Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-12-2015 | Nieuwe regeling | 26-11-2015 | VB/Raad/15/00145 |
De geconsolideerde versie van de GR ODRN betreft: GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OPENBAAR LICHAAM OMGEVINGSDIENST REGIO NIJMEGEN
Regeling op grond van artikel 51 lid 1 Wet gemeenschappelijke regelingen Omgevingsdienst Regio Nijmegen
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek (na 1 januari 2016 Berg en Dal geheten), Heumen, Nijmegen, Wijchen en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
De deelnemers bevoegdheden uit oefenen op grond van onder andere de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), waaronder bevoegdheden tot het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunningen, het houden van toezicht en het beslissen over bestuursrechtelijke handhaving van wettelijke voorschriften.
dat de op te richten omgevingsdiensten de vorm van een openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen krijgen;
De deelnemers in het licht van de Intentieverklaring gezamenlijk besloten hebben tot oprichting van een omgevingsdienst (regionale uitvoeringsdienst) die de juridische vorm heeft van een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen welke omgevingsdienst onderdeel is van een stelsel van uitvoeringsdiensten in de provincie Gelderland, waarbij bepaalde taken op bovenregional e schaal kunnen worden belegd.
de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen welke regeling in werking is getreden op 7 november 2012 een dag nadat zij in de Provinciale registers is ingeschreven.
de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de gemeentelijke herindeling van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen tot één gemeente alsmede enkele tekstuele correcties.
de toestemming als bedoeld in artikel 51 lid 2 Wet gemeenschappelijke regelingen verleend door de raden van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek (na 1 januari 2016 Berg en Dal geheten), Heumen, Nijmegen, Wijchen en Provinciale Staten van de provincie Gelderland;
Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Provinciewet en de Gemeentewet;
De gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen te wijzigen zodat zij komt te luiden als volgt:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
inrichtingen waartoe een gpbv-installatie behoort als bedoeld in artikel 1.1., derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; of
Actualisatie van de begroting:
een deelnemer lopende een begrotingsjaar meer taken inbrengt dan in een begroting is voorzien en die niet leiden tot verhoging van de bijdragen van de andere deelnemers of een verschuiving binnen de begrotingsposten plaatsheeft die niet leidt tot een verhoging van de bijdragen van de deelnemers
De regeling is ingesteld ter gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemers ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht. Onder de belangen van de deelnemers wordt tevens begrepen het belang van een goede samenwerking tussen de omgevingsdiensten in Gelderland.
Hoofdstuk 2. Taken, bevoegdheden en bijdragen
Artikel 5. Overige taken in het omgevingsrecht
Ter behartiging van het belang genoemd in artikel 2 kunnen de deelnemers de uitvoering onderbrengen bij het openbaar lichaam van overige taken in het omgevingsrecht, waaronder in ieder geval begrepen de overige milieu taken niet vallend onder het basistakenpakket, BRIKS-taken, taken betreffende de Huisvestingswet, Leegstandswet, Monumentenwet en Algemene plaatselijke verordening met betrekking tot de leefomgeving dan wel de daarvoor in de plaats getreden wet- en regelgeving.
Artikel 9. Beperking privaatrechtelijke bevoegdheden
Het openbaar lichaam is behoudens instemming van alle deelnemers niet bevoegd tot:
De deelnemers zijn gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door het samenwerkingsverband af te sluiten langlopende leningen, kasgeldleningen en in rekening courant op te nemen gelden, naar verhouding van de in lid 1 bedoelde bijdrage op 1 januari van het jaar waarin de rente en aflossing is verschuldigd.
Hoofdstuk 4. Dagelijks bestuur
Artikel 16. Aanwijzing, schorsing en ontslag leden dagelijks bestuur
Van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet om leden van het dagelijks bestuur aan te wijzen van buiten de kring van het algemeen bestuur wordt niet eerder gebruik gemaakt dan na twee jaren na inwerkingtreding van de regeling.
Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 55a van de Wet.
Hoofdstuk 6. Informatie en verantwoording
Artikel 23. Algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de gemeenteraden en Provinciale Staten
Een lid van het algemeen bestuur geeft alle inlichtingen waarom is verzocht door een of meer leden van de gemeenteraad van de deelnemer die hem heeft aangewezen, respectievelijk een of meer leden van Provinciale Staten in het geval het lid is aangewezen door Gedeputeerde Staten. Hij is bovendien aan de gemeenteraad of Provinciale Staten verantwoording verschuldigd door het door hem gevoerde bestuur.
Hoofdstuk 8. Financiële bepalingen
Artikel 27. Begrotingsprocedure
De vaststelling van de begroting door het algemeen bestuur, zoals bedoeld in artikel 58, eerste lid, van de Wet geschiedt niet eerder dan 8 weken nadat deze aan de raden en staten van de deelnemers is verzonden in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.
Onverminderd het bepaalde in artikel 59, eerste lid, van de Wet zorgt het dagelijks bestuur vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient voor de in dat lid bedoelde toezending van de ontwerpbegroting vergezeld van een behoorlijke toelichting.
Provinciale Staten en de gemeenteraden vergaderen niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving over de ontwerpbegroting. Zij kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt deze zienswijzen, voorzien van zijn reactie, toe aan de ontwerpbegroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
De vaststelling van de jaarrekening als bedoeld in artikel 58, derde lid, van de Wet geschiedt vóór 1 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft.
Artikel 31. Zorg en beheer archief
Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden is Nijmegen de archiefbewaarplaats.
Hoofdstuk 10. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Artikel 34. Wijziging en opheffing
Ingeval van opheffing van de regeling stelt het algemeen bestuur vooraf, na overleg met de deelnemers, een liquidatieplan vast waarin in ieder geval wordt aangegeven wat de gevolgen zijn die de beëindiging heeft voor het personeel en de wijze waarop het positieve of negatieve saldo van het openbaar lichaam over de deelnemers wordt verdeeld. Het besluit tot vaststelling van het liquidatieplan behoeft tweederde van de uitgebrachte stemmen.
Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van hoofdstuk 9, titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, een interne klachtenregeling vast.
Hoofdstuk 12. Slot- en overgangsbepalingen
Het Basistakenpakket regionale uitvoeringsorganisaties omgevingsrecht, versie 2.3, zoals vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu op 25 mei 2011 en KPMG kwaliteitscriteria, versie 2.0 zijn als bijlagen bij deze regeling gevoegd en maken daarvan onderdeel uit.
Artikel 37. Zaakgericht werken
Het openbaar lichaam zorgt ervoor dat de deelnemers met ingang van 1 januari 2013 of zoveel later als hij aanvangt zijn taken uit te voeren, op ieder moment kunnen beschikken over informatie met betrekking tot de in hoofdstuk 2 van deze regeling genoemde taken waarvoor zij bevoegd bestuursorgaan zijn.
Gedeputeerde staten dragen zorg voor de in artikel 26 van de Wet bedoelde toezending en publicatie.