Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Rotterdam 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Rotterdam 2015
CiteertitelBeleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Rotterdam 2015
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 1:3, vierde lid
  2. Wet op het primair onderwijs, artikel 117
  3. Wet op het primair onderwijs, artikel 136
  4. Wet op de expertisecentra, artikel 115
  5. Wet op de expertisecentra, artikel 130
  6. Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012
  7. Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2012

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuw

12-11-2015

gmb-2015-114487

Gemeenteblad 2015, nummer 191

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Rotterdam 2015

De concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

gelezen het voorstel van het hoofd van de afdeling Onderwijs van 12 november 2015 en de daarop uitgebrachte adviezen; registratienummer 15INT00248;

gelet op artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene Wet Bestuursrecht, het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 en het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2012;

gelet op de artikelen 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115 en 130 van de Wet op de expertisecentra;

gezien het gevoerde overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van niet door de gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente;

besluit vast te stellen:

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Rotterdam 2015

Artikel 1 Omvang en bekostiging gebruik

  • 1.

    Het bekostigingsbedrag voor een lokaal voor het geven van bewegingsonderwijs door een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week dat is opgenomen op het door het college vastgestelde rooster bewegingsonderwijs.

  • 2.

    Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO vastgestelde aantal groepen en de splitsingstabel zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 2 klokuren per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de school voor basisonderwijs niet beschikt over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuren per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.

  • 3.

    Voor een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 136, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 14 van het besluit bekostiging WEC vastgestelde aantal groepen. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 2,25 klokuren per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de genoemde scholen niet beschikken over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuren per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.

  • 4.

    Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs dat eigenaar is van een lokaal voor bewegingsonderwijs ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van het op grond van het eerste lid vastgestelde rooster bewegingsonderwijs. Wanneer er sprake is van medegebruik van het lokaal voor bewegingsonderwijs door een of meer andere scholen voor basisonderwijs, speciale scholen voor basisonderwijs, scholen voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.

  • 5.

    Het college keert de ingevolge het vierde lid vastgestelde jaarlijkse vergoeding in twee termijnen (2x p/jr) uit aan het bevoegd gezag als bedoeld in het tweede lid. Waarbij de eerste termijn aanvangt in december van het schooljaar, en de tweede termijn in juli van het schooljaar.

Artikel 2 Indexering

De in de bijlage gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding worden jaarlijks bijgesteld op basis van het jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer.

Artikel 3 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Rotterdam 2015.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

 

Aldus vastgesteld op 12 november 2015.

Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

W.A.J.J.Houtman,

Concerndirecteur cluster Maatschappelijke Ontwikkeling

Bijlage - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

Algemeen

Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs, school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en school voor voortgezet speciaal onderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.

Basisschool

Het aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal formatieplaatsen dat wordt berekend met de volgende formule G = (A + B + C + D) / 179:

A=

Aantal leerlingen van 4 t/m 7 jaar dat op 1 oktober is ingeschreven op de school vermenigvuldigd met 9.

B=

Aantal leerlingen van 8 jaar en ouder dat op 1 oktober is ingeschreven op de school vermenigvuldigd met 6,17.

C=

Kleine scholen toeslag: 280 minus aantal leerlingen ingeschreven op 1 oktober vermenigvuldigd met 2,06. Als de uitkomst een negatief getal is wordt C bepaald op 0.

D=

Schoolgewicht: som van de gewichten minus 6,00% van het totaal aantal leerlingen. Er vindt geen bekostiging plaats boven de grens van 80,00% van het aantal ongewogen leerlingen. Dit getal wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal en vervolgens vermenigvuldigd met 3,2. Als factor D een negatief getal oplevert wordt het getal afgerond op 0.

Afronding: De factoren A, B, C en D worden onafgerond gebruikt in de berekening en de factor G wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

De uitkomst van de berekening geeft het totaal aantal formatieplaatsen weer. Om het aantal gymgroepen 6-12 jarigen te bepalen moet tabel 1 worden gehanteerd. In deze tabel is opgenomen de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen voor het bewegingsonderwijs.

Tabel 1. Splitsingstabel aantal groepen leerlingen

Aantal gymgroepen per school (G)

Aantal gymgroepen 4/5-jarigen

Aantal gymgroepen 6/12-jarigen

2

1

1

3

1

2

4

2

2

5

2

3

6

2

4

7

3

4

8

3

5

9

3

6

10

3

7

11

4

7

12

4

8

13

4

9

14

5

9

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

7

14

22

7

15

23

7

16

24

8

16

25

8

17

26

8

18

27

9

18

28

9

19

29

9

20

30

9

21

31

10

21

32

10

22

33

10

23

34

11

23

35

11

24

36

11

25

37

11

26

38

12

26

39

12

27

40

12

28

41

13

28

42

13

29

43

13

30

44

14

30

45

14

31

46

14

32

47

14

33

48

15

33

49

15

34

50

15

35

Speciale school voor basisonderwijs

In bijlage III, deel B onder B.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2015 is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een speciale school voor basisonderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor (bepalend voor de groepsgrootte) die voor een speciale school voor basisonderwijs is vastgesteld op 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma hoger is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

School voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

In bijlage III, deel B onder B.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2015 is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor, die afhankelijk is van de onderwijssoort, zie tabel 2. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma hoger is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

Tabel 2. N-factor per onderwijssoort

Cluster

Onderwijssoort

N-factor

so

N-factor

vso

1

Visueel gehandicapte leerlingen (VISG)

12

7

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) die ook visueel gehandicapt zijn

7

7

2

Dove kinderen (DO) Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

6

6

 

Slechthorende kinderen (SH)

12

7

Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden (ESM)

12

7

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

71

71

3

Lichamelijk gehandicapte kinderen (LG) Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

12

7

Langdurig zieke kinderen (LZ) met een lichamelijke handicap

13

7

Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK)

12

12

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

71

71

4

Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK)

12

7

Langdurig zieke kinderen (LZ) anders dan met een lichamelijke handicap

13

7

Kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten

(PI)

10

7

1Tenzij de N-factor door de minister anders is vastgesteld.

 

Bekostiging gebruik lokalen bewegingsonderwijs

De bekostigingsbedragen, bedoeld in de artikel 117, derde lid, en 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115, derde lid, en 130, eerste en tweede lid, van de Wet op de expertisecentra worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 3. Een bekostigingsbedrag bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud van het gebouw, de materiële instandhouding en een vergoeding voor het vervangen en aanpassen van het onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van het lokaal bewegingsonderwijs en de oppervlakte van de oefenzaal.

Tabel 3. Bekostigingsbedragen gebruik lokalen bewegingsonderwijs

Normbedragen materiële instandhouding gymnastiek

 

 

 

bouw jaar gymzaal tot 1987

vaste opslag buitenonderhoud

reguliere vaste vergoeding

variabele vergoeding

1

< 90 m2 netto vloeroppervlakte gymzaal

€ 2.025,00

€ 2.886,26

€ 350,69

2

90-129 m2 netto vloeroppervlakte gymzaal

€ 2.902,50

€ 3.703,55

€ 443,77

3

130-169 m2 netto vloeroppervlakte gymzaal

€ 3.802,50

€ 4.049,55

€ 478,90

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

170-189 m2 netto vloeroppervlakte gymzaal

€ 4.252,50

€ 3.864,55

€ 523,97

5

190-229 m2 netto vloeroppervlakte gymzaal

€ 5.152,50

€ 3.701,22

€ 577,26

6

≥ 230 m2 netto vloeroppervlakte gymzaal

€ 5.175,00

€ 4.188,91

€ 645,75

 

Bouwjaar gymzaal vanaf 1987

 

 

 

7

≥ 252 m2 netto vloeroppervlakte gymzaal

€ 5.670,00

€ 3.325,94

€ 587,22

De bovenstaande bedragen worden ten aanzien van de vaste opslag voor buitenonderhoud opgehoogd met een percentage dat gekoppeld is aan het stichtingsjaar van de gymzaal volgens onderstaande tabel.

Tabel opslag op basis van stichtingsjaar:

 

Gymzalen

 

 

 

 

Klassen stichtingsjaar

< 1940

1940-1960

1960-1980

1980-2000

2000-2015

Opslagpercentages

125%

105%

60%

15%

12,5%

De opslagpercentages, die gerelateerd zijn aan de huidige meerjarenonderhoudsplannen, gelden voor de periode tot en met 2019. Na deze periode vindt er een herziening plaats.

Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening

Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is er tevens bewegingsonderwijs mogelijk in een bestaand lokaal bewegingsonderwijs door middel van medegebruik of huur van een andere school, de gemeente of een commerciële exploitant. Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:

  • a.

    als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van de gemeente dan wordt dit lokaal door het college om niet aan de school in gebruik gegeven;

  • b.

    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van de gemeente, vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het college het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;

  • c.

    als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van een lokaal bewegingsonderwijs waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;

  • d.

    als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;

  • d.

    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;

  • f.

    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor voortgezet onderwijs vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het andere bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;

  • g.

    als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancierd, vergoedt het college aan de commerciële exploitant de huurprijs die is onderverdeeld in een vergoeding voor de stichtingskosten en materiële instandhouding;

  • h.

    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancierd, vergoedt het college aan de commerciële exploitant de stichtingskosten en het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs vergoedt aan de commerciële exploitant de vergoeding materiële instandhouding.

Dit gemeenteblad 2015, nummer 191, is uitgegeven op 1 december 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)