Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000 |
Citeertitel | Regeling WNO-bedrijven |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | Nieuwe regeling | 17-09-2015 | VB/Raad/15/00070 |
De geconsolideerde tekst van de Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000
De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen, ieder voor zover zij daartoe bevoegd zijn;
overwegende, dat het Algemeen Bestuur van WNO gelet op zijn bevoegdheid gegeven in artikel 40 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling “Werkvoorzieningsschap Nijmegen en Omgeving”, wijziging van deze gemeenschappelijke regeling wenselijk acht en een daartoe strekkend voorstel heeft gedaan;
gelet op de Wet sociale werkvoorziening, de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, de Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuursrecht;
de Gemeenschappelijke Regeling “Werkvoorzieningsschap Nijmegen en Omgeving” goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland van 1 juli 1993 nr. WE 93.38133 en laatstelijk gewijzigd goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland van 20 december 1995 nr. BD 95.17375BO-003 zodanig te wijzigen, dat deze als volgt komt te luiden:
Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen
de aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten
het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2
de bij WNO-bedrijven aangestelde ambtenaren en personen met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten, alsmede de medewerkers, die in dienst zijn ingevolge een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Wet sociale werkvoorziening.
Er is een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 lid 1 van de Wet gemeenschappelijke Regelingen, genaamd "WNO-bedrijven", gevestigd te Nijmegen.
Hoofdstuk 2: Belang,taken en bevoegdheden
WNO-bedrijven behartigt de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de sociale werkvoorziening voor zover dit noodzakelijk is voor de integratie van de regeling in de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen en voor zover deze belangen niet behartigt worden door de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen.
WNO-bedrijven kan de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van andere vormen van gesubsidieerde arbeid anders dan op het gebied van de sociale werkvoorziening behartigen voor zover dit noodzakelijk is voor de integratie van de regeling in de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen en voor zover deze belangen niet behartigt worden door de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen.
Ter verwezenlijking van de in artikel 4, eerste lid, genoemde gemeenschappelijke belangen is WNO-bedrijven belast met de taak om de integratie van de regeling in de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen voor te bereiden en uit te voeren, althans voor zover verband houdend met de uitvoering van de voormalige Wet sociale werkvoorziening en eventuele andere vormen van gesubsidieerde arbeid anders dan op het gebied van de sociale werkvoorziening.
Voor zover hiervan niet in deze regeling is afgeweken komen aan de bestuursorganen van WNO-bedrijven ter uitvoering van de in artikel 5 genoemde taken, de bevoegdheden toe die aan de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten behoren, met dien verstande dat het algemeen bestuur in de plaats treedt van de raad, het dagelijks bestuur in de plaats van het college van burgemeester en wethouders en de voorzitter in de plaats van de burgemeester.
Waar in deze regeling artikelen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Wet sociale werkvoorziening of enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in de artikelen voor de gemeente, de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester onderscheidenlijk gelezen WNO-bedrijven, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Hoofdstuk 3: het algemeen bestuur
Totdat de raden van de deelnemende gemeenten in hun opvolging hebben voorzien, blijven de aangewezen leden en plaatsvervangend leden, die hadden moeten aftreden, voor zover zij aan de vereisten voor het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap van het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 7 eerste lid voldoen, als zodanig fungeren.
In het geval, dat het gaat om een tussentijdse ontslagname, stelt het lid of het plaatsvervangend lid de voorzitter van het algemeen bestuur en de desbetreffende raad hiervan op de hoogte. De tussentijdse ontslagname is onherroepelijk. De leden en plaatsvervangend leden, die tussentijds ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap - voor zover zij aan de vereisten daarvoor als bedoeld in artikel 7, eerste lid blijven voldoen - totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.
Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een Reglement van orde vast, met inachtname van de artikelen 22 en 23 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en waarin onder meer regels worden gegeven voor:
Het algemeen bestuur kan ingevolge artikel 2 lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening rechtspersonen aanwijzen ten behoeve van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening.
Het algemeen bestuur kan besluiten tot het oprichten van en tot het deelnemen van WNO-bedrijven in rechtspersonen, indien deze in het bijzonder aangewezen moeten worden geacht voor de behartiging van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Een dergelijk besluit komt eerst tot stand, nadat 2/3 van de raden van de deelnemende gemeenten zich daar voor hebben verklaard en behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
Het algemeen bestuur kan besluiten om de in het voorgaande lid bedoelde rechtspersonen te belasten met (delen van) de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening zoals deze bij WNO-bedrijven berust.
Hoofdstuk 4: het dagelijks bestuur
Op de leden van het dagelijks bestuur is artikel 49 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Op de voorzitter zijn de artikelen 49, 75 en 273 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Het dagelijks bestuur stelt de commissie in als bedoeld in artikel 12 van de Wet sociale werkvoorziening.
De in het vorige lid genoemde commissie adviseert het dagelijks bestuur omtrent de indicatie bedoeld in artikel 11 eerste lid en de herindicatie bedoeld in artikel 11 tweede lid van de Wet sociale werkvoorziening.
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen, met inachtneming van artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, commissies van advies instellen voor zover zij daartoe bevoegd zijn.
Hoofdstuk 7: Inlichtingen en verantwoording
Een lid of een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur verstrekt de raad, die dit lid heeft aangewezen met inachtneming van artikel 16 van de Wet gemeenschappelijke regelingen alle inlichtingen, die door die raad of één of meerdere leden daarvan worden verlangd en wel op de in het Reglement van orde van deze raad aangegeven wijze.
Een lid of een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur is de raad, die dit lid heeft aangewezen met inachtneming van artikel 16 van de Wet gemeenschappelijke regelingen verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid en wel op de in het Reglement van orde van deze raad aangewezen wijze.
Hoofdstuk 8: Medewerkers Artikel 25
WNO-bedrijven kan medewerkers als ambtenaar aanstellen en personen met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten in dienst nemen.
Hoofdstuk 10: financiële bepalingen
Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden van WNO-bedrijven. Deze regels dienenonder meer te waarborgen dat de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de administratie en het beheer worden getoetst.
De regels bedoeld in het eerste lid, voorzien in de aanwijzing van 1 of meer accountants als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met het onderzoek van de in artikel 32 bedoelde jaarrekening, alsmede met het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de jaarrekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp begroting en meerjarenraming vier weken voor de voorgenomen datum van vaststelling toe aan het algemeen bestuur. De gevoelens van de raden van de deelnemende gemeenten alsmede eventueel de nota van wijzigingen worden uiterlijk twee weken voor de vaststelling toegezonden aan het algemeen bestuur en gelijktijdig aan de raden van de deelnemende gemeenten toegezonden.
De ontwerp begroting en meerjarenraming alsmede de eventuele nota van wijzigingen worden ter inzage gelegd op de wijze als bedoeld in artikel 35, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen alsook bij de vestigingen van WNO-bedrijven en tegen betaling algemeen verkrijgbaar gesteld.
Het algemeen bestuur kan met inachtneming van artikel 21, lid 1 en 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen voor de leden van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter een regeling voor de tegemoetkoming in de kosten en een vergoeding voor hun werkzaamheden alsmede een tegemoetkoming in of vergoeding van bijzondere kosten en andere financiële voorzieningen, die verband houden met de vervulling van hun lidmaatschap van het bestuur vaststellen. De regeling wordt ter kennisname aan Gedeputeerde Staten toegezonden.
Het algemeen bestuur kan met inachtneming van artikel 24 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen aan de leden van de in artikel 21 bedoelde commissies, die geen burgemeester, wethouder of lid van de gemeenteraad zijn een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies toekennen.
De bepalingen van de Archiefwet en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregelingen voor zover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van organen, ingesteld bij een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, zijn van overeenkomstige toepassing op WNO-bedrijven.
Hoofdstuk 13 toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Het algemeen bestuur zendt het verzoek als bedoeld in het eerste lid binnen 3 maanden door voor het nemen van een besluit aan de raden van de deelnemende gemeenten, onder overlegging van zijn advies omtrent de toetreding respectievelijk de uittreding van een gemeente en de eventueel daaraan te verbinden voorwaarden en gevolgen. De gemeenteraden besluiten over het verzoek binnen een termijn van 3 maanden na toezending door het algemeen bestuur.
De toetreding respectievelijk de uittreding gaan in op 1 januari van het jaar volgende op het jaar waarin is voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 26 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het dagelijks bestuur het door het algemeen bestuur vastgestelde voorstel toekomen ter besluitvorming aan de raden van de deelnemende gemeenten. De gemeenteraden besluiten over het voorstel binnen een termijn van 3 maanden na toezending door het algemeen bestuur.
De wijziging van de regeling gaat in op de dag volgende op de dag waarop is voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 26 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
De opheffing gaat niet eerder in dan op de dag volgende op die waarop is voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 26 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Hoofdstuk 14. Overgangs-en slotbepalingen
Binnen een termijn van twee jaar na inwerkingtreding van deze gemeenschappelijke regeling dient te zijn voldaan aan het bepaalde in artikel 27 lid 1 en 2. Tot dan blijft artikel 27 van de regeling, zoals goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 1 juli 1993 nr. WE 93.38133 van toepassing.
De regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op de maand, waarin is voldaan aan het vereiste genoemd in artikel 26 vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Nijmegen in zijn openbare vergadering van 13 december 2000
De voorzitter,
J. Tettero (loco)
De secretaris,
ir. H.K.W. Bekkers
Vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, voor zover zij daartoe bevoegd zijn, op 3 oktober 2000 (CIS-nummer 1042/2000, agendapunt nummer 1.1)
De burgemeester,
J. Tettero (loco)
De secretaris,
ir. H.K.W. Bekkers
Vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Nijmegen, voor zover hij daartoe bevoegd is, op 3 oktober 2000.
De burgemeester,
J. Tettero (loco)