Organisatie | Gennep |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing gemeente Gennep |
Citeertitel | Tweede wijziging Verordening rioolheffingen gemeente Gennep |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De wijzigingsverordening van 18 december 2017 bevat overgangsrecht.
Deze regeling vervangt de Verordening rioolheffing 2011.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2017 | 01-01-2020 | Wijziging van art. 1 onder d, art. 3 lid 2, art. 6, art. 8a | 18-12-2017 | 268328 | |
25-12-2016 | 24-12-2017 | wijziging art. 1 en art. 5, toevoeging art. 8a | 12-12-2016 | 229693 | |
25-12-2015 | 25-12-2016 | nieuwe regeling | 07-12-2015 | 190104 |
De gemeenteraad van de gemeente Gennep:
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing gemeente Gennep (Verordening rioolheffing gemeente Gennep)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In afwijking in zoverre van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, worden voor recreatiedoeleinden bestemde woonruimten die zich bevinden op een voor verblijfsrecreatie bestemd terrein dat als zodanig wordt geëxploiteerd, tezamen met de overige eigendommen op dat terrein, voor de toepassing van deze verordening aangemerkt als één perceel.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
a) van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering verder te noemen: eigenarendeel; en
b) van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.
Voor het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
In afwijking van het tweede en derde lid wordt met betrekking tot een in artikel 1,tweede lid, bedoeld perceel als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of als gebruiker aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht in de kadastrale registratie is vermeld, dan wel degene die het terrein exploiteert of daarover de zeggenschap heeft.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste verbruiksperiode voor 1 oktober voorafgaande aan het belastingjaar naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
In afwijking van het voorgaande lid wordt, indien geen laatste verbruiksperiode voor 1 oktober voorafgaande aan het belastingjaar beschikbaar is, het aantal kubieke meters water gesteld op het aantal kubieke meters water dat naar het eigendom is toegevoerd of opgepompt in de eerst bekende verbruiksperiode. Ingeval deze verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij de herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
De 'Verordening rioolheffing 2011' van 6 december 2010 (2010/4307), laatst gewijzigd bij besluit van 15 december 2014 (162954), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.