De raad van de gemeente Rhenen,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 maart 2015;
gelet op artikel 10:3 en 10:6 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet
openbaarheid van bestuur (Wob);
Overwegende:
- ·
Dat de gemeenteraad als bestuursorgaan diverse besluitbevoegdheden heeft in het kader van de Wob;
- ·
Dat de Wob korte beslistermijnen kent die niet altijd haalbaar zijn binnen de vergaderfrequentie van de raad;
- ·
Dat de Wob enkel betrekking heeft op bestaande documenten;
- ·
Dat er derhalve geen kaderstellende besluiten of besluiten in het kader van de controlerende functie naar aanleiding van Wob-verzoeken genomen hoeven worden;
- ·
Dat het wenselijk is ten behoeve van een spoedige afhandeling van Wob-verzoeken alle besluitbevoegdheden hieromtrent te mandateren;
- ·
Dat het wenselijk is dat de gemeenteraad geïnformeerd wordt over de besluiten die in zijn naam bij de behandeling van Wob-verzoeken worden genomen.
Besluit:
- I.
Voor de volgende bevoegdheden op grond van artikel 10:3 Awb mandaat te verlenen:
- 1.
De griffier en plaatsvervangend griffier te mandateren met betrekking tot verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur ten aanzien van:
- a.
Het verzoeken om precisering (art. 3 lid 4 Wob);
- b.
Het verwijzen naar een ander bestuursorgaan (art. 4 Wob);
- c.
Het nemen van een besluit op het verzoek en het verstrekken dan wel het weigeren te verstrekken van documenten (art. 5, 10 en 11 Wob);
- d.
Het verdagen van de beslistermijn (art. 6 lid 2 Wob);
- e.
Het in de gelegenheid stellen tot het naar voren brengen van een zienswijze (art. 6 lid 3 Wob);
- f.
Het vertegenwoordigen van de gemeenteraad en het voeren van verweer bij de commissie bezwaarschriften en het reageren op verzoeken van de commissie om nadere inlichtingen of nadere stukken;
- g.
Het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen (art. 4:18 Awb).
- 2.
De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad te mandateren met betrekking tot verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur ten aanzien van:
- a.
Het instemmen met of het afwijzen van een verzoek om rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter (7:1a lid 2 en 3 Awb);
- b.
Het nemen van een beslissing op bezwaar (art. 7:10 lid 1 Awb);
- c.
Het opschorten van de beslistermijn (art. 7:10 lid 2 Awb);
- d.
Het verdagen van de beslistermijn (art. 7:10 lid 3 en 4 Awb).
- II.
Bij de uitoefening van de onder I. genoemde bevoegdheden op grond van artikel 10:6 Awb de volgende instructie mee te geven:
- 1.
Een afschrift van de onder mandaat genomen besluiten wordt ter kennisgeving door de griffier aan de raadsleden verstrekt.
- III.
Te bepalen dat dit besluit aangehaald kan worden als ‘Mandaatregeling Wob gemeenteraad Rhenen’;
- IV.
Te bepalen dat dit besluit algemeen bekend wordt gemaakt;
- V.
Te bepalen dat dit besluit op de dag na de bekendmaking hiervan in werking treedt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 21 april 2015.