de belasting geheven per vaste standplaats, per vakantieonderkomen of per niet-beroepsmatig verhuurde ruimte.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien (10) zal of heeft belopen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
De belastingplichtige die niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij het college van burgemeester en wethouders een verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Artikel 13 Administratieve verplichtingen en nachtverblijfregister
Belastingplichtige mag gebruik maken van een andere administratie of administratievorm dan het in het tweede lid genoemde nachtverblijfregister indien deze administratie of administratievorm tenminste gelijkluidende gegevens bevat en een administratieve controle op de verblijfsadministratie mogelijk maakt.
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De ‘Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015’ van 25 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening toeristenbelasting 2016’.