Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening reinigingsheffingen 2016 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 01-01-2016.
De Verordening reinigingsheffingen 2015 van 27-11-2014, wordt ingetrokken met ingang van 01-01-2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor 01-01-2016 hebben voorgedaan
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2015 | 01-01-2017 | Nieuw regeling | 26-11-2015 | 15INT08789 |
De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het voorstel van het college van 13 oktober 2015;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigings-rechten 2016.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 - Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 8 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder is dan € 10,00.
Artikel 9 - Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,00 maar minder is dan € 2.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 13 - Wijze van heffing
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.
Artikel 14 - Ontstaan van de belastingschuld voor de reinigingsrechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 16 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.
De ‘Verordening reinigingsheffingen 2015’ van 27 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 18, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel behorende bij de verordening reinigingsheffingen 2016
Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten