Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leudal

Beleidsregel korten inkomsten uit commerciële verhuur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeudal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel korten inkomsten uit commerciële verhuur
CiteertitelBeleidsregel korten inkomsten uit commerciële verhuur
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 33
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-2015Nieuwe regeling

15-12-2015

Gemeenteblad 2015, 124703

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel korten inkomsten uit commerciële verhuur

 

 

Beleidsregel korten inkomsten uit commerciële verhuur
  • 1.

    De inkomsten uit commerciële verhuur, zoals bedoeld in artikel 33 lid 4 van de PW, worden op de uitkering in mindering gebracht onder aftrek van € 60,- per maand.

  • 2.

    De inkomsten van één of meerdere kostganger(s) zoals bedoeld in artikel 33 lid 4 van de PW worden op de uitkering in mindering gebracht onder aftrek van € 348,- per maand.

  • 3.

    Het bedrag dat wordt vrijgelaten wordt jaarlijks opnieuw berekend. De grondslag van de berekening vloeit voort uit hoofdstuk 6 van de Recofa-richtlijnen VTLB met een afronding op een hele euro.

Toelichting  

Toelichting

Op grond van artikel 33, vierde lid, van de Participatiewet moeten als bijzonder inkomen worden aangemerkt de lagere algemene noodzakelijke kosten als belanghebbenden de woning bewoont met een of meerdere huurders, onderhuurders of kostgangers als daarmee nog geen rekening is gehouden bij het vaststellen van de kostendelersnorm (artikel 22a, eerste tot en met derde lid van de wet). Dit betekent dat het college de werkelijk genoten inkomsten niet meer volledig op basis van dat artikel kan korten indien met deze inkomsten al rekening is gehouden in het kader van de kostendelersnorm.

Artikel 33 lid 4 Participatiewet creëert de mogelijkheid om, indien de werkelijk inkomsten hoger zijn dan het bedrag waarmee rekening wordt gehouden bij toepassing kostendelersnorm, het meerdere te korten.

Volledig zakelijke relaties zoals (onder) huurderschap en kostgangerschap, blijven voor de kostendelersnorm buiten beschouwing. Bij deze relaties is sprake van deelname aan het economisch verkeer, waarbij de verhuurder een commerciële prijs vraagt voor de huur van de woning en de geleverde diensten en de huurder deze commerciële prijs betaalt. In deze situaties is het uitgangspunt dat de kosten niet op dezelfde wijze worden gedeeld als met woningdelers die geen onderlinge zakelijke relatie met elkaar hebben.

Recofa richtlijn

Om tot een uniforme richtlijn te komen ten aanzien van het korten van uitkering op grond van artikel 33, vierde lid, van de wet, is gekozen voor de richtlijnen ten aanzien van woonlasten uit het Vtlb-rapport.

Genoemde richtlijnen zijn ontwikkeld en wordt onderhouden door de werkgroep rekenmethode ‘Vrij te laten bedrag’ van Recofa. Recofa is de werkgroep rechters-commissarissen in insolventies.

Onder hoofdstuk 6 van deze richtlijn staat het bedrag dat de belanghebbende, na aftrek van een forfaitair bedrag voor kost- en/of inwoning, daadwerkelijk als bijdrage in de woonlasten van de inwoner(s) ontvangt in verband met meerderjarige inwoners. Het forfaitaire bedrag kan, indien er alleen sprake is van inwoning zoals bij kamerverhuurder, worden gesteld op € 1,99 per dag voor energie, afschrijving van meubilair en dergelijke. Omwille van werkbaarheid is het forfaitaire bedrag omgerekend naar een maandbedrag van € 1,99 x 365 : 12 = € 60,32 en vervolgens afgerond op € 60,-

Met andere woorden: al het meerdere van € 60,- aan inkomsten uit verhuur moet op de bijstand van belanghebbende in mindering worden gebracht.

Voorbeeld:

Bij inkomsten uit verhuur van € 300,00 per maand moet een bedrag van € 300,00 - € 60,00 (forfaitaire bedrag) = € 240,00 per maand op de bijstand van belanghebbende in mindering moet worden gebracht.

Lid 2

Ten aanzien van de forfaitaire kosten van een kostganger is eveneens aansluiting gezocht bij hoofdstuk 6 van de Recofa-richtlijnen.

Voor een kostganger zijn de kosten echter hoger. Het forfaitaire bedrag kan indien er alleen sprake is van inwoning, worden gesteld op € 1,99 per dag voor energie, afschrijving van meubilair en dergelijke. Is de inwoner tevens kostganger, dan kan daarnaast voor de maaltijden € 9,45 per dag worden gerekend. Het forfaitaire bedrag bedraagt, omgerekend dan € 1,99 + € 9,45 = € 11,44 x 365 : 12 = € 347,97 en vervolgens afgerond op € 348,00.

Voorbeeld:

Een kostganger betaalt een bedrag van € 500,00 per maand voor het gebruik van de woning, maaltijden en bewassing. Op de uitkering van belanghebbende moet dan een bedrag van € 500,00 –/-

€ 348,00 (= forfaitaire bedrag) = € 152,00 per maand in mindering moet worden gebracht.

Zijn er meerdere kostgangers, dan moet een schaalverdeling worden gemaakt. Voor de tweede inwoner wordt dan 80% van het forfaitaire bedrag genomen, voor de derde 70% en zo verder (deze percentages zijn berekend met behulp van de uitgaven aan voeding en budgetonderzoeken van het CBS).

Voorbeeld:

Kostganger 1 en 2 betalen beiden een bedrag van € 500,00 per maand per persoon voor het gebruik van de woning, maaltijden en bewassing. Het forfaitaire bedrag voor kostganger 1 is € 348,00 en het forfaitaire bedrag voor kostganger 2 is € 348,00 x 80% = € 278,00.

Op de uitkering van belanghebbende moet dan een bedrag van 2 x € 500,00 = € 1.000,00 -

€ 348,00 (forfaitaire bedrag kostganger 1) + € 278,00 (forfaitaire bedrag kostganger 2) = € 374,00 per maand in mindering moet worden gebracht.

Lid 3

De Recofa-richtlijnen worden jaarlijks aangepast. Deze aanpassingen hebben gevolgen voor het forfaitaire bedrag waardoor deze jaarlijks zal worden herzien. De afronding vindt plaats op gehele euro’s.