Nummer: 05-11-15/6E
De raad der gemeente Hellevoetsluis :
gehoord de voorbereidende raadsvergadering;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september
2015,nummer: 05-11-15/6;
gelet op artikel 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de
Gemeentewet:
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van havengeld
en overslagrecht 2016.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
haven : de Haaven, het Groote Dok (gemeentelijk gedeelte), het deel
van het Kanaal door Voorne dat gelegen is ten zuiden van de
Burgemeester Aarsebrug, de Tramhaven en de Koopvaardijhaven;
- b.
laad- en losplaats : een door het college van burgemeester en
wethouders aangewezen plaats aan de beschoeiing van de haven waar
geladen en gelost mag worden;
- c.
vaartuig : elk vaar- of drijftuig, dat wordt gebezigd dan wel
bestemd en/of geschikt is voor het vervoer te water van personen
en/of goederen of voor het dragen en/of vervoeren van al dan niet
met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;
- d.
bedrijfsvaartuigen : vaartuigen die worden gebezigd of in hoofdzaak
zijn bestemd voor het vervoer van stoffen en/of goederen benevens
werkvaartuigen, zoals baggerwerktuigen, zandzuigers en
kraanschepen;
- e.
charter- en
passagiersschepen : bedrijfsvaartuigen die worden gebezigd voor het
vervoer van personen, voor zover deze vaartuigen als zodanig in
actieve dienst gebruikt worden en waarvoor geldige door de bevoegde
instanties wettelijk vereiste vergunningen zijn verstrekt;
- f.
lengte : de afstand van de voorkant van het voorste tot de
achterkant van het achterste vaste deel van de romp, zoals blijkt
uit de bij het vaartuig horende meetbrief;
- g.
meetbrief : het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van
het Wetboek van koophandel, juncto het besluit van 24 oktober 1983,
Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);
- h.
ton : een massa van 1.000 kilogram;
- i.
etmaal : de periode van 16.00 uur tot 16.00 uur van de dag
daaropvolgend.
Artikel 2 Belastbaar feit
- 1.
Onder de naam havengeld wordt een recht geheven ter zake van het met een
vaartuig gebruik maken van de haven overeenkomstig de bestemming
daarvan.
- 2.
Onder de naam overslagrecht wordt een recht geheven wegens het
overladen, daaronder begrepen het laden en lossen, van goederen op een
laad- en losplaats overeenkomstig de bestemming daarvan.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig voor het havengeld is de schipper, de reder, de
eigenaar, de gebruiker van het vaartuig of degene die als
vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
- 2.
Belastingplichtig voor het overslagrecht is degene voor wiens rekening
het overladen van goederen geschiedt, dan wel degene die gebruik maakt
van de laad- of losplaats of degene ten behoeve van wie gebruik wordt
gemaakt van de laad- of losplaats.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
- 1.
Het havengeld wordt geheven naar de lengte van het vaartuig, uitgedrukt
in meters.
- 2.
Het overslagrecht wordt geheven naar de omvang uitgedrukt in kubieke
meters, dan wel naar het gewicht uitgedrukt in tonnen, al naar gelang
hetgeen voor de betreffende goederen gebruikelijk is.
Artikel 5 Tarief
- 1.
Het havengeld en het overslagrecht worden geheven naar de tarieven die
zijn opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel, met
inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen
en van het in de volgende leden bepaalde.
- 2.
Voor de toepassing van de tarieven:
- a.
wordt een gedeelte van een eenheid van tijdsduur, massa, omvang
of lengte voor een volle eenheid gerekend;
- b.
wordt de maatstaf ambtshalve vastgesteld, indien de meetbrief
niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet
vermeldt, of ontbreekt.
Artikel 6 Verschuldigdheid
- 1.
Het havengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven aanvangt.
Indien het bezoek voortduurt na afloop van de termijn waarvoor havengeld
werd geheven, is opnieuw havengeld verschuldigd.
- 2.
Het overslagrecht is verschuldigd zodra het overladen van goederen
aanvangt.
Artikel 7 Vrijstellingen
Het havengeld wordt niet geheven voor het gebruik van de haven met:
- a.
vaartuigen welke de haven passeren, uitsluitend om gebruik te kunnen
maken van de eerste gelegenheid van bediening van brug of
sluis;
- b.
rijks-, provinciale- en gemeentevaartuigen, voorzover deze in
actieve dienst gebruikt worden ten behoeve van de betreffende
instanties;
- c.
een vaartuig waarmee werkzaamheden worden verricht ten behoeve van
de gemeente;
- d.
vaartuigen van reddingsmaatschappijen;
- e.
hospitaalschepen of schepen die als zodanig dienst doen;
- f.
vaartuigen, die tengevolge van storm of mist gedwongen zijn gebruik
te maken of te blijven maken van de haven, gedurende het tijdvak van
dat gebruik;
- g.
vrachtvaartuigen, die, zonder te laden of te lossen, gebruik maken
van de haven ter verkrijging van een geneeskundige behandeling voor
een zich aan boord bevindende zieke;
- h.
vrachtvaartuigen, die, zonder te laden of te lossen, gebruik maken
van de haven en waarvan de opvarenden een begrafenisplechtigheid
bijwonen;
- i.
vaartuigen, die zich tussen 08.00 uur en 16.00 uur ophouden in de
Haaven of in het Kanaal door Voorne of in de Koopvaardijhaven;
- j.
een sloep of jol welke tot de inventaris van een vaartuig
behoort.
Artikel 8 Wijze van heffing
Het havengeld en het overslagrecht worden geheven bij wege van een
gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een
nota of andere schriftuur.
Artikel 9 Termijn van betaling
- 1.
Het havengeld en/of het overslagrecht moet worden betaald op het moment
van uitreiking van de in artikel 8 bedoelde kennisgeving.
- 2.
Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moet het havengeld en/of het
overslagrecht worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de
schriftelijke kennisgeving.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande
leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van het havengeld wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 12 Meldingsplicht
Zodra het gebruik van de haven dan wel het overladen van goederen aanvangt,
is de belastingplichtige gehouden zulks te melden bij de door het college
van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in
artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De Verordening havengeld Hellevoetsluis 2015 van 6 november 2014,
wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum
van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de
bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening havengeld
Hellevoetsluis 2016.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 november 2015.
de griffier, de voorzitter,
H.J. van der Wel, M.C. Junius.
Tarieventabel 2016 behorende bij de verordening Havengeld Hellevoetsluis
2016.
Hoofdstuk 1 havengeld.
Het havengeld bedraagt:
- 1.
- a.
Passantentarieven voor pleziervaartuigen : € 1,44 per
strekkende
meter, per etmaal, inclusief elektra. Voor catamarans en
trimarans geldt
een tarief van € 2,04 per strekkende meter, per etmaal,
inclusief elektra.
- b.
De bovengenoemde tarieven worden van 1 november tot 1 april
gehalveerd.
ad a. € 1,44 naar € 0,72
ad b. € 2,04 naar € 1,02
- 2.
Passantentarieven voor bedrijfsvaartuigen: € 0,90, per strekkende
meter, per etmaal.
- 3.
Passantentarieven voor het vervoer van personen bestemde
beroepsvaartuigen € 0,65, per strekkende meter, per etmaal.
Hoofdstuk 2 Overslagrecht.
Het overslagrecht bedraagt:
- 1.
per m³; of ton overgeladen goederen € 0,40
met een minimum van € 6,58
Behoort bij raadsbesluit van 5 november 2015.
de griffier, de voorzitter,
H.J. van der Wel. M.C. Junius.