Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
eigenaar:
de eigenaar, de erfpachter, de houder van een recht van opstal, de eigenaar van een appartementsrecht.
- b.
dorpsvernieuwing:
de stelselmatige inspanning, zowel stedenbouwkundig als op sociaal, economisch en cultureel gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde en onbebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied.
- c.
object:
een onroerende zaak of meerdere onroerende zaken die naar hun aard en (voormalige) functie als één geheel zijn aan te merken.
- d.
onderhoud:
periodieke werkzaamheden aan een pand welke dienen om het als zodanig in stand te houden.
Artikel 2 Subsidiedoeleinden
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een object subsidie verlenen voor:
- a)
het uitvoeren van restauratiewerkzaamheden en achterstallig onderhoud aan een object;
- b)
het geven van een nieuwe bestemming aan een object;
- c)
het herontwikkelen van een object;
- d)
het verplaatsen van een bedrijfsvestiging van een object naar een locatie buiten het centrum;
voor zover het object gelegen is binnen het gebied dat gelegen is binnen de rode lijn op de bij deze verordening behorende kaart, en voor zover de activiteiten naar het oordeel van burgemeester en wethouders bijdragen aan de dorpsvernieuwing van Herkingen.
- 2.
Onder eigenaar wordt voor de toepassing van het eerste lid mede verstaan degene die blijkens een overeenkomst kan aantonen toekomstig eigenaar te zijn.
Artikel 3 Subsidieplafonds
- 1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een subsidieplafond vast te stellen.
- 2.
Aanvragen om subsidieverlening worden in volgorde van ontvangst afgehandeld. Een aanvraag wordt in deze rangorde opgenomen als zij voldoet aan de wettelijke eisen voor het in behandeling nemen van een aanvraag.
Artikel 4 Verslag
Artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de subsidies die op grond van de verordening worden verstrekt.
Artikel 5 Subsidiebedrag
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen tot ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 30.000 eenmalig per object.
- 2.
Onder subsidiabele kosten worden begrepen de door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:
- a.
- b.
het eventueel noodzakelijke meerwerk;
- c.
het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht;
- d.
de herinvesteringskosten op basis van taxatie minus opbrengst;
- e.
de eventuele sloopkosten;
- f.
de bodemsaneringskosten (inclusief onderzoekskosten);
- g.
overige kosten die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gelet op de voorgenomen activiteiten en gezien het doel van de verordening redelijkerwijs onder de subsidie kunnen worden gebracht.
Artikel 6 Beslistermijn aanvraag beschikking subsidieverlening
Burgemeester en wethouders beslissen over een aanvraag om een beschikking tot subsidieverlening binnen dertien weken na de ontvangst van de aanvraag. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing met ten hoogste dertien weken verdagen.
Artikel 7 Aanvraag beschikking subsidieverlening
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen een formulier vaststellen waarop de aanvraag om subsidieverlening moet worden ingediend.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat bij een aanvraag nader te bepalen gegevens moeten worden overgelegd.
Artikel 8 Weigeringsgronden
- 1.
De aanvraag tot subsidieverlening wordt afgewezen indien op grond van deze verordening of de verordening bedoeld in artikel 14, tweede lid, al eerder subsidie is verleend voor het object waarop de aanvraag ziet of een deel daarvan.
- 2.
De aanvraag tot subsidieverlening kan, naast de in de Algemene wet bestuursrecht opgenomen weigeringsgronden, worden afgewezen indien:
- a.
burgemeester en wethouders de activiteiten waarop de aanvraag ziet niet in het belang van de dorpsvernieuwing achten;
- b.
de aanvrager reeds voor burgemeester en wethouders op de aanvraag hebben besloten met uitvoering van de activiteiten is begonnen.
Artikel 9 Verplichtingen van de subsidieontvanger
- 1.
Burgemeester en wethouders verbinden aan een beschikking tot verlening van subsidie op grond van deze verordening de volgende verplichtingen:
- a.
de begunstigde dient binnen 26 weken na de bekendmaking van de subsidieverlening een aanvang te maken met de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie is verleend;
- b.
de begunstigde dient de onder a. bedoelde activiteit of activiteiten uit te voeren binnen twee jaar na de datum van bekendmaking van de subsidieverlening;
- c.
de begunstigde dient aan door burgemeester en wethouders aangestelde toezichthouders inzage te verlenen in bescheiden en tekeningen die op de gesubsidieerde activiteit of activiteiten betrekking hebben
- d.
de begunstigde dient aan de onder c bedoelde toezichthouders toegang te verlenen tot de onroerende zaak of zaken waarop de verlening betrekking heeft.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de termijnen genoemd in het eerste lid verlengen.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieverlening nadere verplichtingen verbinden.
Artikel 10 Voorschot
Indien de aanvrager aannemelijk maakt dat dit voor het uitvoeren van de activiteiten noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag een of meer voorschotten verlenen tot maximaal 80 % van de verleende subsidie.
Artikel 11 Aanvraag beschikking subsidievaststelling
- 1.
Uiterlijk drie maanden na voltooien van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in.
- 2.
Bij de aanvraag toont de subsidieontvanger aan dat de activiteiten zijn uitgevoerd overeenkomstig de subsidieverlening en onder de daaraan verbonden verplichtingen. In elk geval worden bij de aanvraag de op de activiteiten betrekking hebbende nota’s en betalingsbewijzen overgelegd.
Artikel 12 Beslistermijn subsidievaststelling
Burgemeester en wethouders beslissen over een aanvraag tot subsidievaststelling binnen dertien weken na de ontvangst van de aanvraag. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing met ten hoogste dertien weken verdagen.
Artikel 13 Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen van bepalingen van deze verordening afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de dorpsvernieuwing leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 14 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
- 2.
Op de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Subsidieverordening dorpsvernieuwing centrum Herkingen, vastgesteld door de raad van de gemeente Dirksland op 22 november 2012.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening dorpsvernieuwing centrum Herkingen 2015.