Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening hoogwaardige handhaving Wet Werk en Bijstand 2004 |
Citeertitel | Verordening hoogwaardige handhaving Wet Werk en Bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-03-2005 | 30-04-2021 | nieuwe regeling | 01-03-2005 Weekblad van Deurne, 10-03-2005 | Raadsbesluit 2005, 014 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 januari 2005, nr. 14;
gelet op het bepaalde in artikel 8a van de Wet werk en bijstand:
overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van de bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van het financieel beheer regels gesteld dienen te worden, welke in een verordening worden neergelegd;
vast te stellen de navolgende Verordening hoogwaardige handhaving Wet Werk en Bijstand 2004
Visie op hoogwaardige handhaving Wet Werk en Bijstand
Bij de behandeling van het wetsonderwerp Wet Werk en Bijstand is in de wet artikel 8a opgenomen, luidende “De gemeenteraad stelt in het kader van het financiële beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet”.
Artikel 8a stelt het vaststellen van handhavingsregels verplicht, maar geeft niet aan welke regels dit expliciet moeten zijn. Het doel van dit artikel is de handhaving in het kader van de WWB en het fraudebeleid op de agenda van de raad te zetten. De gemeente moet dus zelf bepalen op welke wijze het handhavingsbeleid wordt gevoerd.
In de verordening wordt geregeld dat burgemeester en wethouders een uitvoeringsplan hoogwaardig handhaven maken, waarin de gemeentelijke visie op handhaving is uitgewerkt, evenals de aanpak ten aanzien van fraudebestrijding. De visie op hoogwaardig handhaving wordt bepaald door de raad en is voor het college de basis waarop de handhavingsregels gestoeld worden.
In de oude Abw en uitvoeringsvoorschriften zoals de RAU (regeling administratieve uitvoeringsvoor-schriften Abw. Ioaw en Ioaz) was uitvoerig beschreven waaraan de administratie en de uitvoering moesten voldoen.
Door het afschaffen van de RAU (alleen voor de WWB) is de gemeente vrij om vast te stellen hoe zij de rechtmatigheid van de uitkeringen wil vaststellen en borgen.
De raad kan ervoor kiezen om dezelfde regels in volle omvang in stand te laten, met de daarbij horende hoge mate van bureaucratische rompslomp. Dat wil zeggen: iedere cliënt krijgt dezelfde controle in de vorm van heronderzoeken, ook al levert die controle in het overgrote deel van de gevallen geen nieuwe gegevens op. Veel werk om niets, maar wel een grote mate van zekerheid over de rechtmatigheid van de uitkeringen.
Daarom kiest de raad ervoor om de weg in te zetten naar een manier van effectiever en efficiënter handhaven; hoogwaardige handhaving genoemd.
De gemeente is 100% financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de WWB. Het is niet alleen de plicht van de gemeente om te voorkomen dat ten onrechte bijstand wordt uitgegeven, maar ook dat de uitvoering zo efficiënt mogelijk wordt georganiseerd. Dit is geen vanzelfsprekende zaak. Dit vraagt een duidelijke visie en een cultuurverandering. Bij handhaving en fraudebestrijding gaat het over het verschaffen van duidelijkheid aan de cliënt, zowel over werk en activering, als over rechten en plichten, inclusief de controle daarop. Deze manier van klantbenadering vraagt om een intensieve aanpak.
In de kern gaat het er om op individueel niveau op basis van de mogelijkheden en competenties van de cliënt de rechten en plichten en de controle vast te stellen. Kortom de visie op hoogwaardig handhaven kan het best als volgt geformuleerd worden:
Met hoogwaardig handhaven richten wij ons sterk op het voorkomen en vroegtijdig ontdekken van fraude. Ons doel hierbij is om de beschikbare controlecapaciteit efficiënter in te zetten, meer fraudegevallen zo vroeg mogelijk op te sporen en de financiële schade voor ons en de cliënt te voorkomen of te beperken.
Voor het concept van hoogwaardige handhaving maken wij gebruik van vier visie-elementen die voor de uitwerking van het handhavingsplan de basis vormen.
In het preventieve beleid is het vroegtijdig informeren van de cliënt het eerste visie-element. Voorkomen moet worden dat fraude door onwetendheid ontstaat. Mensen kunnen door slecht geïnformeerd te zijn een verkeerd verwachtingspatroon opbouwen.
ontwikkelen van protocollen in samenwerking met de sociale recherche Helmond.
Protocollen zijn hulpmiddelen, die wij gebruiken bij het vaststellen van het recht op een uitkering op grond van de WWB. Ze beschrijven het gewenste handelen door de casemanager vanaf het signaal tot en met de afhandeling.
Het vierde visie-element is het sluitstuk in de handhaving: de daadwerkelijke sanctionering op grond van de WWB. Wie fraudeert, wordt gestraft. Niet alleen het teveel ontvangen bedrag moet terugbetaald worden, een opgelegde maatregel wordt ook daadwerkelijk geëffectueerd.
·afstemmingsverordening consequent toepassen om een preventief effect te bereiken.
Artikel 2 Uitvoeringsplan Hoogwaardige handhaving
Het college draagt in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet jaarlijks zorg voor het opstellen van een uitvoeringsplan hoogwaardige handhaving.
Artikel 3 Inhoud Uitvoeringsplan hoogwaardige handhaving
In het in artikel 2 genoemde Uitvoeringsplan hoogwaardige handhaving komt in ieder geval tot uitdrukking;
Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de raad via de documenten zoals die worden geproduceerd binnen het kader van de beleidscyclus. Onder andere zal worden geïnformeerd over: