Raadsvergadering : 8 december 2015
Agenda nr. : 13.
De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;
gelet op de behandeling van de begroting op 10 en 12 november 2015;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de
Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN BEGRAAFRECHTEN
2016
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraafplaats: de algemene begraafplaatsen
Deugenweerd en de Sprakelberg in Borculo;
de algemene begraafplaats Geesteren te Geesteren;
de algemene begraafplaats Gelselaar te Gelselaar;
de algemene begraafplaats Haarlo te Haarlo;
de algemene begraafplaats aan de Borculoseweg in Ruurlo;
de algemene begraafplaats aan de Haaksbergseweg in Eibergen;
de algemene begraafplaats aan de Lindevoort in Rekken;
de algemene begraafplaatsen Rozenkamp en Drostenkamp in Neede;
- b.
eigen graf: een graf, grafkelder daaronder
begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het
uitsluitend recht is verleend tot:
het doen begraven en begraven houden van lijken;
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen;
het doen verstrooien van as;
- c.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in
beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen
begraven van lijken;
- d.
eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder
begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend
recht is verleend tot:
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen;
het doen verstrooien van as;
- e.
algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in
beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen
bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
- f.
urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of
onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en
bijgezet houden van asbussen of urnen;
- g.
asbus: een bus ter berging van as van een
overledene;
- h.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer
asbussen;
- i.
verstrooiingsplaats: een permanent daartoe
bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats
waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om
as te doen verstrooien;
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de
begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband
met de begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve
van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen,
werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Vrijstellingen
De rechten worden niet geheven voor:
- a.
het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;
- b.
het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de
overleden moeder in één kist worden begraven.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Belastingjaar
- 1.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het
belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
- 2.
Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in hoofdstuk 4.2 van de
tarieventabel is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
Rechten als bedoeld in de tarieventabel worden geheven door middel van
een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld,
met uitzondering van het recht als bedoeld in hoofdstuk 4, onderdeel
4.1.
- 2.
Het onderhoudsrecht, als bedoeld in hoofdstuk 4, onderdeel 4.1 van de
tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld onderhoudsrechten
- 1.
Het onderhoudsrecht, als bedoeld in hoofdstuk 4, onderdeel 4.1 van de
tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo
dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is
het recht als bedoeld in hoofdstuk 4, onderdeel 4.1 van de tarieventabel
verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.1 van de tarieventabel zijn
verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het
gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de
op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de
belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke
termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in
het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal
termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien aan het
navolgende wordt voldaan:
- a.
het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde
aanslagen onroerende zaakbelastingen of andere belastingen moet
minder zijn dan € 6.400,--;
- b.
de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische
betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige
kunnen worden afgeschreven. De eerste termijn vervalt één maand
na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende
termijnen telkens een maand later.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande
leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.
Artikel 13 Overgangsrecht
De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2013” van 1 november 2012 wordt
ingetrokken met ingang van de in artikel 14, twee lid, genoemde datum
van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking 1 januari 2016.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening
begraafrechten 2016”.