Organisatie | Rhenen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel individuele Inkomenstoeslag |
Citeertitel | Beleidsregels individuele Inkomenstoeslag Participatiewet 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Geen |
Geen
Artikel 36, eerste lid Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 02-06-2015 | 2015/bis 242 |
De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een
inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen
hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op
inkomensverbetering (artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet).
Bij verordening zijn regels vastgesteld over het verlenen van een individuele inkomenstoeslag. Op
grond van deze verordening is geen sprake van een laag inkomen bij een inkomen hoger dan
105% van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarnaast wordt bij verordening de hoogte van de
individuele inkomenstoeslag bepaald.
In deze beleidsregels geven wij aan wanneer sprake is van 'geen uitzicht op inkomensverbetering'.
Bij de beoordeling van het criterium 'geen uitzicht op inkomensverbetering' moet het college
rekening houden met de omstandigheden van de persoon. Tot die omstandigheden worden in ieder
II Wettelijk kader individuele inkomenstoeslag
Op een daartoe strekkend verzoek van een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering, kan het college, gelet op de omstandigheden van die persoon, een individuele inkomenstoeslag verlenen.
Onder een verleende individuele inkomenstoeslag als bedoeld in het derde lid wordt mede verstaan een langdurigheidstoeslag die voorafgaande aan de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel T, van de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten is verleend op grond van artikel 36, eerste lid, van deze wet, zoals die luidde voorafgaande aan die inwerkingtreding.
III Beleidsregels individuele inkomenstoeslag
Het college stelt vast dat een verzoek om individuele inkomenstoeslag moet worden ingediend via het aanvraagformulier individuele inkomenstoeslag en het inlichtingenformulier individuele inkomenstoeslag.
Bij de beoordeling van het criterium ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ houdt het college rekening met de omstandigheden van een persoon. Hiertoe rekent het college in ieder geval de krachten en bekwaamheden van de persoon en de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.
3.Krachten en bekwaamheden van de persoon
Op grond van de krachten en bekwaamheden van een persoon, oordeelt het college dat de volgende personen niet in aanmerking komen voor individuele inkomenstoeslag:
personen die recht hebben op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Het college stelt dat deze personen zicht op inkomensverbetering hebben daar zij onderwijs (kunnen) volgen.
Op grond van de inspanningen die een persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen, oordeelt het college dat de volgende personen niet in aanmerking komen voor individuele inkomenstoeslag:
personen aan wie in een jaar voorafgaand aan de peildatum een maatregel vanaf de tweede categorie is opgelegd wegens een schending van de arbeidsverplichting danwel re-integratieverplichting. Het college stelt dat deze personen onvoldoende inspanningen hebben geleverd om tot inkomensverbetering te komen.