Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
Geen
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 03-12-2015 Gemeenteblad, d.d. 7-12-2015, 116332 | raadsstukken 03-12-2013, B11 |
Besluit van de raad der gemeente Borsele tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016.
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2016.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief
Voor overige extra containers worden de in het tweede lid genoemde tarieven in rekening gebracht. Er worden geen extra papiercontainers verstrekt.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedragen de tarieven € 107,40 voor een extra gft container (groen) of extra restafval (grijs) container met een inhoud van 140 liter (alleen voor bestaande containers met deze inhoud; er worden hiervan geen nieuwe meer verstrekt) en € 158,40 voor een extra gft container (groen) of extra restafval container (grijs) met een inhoud van 240 liter.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar voor de belastingen die worden geheven op grond van artikel 3, lid 1 en 2.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2 verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2 als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog, volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 7 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen drie maanden en wel in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-- doch minder is dan € 10.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vier en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.