Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele inkomenstoeslag Roermond 2015 |
Citeertitel | Verordening individuele inkomenstoeslag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening individuele inkomenstoeslag 2017.
Participatiewet, art. 8, lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-08-2017 | nieuwe regeling | 18-12-2014 | 2014/085/02 |
Verordening individuele inkomenstoeslag Roermond 2015
De raad van de gemeente Roermond;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014, raadsvoorstelnummer 2014/085/1;
gezien de verkregen instemming van de bevoegde gezagsorganen;
gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;
gezien het advies van Commissie Burgers en Samenleving van 2 december 2014;
vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag Roermond 2015.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In deze verordening wordt verstaan onder:
arbeidsverplichting: de verplichting als bedoeld in artikel 9 eerste lid, aanhef sub a en b PW, dan wel een verplichting die strekt tot arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 55 PW, dan wel verplichtingen die de uitkeringsgerechtigde op grond van de uitkering die hij ontvangt heeft, voor zover die verplichtingen strekken tot arbeidsinschakeling en/of re-integratie;
Onder verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, PW, wordt verstaan een door belanghebbende ingediende aanvraag middels een door het college beschikbaar gesteld formulier.
Artikel 4. Uitsluiting en afwijzingsgronden
Het college is bevoegd om een individuele inkomenstoeslag niet toe te kennen indien het college tot het oordeel komt dat de belanghebbende in de referteperiode in onvoldoende mate getracht heeft om zijn inkomenssituatie te verbeteren, dan wel verwijtbaar heeft nagelaten om factoren die het uitzicht op inkomensverbetering belemmeren op te lossen.
Artikel 6. Hoogte individuele inkomenstoeslag
Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op bijstand ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de PW, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden, voor zover de hoogte van het inkomen van de niet-rechthebbende partner daaraan niet in de weg staat, zoals bedoeld in artikel 32, derde of vierde lid van de PW.