Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN 2016 |
Citeertitel | verordening onroerende-zaakbelastingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
taieven art. 5 gewijzigd door raad op 10-12-2015
Gemeentewet, art.220-220h
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 29-10-2015 Gemeentebladen van Huizen 2015 nr 14 d.d. 26-11-2015 en nr. 17 d.d. 17-12-2015 | Onbekend |
Met betrekking tot de gebruikersbelasting wordt:
a gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet Waardering Onroerende Zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet Waardering Onroerende Zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, en 20, tweede lid, van de Wet Waardering Onroerende Zaken.
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
1Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf.
voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1010,%
De aanslagen kunnen met andere aanslagen op een zogenaamd combiaanslagbiljet worden verenigd.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Inwerkingtreding en citeertitel
1.De verordening onroerende-zaakbelastingen 2015 laatstelijk vastgesteld bij raadsbesluit van 30 oktober 2014 en gewijzigd bij raadsbesluit van 11 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van
de in het derde lid van genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 oktober 2015.