Organisatie | Laarbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regelement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Laarbeek 2015 |
Citeertitel | Regelement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Laarbeek 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2015 | 13-11-2015 | nieuwe regeling | 05-11-2015 Onbekend | Onbekend |
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Laarbeek 2015.
De raad van de gemeente Laarbeek;
gelezen het voorstel van het presidium d.d. 6 augustus 2015, aangaande het voorstel tot vaststelling van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2015;
gehoord de adviezen van de commissie Algemene Zaken, d.d. 1 september en 1 oktober 2015;
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Laarbeek 2015.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Artikel 4 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid.
Paragraaf 1 Tijstip van vergaderen; voorbereidingen
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Daarbij komen de onderwerpen, waarbij gebruik gemaakt wordt van het in artikel 24 bedoelde spreekrecht, zo veel mogelijk als eerste aan de orde. Op voorstel van een raadslid of van de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
Artikel 8 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Artikel 12 Opening vergadering
De voorzitter opent en sluit de vergadering met het uitspreken van het volgende openings- respectievelijk sluitingswoord.
“Dames en heren raadsleden, de inwoners van Laarbeek hebben u gekozen om hen te vertegenwoordigen in deze raad. U bent nu in vergadering bijeen om met inachtneming van de belangen van de inwoners en met respect voor ieders standpunt, te debatteren en besluiten te nemen. Ik wens u daarbij veel wijsheid toe.”
“Moge de inspanningen en besluiten van deze vergadering ten goede komen aan de gemeente Laarbeek en haar inwoners.”
voor wat betreft dat (sub)amendement, die motie of dat voorstel;
gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde, of het beantwoorden van verhelderende vragen.
6.Tijdens de eerste spreektermijn kunnen vragen worden gesteld aan de portefeuillehouder(s) voor zover de behandeling in de commissievergadering hier geen duidelijkheid over heeft verschaft of indien er na de behandeling in de commissievergadering nog vragen zijn gerezen.
Artikel 14 Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 15 Gebruik mobiele telefoons e.d.
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de openbare vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen toegestaan, zolang dit geen inbreuk maakt op de orde van de vergadering.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun stemgedrag toelichten.
Artikel 19 Stemming; procedure hoofdelijke stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 21 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is zijn stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
7.Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de
Paragraaf 4 Verslaglegging; ingekomen stukken
De concept-besluitenlijst en de op een geluidsdrager vastgelegde opname van de voorgaande vergadering worden digitaal aan de raadsleden beschikbaar gesteld gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de volgende vergadering. Deze bescheiden worden gelijktijdig aan de overige personen, die het woord hebben gevoerd, toegezonden.
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de concept-besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.
ming van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de
leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich
bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
voorzitter en de griffier wordt ondertekend.
6.Aan de hand van de concept-besluitenlijst worden de besluiten, voorzover de aard en de
6. inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, zo spoedig mogelijk na de ver-
gadering openbaar gemaakt door plaatsing in het plaatselijk huis-aan-huisblad, op de voor aankondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website.
Paragraaf 5 Spreekrecht burgers; Burgerinitiatief
Artikel 24 Spreekrecht burgers
d.onderwerpen waarvoor in de Wet op de Ruimtelijke Ordening een inspraakprocedure is
aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en tele-
foonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de raadsvergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Voorafgaand aan de tweede termijn geeft de voorzitter aan insprekers de gelegenheid tot een korte reactie of aanvulling. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering.
Artikel 25b Geldigheid burgerinitiatief
Een verzoek om een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de raad te plaatsen is slechts geldig indien dat verzoek:
Artikel 25d Wijze van indiening burgerinitiatief
verzoeker en zijn plaatsvervanger;
d.een lijst met de achternamen, voornamen, adressen, geboortedata en handtekeningen
Artikel 25e Wijze van behandeling burgerinitiatief
1.Het presidium beoordeelt in de eerstvolgende vergadering na ontvangst van het burgerinitia-
tiefvoorstel of het verzoek voldoet aan de eisen van artikel 25b, 25c en 25d.
2.Het presidium adviseert de raad over de wijze van afdoening van het burgerinitiatiefvoorstel.
Indien er geen weigeringsgronden zijn plaatst het presidium het burgerinitiatiefvoorstel op
de voorlopige agenda van de eerstvolgende raad. Indien het presidium weigeringsgronden
aanwezig acht, brengt het presidium dit in het advies aan de raad tot uitdrukking.
3.De raad beslist of het initiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt
geplaatst. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 25c sub a, kan de
raad het voorstel ter afdoening in handen stellen van burgemeester en wethouders of de
burgemeester. Een afwijzing moet duidelijk worden gemotiveerd.
4.De raad draagt er zorg voor dat de verzoeker wordt uitgenodigd voor de vergadering van de
raad waarin het burgerinitiatiefvoorstel voorlopig is geagendeerd. De verzoeker krijgt tijdens
deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te
5.Binnen twee weken nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft geno-
men, wordt dit besluit bekend gemaakt op de wijze die is aangegeven in de artikelen 3:41
Paragraaf 6 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
De concept-besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 29 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 4 Bevoegdheden, instrumenten van de raadsleden
Artikel 32 Amendementen en subamendementen
Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er word alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden, die de presentielijst getekend hebben.
geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;
de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
4.De raad kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet
zijnde een voorstel voor een verordening.
5.Op een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een wethouder, zijn de
bepalingen in dit artikel niet van toepassing. Een dergelijk voorstel kan na instemming van de raad terstond aan de agenda toegevoegd worden.
Artikel 37 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Direct na de opening is er in alle reguliere vergaderingen van de raad een vragenhalfuurtje, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan het presidium bepalen dat het vragenhalfuurtje op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenhalfuurtje eindigt.
Hoofdstuk 5 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 40 Verslag; verantwoording
Een raadslid, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om, in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken of voor het sluiten van de vergadering, verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Voor door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter doorverwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon, als bedoeld in het eerste lid, ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 36, zijn van overeenkomstige toepassing.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Laarbeek op 5 november 2015.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
M.L.M. van Heijnsbergen F.H.G.M. Ronnes
Artikelen Gemeentewet die van belang zijn voor de orde van de vergaderingen van de raad
Bijzonder kritisch is gekeken naar bepalingen die ook voorkomen in de Gemeentewet. Doorgaans voegen de bepalingen in het reglement niets toe aan wat al geregeld is in de wet. In dat geval zijn zij geschrapt.
Bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt zijn ambt waargenomen door een door het college aan te wijzen wethouder. Het voorzitterschap van de raad wordt in dat geval waargenomen door het langstzittende lid van de raad. Indien meer leden van de raad even lang zitting hebben, vindt de waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen. De raad kan een ander lid van de raad met de waarneming belasten.
Bij verhindering of ontstentenis van alle wethouders wordt het ambt waargenomen door het langstzittende lid van de raad. Indien meer leden van de raad even lang zitting hebben, vindt de waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen. De raad kan een ander lid van de raad met de waarneming belasten.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raad kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Hij kan de raad voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g en h, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
De regeling houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop een lid van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam of een lid van het gemeenschappelijk orgaan door de raad die dit lid heeft aangewezen, ter verantwoording kan worden geroepen voor het door hem in dat bestuur onderscheidenlijk dat orgaan gevoerde beleid.
Ingeval toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 13, vijfde lid, onder a, houdt de regeling bepalingen in omtrent de wijze waarop aan de raad die geen lid van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam of van het gemeenschappelijk orgaan aanwijst, de door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen worden verstrekt en de door die raad gevraagde verantwoording wordt afgelegd voor het door dat bestuur onderscheidenlijk dat orgaan gevoerde beleid.
De regeling houdt bepalingen in omtrent de bevoegdheid van de raad, een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam of een door hem aangewezen lid van het gemeenschappelijk orgaan, ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Bij het verstrekken van inlichtingen ingevolge het eerste of het vierde lid, of het afleggen van verantwoording ingevolge het derde of het vierde lid, verschaft een lid van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam of een lid van het gemeenschappelijk orgaan over zaken waaromtrent krachtens artikel 23 geheimhouding is opgelegd slechts informatie, indien krachtens artikel 25 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd. Laatstbedoelde geheimhouding kan eerst worden opgeheven, nadat door het algemeen bestuur van het openbaar lichaam of door het gemeenschappelijk orgaan tot opheffing van de geheimhouding is besloten.