Organisatie | Voerendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2016 |
Citeertitel | Verordening staangeld 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Gemeentelijke belastingen |
Vervangt Verordening staangeld gemeente Voerendaal 2015
Art. 156, tweede lid, onderdeel h, en art. 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 1Voerendaal, 23-12-2015 | 2015 / 8 / 7 |
De raad van de gemeente Voerendaal;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;
gelet op artikel 156, tweede lid, onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN STAANGELD 2016’
Onder de naam "staangeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
De grondslag, waarnaar de in artikel 2 bedoelde rechten worden geheven, is het aantal standplaatsen, dat in gebruik wordt genomen.
Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of een andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 10 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 10 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijn van betaling
Het recht moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald in zoveel termijnen als er met inbegrip van de maand van dagtekening van de kennisgeving maanden in het heffingstijdvak overblijven. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande volzin.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het staangeld.
De 'Verordening staangeld gemeente Voerendaal 2015', van 18 december 2014, wordt ingetrokkenmet ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.