Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlissingen

Verordening vertrouwenscommissie Vlissingen 2015-2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlissingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening vertrouwenscommissie Vlissingen 2015-2016
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie Vlissingen 2015-2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-12-2015Onbekend

27-11-2015

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie Vlissingen 2015-2016

 

 

Verordening vertrouwenscommissie Vlissingen 2015-2016

 

 

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak: de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor te bereiden.

 

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit 11 leden, te benoemen door en uit de gemeenteraad.

  • 2.

    De commissie kiest uit haar midden de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Samenstelling commissie

De gemeenteraad bepaalt de samenstelling van de commissie en bepaalt of elke fractie in de commissie is vertegenwoordigd.

 

Raadslidmaatschap

De commissie bestaat uit raadsleden. Dit brengt mee dat het lidmaatschap

van de commissie eindigt bij beëindiging van het raadslidmaatschap.

Bij tijdelijke beëindiging van het raadslidmaatschap, bijvoorbeeld bij tijdelijke vervanging wegens ziekte, kan het commissielidmaatschap herleven zodra het raadslidmaatschap herleeft, tenzij de betrokkene in de commissie inmiddels blijvend is vervangen door een ander raadslid.

 

Geen plaatsvervangende leden

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat de commissie een ‘duiventil’ wordt. Indien een van de leden van de commissie blijvend uitvalt, kan er wel blijvende vervanging plaatsvinden.

 

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De gemeentesecretaris kan bij vervulling van de in artikel 1 genoemde taak als plaatsvervangend secretaris aan de commissie worden toegevoegd.

  • 3.

    De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 4.

    De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

     

Artikel 4 Adviseur

  • 1.

    De gemeenteraad kan een wethouder aan de commissie toevoegen als adviseur in verband met de vervulling van de in artikel 1 genoemde taak.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

  • 3.

    Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

     

Artikel 5 Geheimhouding

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2.

    De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst bij de benoemingsprocedure in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3.

    De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikel 9 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

  • 4.

    De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 7, 8, tweede lid, en 12 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij debepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 5.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de

(plaatsvervangend) secretaris en, indien van toepassing, de adviseur.

 

Wettelijke geheimhoudingsplicht

Strikt genomen is het overbodig om een geheimhoudingsplicht in een verordening op te nemen en daarop bij de start van elke vergadering uitdrukkelijk te laten wijzen, als die rechtstreeks voortvloeit uit de (in dit geval: Gemeente)wet. Dat dit toch gebeurt, is omdat de praktijk uitwijst dat de geheimhoudingsplicht niet vaak genoeg kan worden benadrukt.

 

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste de helft plus éénvan het aantal leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd, de adviseur.

  • 3.

    De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4.

    De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

     

Termijn van aankondiging/uitnodiging

Indien spoed niet is geboden, ligt een ruimere termijn voor uitnodiging,

bijvoorbeeld twee weken, voor de hand.

 

Artikel 7 Contactpersoon bij de benoemingsprocedure

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermeldingvan ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

 

Contactpersoon

Het eerste lid van deze bepaling doet vanzelfsprekend niets af aan de geheimhoudingsplicht. De geheimhouding dient zeer strikt in acht te worden genomen. Sommige raadsgriffiers kiezen ervoor niets per post en per e-mail te versturen, maar alles te laten lopen via ter inzage legging en, in het algemeen, zo min mogelijk op papier te zetten.

 

Artikel 8 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

 

  • 1.

    De Gemeentewet bepaalt in artikel 61 lid 4 dat de commissie zich slechts door tussenkomst van de commissaris van de Koning de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten verschaft. Elk overleg met derden, schriftelijk of mondeling, is uitgesloten.

  • 2.

    De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en hettijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken is gewaarborgd.

     

Artikel 9 Verslag

  • 1.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht,

    • b.

      een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie;bij benoemingen wordt in het verslag van bevindingen ook de volgorde van plaatsing van de kandidaten op de aanbeveling gemotiveerd,

  • c.aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen decommissie.

  • En heeft in ieder geval de volgende bijlagen:

  • d.bij benoemingen: de conceptaanbeveling van twee personen,

 

Voorbeeldopbouw van het verslag van bevindingen

Op verzoek volgt hier een voorbeeld van de mogelijke opbouw van het verslag van bevindingen. Het is van belang er zorg voor te dragen dat het verslag voldoende onderbouwing bevat van de visie van de commissie, nu de gemeenteraad op basis van het verslag van bevindingen besluit over de aanbeveling. Zie ook de toelichting bij de paragrafen V en XI van de circulaire onder De verhouding gemeenteraad-vertrouwenscommissie,

respectievelijk De verhouding gemeenteraad tot de raadscommissie, die de aanbeveling voorbereidt.

 

Bij benoeming

  • 1.

    Proces: In een inleiding wordt vermeld hoe de vacature is ontstaan.

  • Er wordt informatie gegeven over de samenstelling van de vertrouwenscommissieen (belangrijke eisen uit) de profielschets en hoe die te lezen is in het licht van het in de profielschetsvergadering verhandelde. Na informatie over de openstelling van de vacature enprocedurele informatie over de ontvangst van de selectie van kandidaten van de commissaris van de Koning kan het onderdeel Proces worden afgesloten met procedurele informatie over de opzet van de selectiegesprekken en eventuele assessments. Dit hoofdstuk bevat dus uitsluitend procedurele informatie.

  • 2.

    Bevindingen: In het verslag wordt chronologisch de inhoud en het verloop van alle beraadslagingen in, en gesprekken door, de commissie verwerkt. De bevindingen met betrekking tot de afzonderlijke kandidaten kunnen desgewenst geanonimiseerd

  • worden gepresenteerd. De kandidaten worden dan bijvoorbeeld aangeduid door letters. De namen van de kandidaten die op de conceptaanbeveling staan, worden vanzelfsprekend wel genoemd.

  • Zij worden uitgebreider besproken. Afgesloten wordt met een advies over welke twee kandidaten in welke volgorde op de aanbeveling zouden moeten staan. Deze conclusie wordt onderbouwd en aangegeven wordt of de commissie unaniem is in dit voorstel.

  • Indien kandidaten zich gedurende de procedure terugtrekken, wordt de reden daarvan vermeld in het verslag.

  • 3.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van

  • de commissie.

     

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

 

Artikel 11 Ontbinding van de commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop:

• bij benoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien;

 

Artikel 12 Archivering

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 11 alle archiefbescheiden onverwijld in

  • 2.

    een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

    • De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

    • 3.

      De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de

  • benoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

     

Digitale bestanden in de benoemingsprocedure

De Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995 maken geen onderscheid naar de vorm van bescheiden en zijn dus zowel op papieren als op digitale bescheiden van toepassing. Ingeval er sprake is van digitale bestanden en bij de door de gemeente aangewezen archiefbewaarplaats de mogelijkheid bestaat tot digitale opslag dienen de daarvoor geldende regels te worden gevolgd en moet op overeenkomstige wijze de geheimhouding van de

betrokken bescheiden worden gegarandeerd.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 november 2015.

 

De voorzitter, De raadsgriffier,

A.M. Demmers-van der Geest, mr. F. Vermeulen