Organisatie | Zuidhorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel |
De "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015" van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-12-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 14-12-2015 Gemeenteblad, | Onbekend |
De raad van de gemeente Zuidhorn;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Zuidhorn d.d. 18 november 2015;
gelet op artikel 229, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016"
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De vaststelling van het totale gewicht van het in het belastingjaar ingezamelde groente‑, fruit‑ en tuinafval van een perceel, dan wel groep van percelen vindt plaats door optelling van de gewichten van het periodiek ingezamelde groente‑, fruit‑ en tuinafval van dit perceel, dan wel groep van percelen in het belastingjaar. Het gewicht van het periodiek ingezamelde groente-, fruit‑ en tuinafval per inzamelbeurt per perceel, dan wel groep van percelen wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
De vaststelling van het totale gewicht van de in het belastingjaar ingezamelde overige afvalstoffen van een perceel, dan wel groep van percelen vindt plaats door optelling van de gewichten van de periodiek ingezamelde overige afvalstoffen van dit perceel, dan wel groep van percelen in het belastingjaar. Het gewicht van de periodiek ingezamelde overige afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel wordt vastgesteld als het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.
In afwijking van het bepaalde in lid 3.3 wordt het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel dat behoort tot een groep van percelen vastgesteld als een naar het aantal geregistreerde percelen van de betrokken groep van percelen evenredig gedeelte van het totale gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt van de betrokken groep van percelen.
Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door technische storing van de wegende inzamelauto, of van de op de inzamelauto geplaatste containerweeg‑ of containerherkennings‑ of containerregistratieapparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging of herkenning of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt, in afwijking van voorgaande leden van dit artikel, voor de betreffende inzamelbeurt van het desbetreffende perceel bij de berekening van het verschuldigde gedeelte van de belasting als bedoeld in de onderdelen 2.1.1 en 2.1.2 van de bij de verordening behorende tarieventabel ervan uitgegaan dat geen kilogrammen zijn aangeboden.
Artikel 9 Tijdstip van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vijf en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015" van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.