Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Verordening bijdrageregeling minima

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening bijdrageregeling minima
CiteertitelVerordening bijdrageregeling minima
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVerordening bijdrageregeling minima

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet en Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-09-201501-01-201501-02-2017nieuwe regeling

10-09-2015

www.officielebekendmakingen.nl

geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening bijdrageregeling minima

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 juni en 1 september 2015;

b e s l u i t:

- de verordening bijdrageregeling minima vast te stellen;

- het college de opdracht te geven een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren voor vernieuwingvan de minimabijdrage.

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    Alle begrippen in deze regeling die niet nader worden omschrevenhebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Aanvrager: een alleenstaande, een alleenstaande ouder of een gezin als bedoeld in artikel 4, lid 1, Participatiewet die een aanvraag heeft ingediend. Deze persoon kan eveneens voor zijn thuisinwonende minderjarige kind(eren) een aanvraag indienen.

    • b.

      Rechthebbende: aanvrager van 18 jaar of ouder die ingezetene is van de gemeente, niet zijnde een student, van wie het adres op 1 januari en op het moment van aanvraag overeenkomt met de basisregistratie personen en die in de maand voorafgaande aan de maand van de aanvraag een inkomen heeft dat netto niet meer bedraagt dan 110% van het van toepassing zijnde sociaal minimum.

    • c.

      Sociaal minimum: de gehuwdennorm als bedoeld in artikel 21 en 22 van de Participatiewet waarbij de kostendelersnorm is uitgesloten. Voor een alleenstaande ouder bedraagt de van toepassing zijnde norm 90% van de gehuwdennorm en voor een alleenstaande 70% van de toepasselijke gehuwdennorm. Voor in een inrichting verblijvende personen bedraagt de van toepassing zijnde norm, het bedrag genoemd in artikel 23, lid 1 en 2 van de Participatiewet. Voor jongeren jonger dan 21 jaar bedraagt de van toepassing zijnde norm het bedrag, genoemd in artikel 20 lid 1 en 2 van de Participatiewet.

Artikel 2. Vergoedingen en verstrekkingen

Voor een vergoeding komen in aanmerking:

  • a.

    entreekaarten en/of contributie voor sociaal-culturele en/of sportieve activiteiten;

  • b.

    de kosten voor aanschaf van sportattributen en fietsonderhoud;

  • c.

    abonnement televisie, krant en internet;

  • d.

    de kosten voor aanschaf van een identiteitskaart of paspoort;

  • e.

    de kosten voor openbaar vervoer.

     

Verstrekkingen:

  • f.

    zwemlessen voor diploma A (vanaf 5 tot en met 17 jaar);

  • g.

    een laptop (voor kinderen, die voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaan);

Artikel 3. Hoogte van de vergoeding en voorwaarden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen per jaar een vergoeding voor op naam gestelde kosten van de rechthebbende zoals deze genoemd zijn in artikel 2.

  • 2.

    Van de gemaakte kosten wordt 100% vergoed tot een maximum van € 120,00 per jaar per volwassene en tot een maximum van € 339,00 per jaar voor een thuisinwonend ten laste komend minderjarig kind.

  • 3.

    De kosten van zwemlessen voor diploma A worden uitsluitend rechtstreeks aan een zwembad vergoed.

  • 4.

    Een laptop of vergelijkbare voorziening wordt uitsluitend in natura verstrekt, met een maximum van 1 laptop of vergelijkbare voorziening eens in de 3 jaar per gezin of alleenstaande ouder met kinderen die voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaan.

  • 5.

    De maximale bijdrage van de in lid 2 genoemde vergoedingen wordt elk kalenderjaar aangepast conform het door de gemeente gehanteerde inflatiepercentage. De geïndexeerde tegemoetkoming wordt afgerond op hele euro’s.

Artikel 4. Aanvragen

  • 1.

    Het aanvragen van de vergoeding geschiedt per kalenderjaar. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een daarvoor vastgesteld (digitaal) formulier.

  • 2.

    De aanvraag over het betreffende jaar dient te worden ingediend voor 1 februari volgend op het jaar waar de aanvraag betrekking op heeft. De aanvrager hoeft geen inkomensgegevens in te leveren indien hij/zij een periodieke uitkering van de gemeente ontvangt.

  • 3.

    Het college beslist binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Betaling vindt plaats binnen twee weken na de verzenddatum van het besluit.

Artikel 5. Bewijsstukken

  • 1.

    Aanvrager is verplicht om op verzoek de bewijsstukken te verstrekken.

  • 2.

    De aanvrager heeft een bewaarplicht tot 1 jaar na de uiterste aanvraagdatum ten behoeve van een eventuele nacontrole.

  • 3.

    Indien de aanvrager de bewijsstukken niet verstrekt, vorderen burgemeester en wethouders de verstrekte vergoeding terug.

Artikel 6. Afwijkende bepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in deze verordening besluiten een bijdrage te verlenen in geval een strikte toepassing van de regeling zou leiden tot onbillijkheid.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als:

Verordening bijdrageregeling minima.

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening bijdrageregeling minima 2014 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 september 2015

drs. H.H. Apotheker

voorzitter

G.W. Stegenga

griffier

Toelichting

Met de invoering van de Participatiewet 2015 blijkt dat de regering groot belang hecht aan het maatwerkprincipe, dat wil zeggen waar is in de individuele situatie daadwerkelijk behoefte aan. De regering vindt het zeer belangrijk dat inwoners participeren in de samenleving en met name dat kinderen de kans krijgen om deel te nemen aan activiteiten zoals sport, muziek of danslessen. Verder stelt de regering dat gemeenten de mogelijkheid hebben om deelname aan culturele, maatschappelijke en sportieve voorzieningen en activiteiten te bevorderen. De bijdrageregeling minima is in feite een maatwerkvoorziening op grond van de Gemeentewet, in die zin dat mensen die deelnemen aan bovengenoemde activiteiten en voldoen aan de voorwaarden, de daadwerkelijke kosten van deelname aan genoemde activiteiten vergoed krijgen (tot de genoemde maximum bedragen). 

Op grond van artikel 149 van de Gemeentewet kan de gemeenteraad verordeningen maken die zij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. Zo kan de gemeenteraad er in deze verordening er voor kiezen om een aantal regelingen in het leven te roepen die als (inkomens)ondersteuning voor de inwoners van de gemeente kunnen gelden met het doel dat alle inwoners kunnen participeren in de samenleving. Van belang daarbij is dat de hierboven genoemde regelingen geen ‘verboden’ categoriale bijzondere bijstand inhouden, maar als (inkomens)ondersteuning gelden. Iets wordt beschouwd als inkomensondersteuning (en niet als categoriale bijzondere bijstand) in de zin van artikel 149 Gemeentewet als:

a) de ondersteuning niet alleen toegankelijk is voor één van de groepen die tot 1 januari 2015 in aanmerking kon komen voor categoriale bijzondere bijstand, maar voor iedereen of een bredere groep dan de groepen die tot 1 januari 2015 in aanmerking konden komen voor categoriale bijzondere bijstand;

b) het doel van de regeling het stimuleren van participatie is en niet het vergoeden van kosten;

c) in het kader van deze regeling gevraagd kan worden om betaalbewijzen te overleggen (declareren).

 

Ad voorwaarde a:

Categoriale bijzondere bijstand op grond van artikel 35 WWB was tot 1 januari 2015 bestemd voor de doelgroepen: pensioengerechtigden, chronisch zieken of gehandicapten en schoolgaande kinderen. De bijdrageregeling minima is bestemd voor alle inwoners van de gemeente met een laag inkomen (met uitzondering van studenten). Het staat vast dat deze inwoners extra kosten hebben, die hun financiële draagkracht te boven gaan, waardoor het voor hen lastiger is om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten.

 

Voorwaarde b en c:

Het doel van deze verordening is het kunnen deelnemen van inwoners in de samenleving (bevorderen van de sociale participatie). Er is bij het stimuleren van participatie dus zeker sprake van een stimulans om geld uit te geven. Er wordt in dat kader steekproefsgewijs gevraagd naar verificatie-gegevens (betaalbewijzen) om vast te kunnen stellen of het geld aan het bestemde doel is uitgegeven. Gelet op de ‘regelluwe’ uitvoering van deze regeling is de van toepassing zijnde bijstandsnorm vervangen door het relevante sociaal minimum. De toepasselijke bijstandsnorm impliceert namelijk dat de kostendelersnorm van toepassing is. Dit is niet de bedoeling voor potentiële deelnemers (inwoners met een inkomen tot en met 110% van het sociaal minimum). 

 

Financiële bijdrage, vergoedingen en verstrekkingen

Het verstrekken van de bijdrage vindt plaats in de vorm van een geldelijke bijdrage, dan wel in natura of via een andere manier van verstrekken. Het verlenen van maatwerk wordt gerealiseerd door de bijdrageregeling ook open te stellen voor kosten van het openbaar vervoer en fietsonderhoud. Dit is gebaseerd op de onderzoeksresultaten uit het rapport Kindpakket (verschenen in 2014), waarin de resultaten staan beschreven waar behoefte aan is. In dit rapport werd ook kleding en schoeisel genoemd als rubriek waar behoefte aan zou zijn. Hiervoor ontvangt een gezin met kinderen kinderbijslag van de rijksoverheid.

De kosten van zwemlessen voor diploma A worden vergoed aan het zwembad. Inmiddels zijn met zwembaden samenwerkingsovereenkomsten aangegaan, waarbij een vergoeding wordt overgemaakt aan het zwembad. Kinderen die voor het eerst naar de middelbare school gaan komen in aanmerking voor een laptop. Dit wordt in natura verstrekt.

De hoogte van de financiële bijdrage in de bijdrageregeling is gelijk gesteld aan die van 2014, waarbij indexatie is toegepast.

 

Afwijkende bepalingen (hardheidsclausule)

In deze verordening zijn de hoofdlijnen voor het bevorderen van sociale- en maatschappelijke participatie beschreven. Er kunnen zich concrete situaties voordoen waarin deze verordening niet voorziet. Dit artikel bepaalt dat het college in dergelijke situaties beslist in afwijking van deze verordening. Redelijkheid is hierbij het uitgangspunt.