Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening Goeree-Overflakkee 2015 |
Citeertitel | Erfgoedverordening Goeree-Overflakkee 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Verordeningen vier voormalige gemeenten worden ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 24-06-2020 | Nieuwe regeling | 27-11-2015 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;
gelet op Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de Erfgoedverordening Goeree-Overflakkee 2015.
Deze verordening verstaat onder:
beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
monumentencommissie: de op basis van art. 15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordening en het monumentenbeleid;
bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijke monumenten
Artikel 2 Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Artikel 3 De aanwijzing tot gemeentelijk monument of beschermd dorpsgezicht
De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of dat is aangewezen op grond van een provinciale monumentenverordening.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Artikel 9 Intrekking van de aanwijzing
De aanwijzing wordt geacht ingetrokken te zijn, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of indien het monument wordt aangewezen op grond van een provinciale monumentenverordening.
Hoofdstuk 3 Instandhouding van gemeentelijke monumentale zaken
Artikel 10 Instandhoudingsbepaling
Het bevoegd gezag verleent, met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming, geen vergunning als bedoeld in het tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Artikel 11 De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2 Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in tweevoud ingediend.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Hoofdstuk 5 Instandhouding van archeologische terreinen
Artikel 16 Instandhoudingsbepaling
Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien:
sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.12, eerste en tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en hierin voorschriften zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg;
burgemeester en wethouders nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van een archeologisch monument, een archeologisch waardevol gebied of een archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op gemeentelijke archeologische beleidskaart, of
In een gebied met lage, zeer lage of geen archeologische verwachting gelden geen archeologische voorschriften. Wel is men gehouden aan de plicht in artikel 47 lid 1 van de Monumentenwet om bij het aantreffen van vondsten waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het om oudheidkundige vondsten gaat, binnen drie dagen aangifte te doen bij de burgemeester.
Artikel 17 Opgravingen en begeleiding
Indien binnen het grondgebied van de gemeente onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 sub h van de Monumentenwet 1988, dient, onverminderd de overige bepalingen van deze wet:
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe, indien de schade in relatie staat tot: