Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bedrijveninvesteringszone ’t Varck-Brammelo 2016-2020 Haaksbergen (9.50) |
Citeertitel | Verordening bedrijveninvesteringszone 't Varck-Brammelo 2016-2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 25-11-2015 Gemeenteblad nr. 123792, 22 december 2015 | Onbekend |
Verordening bedrijveninvesteringszone ’t Varck- Brammelo 2016-2020 Haaksbergen
Deze verordening geeft aan dat binnen het aangewezen gebied een BIZ bijdrage (= een belasting die strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone) wordt geheven en dat de opbrengst van de belasting als subsidie wordt verstrekt aan de in deze verordening aangewezen stichting voor activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst die de gemeente en de stichting hebben gesloten.
De gemeenteraad van Haaksbergen;
Voorstel van het college van: 27 oktober 2015
Wettelijke basis: bepalingen van de Wet op de bedrijveninvesteringszones (artikel 1, artikel 2, eerste en tweede lid, artikel 3, eerste lid, en artikel 7, eerste en vierde lid), de Gemeentewet (artikelen 149 en 156, eerste lid) en de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:23).
Vast te stellen de Verordening bedrijveninvesteringszone ’t Varck-Brammelo 2016-2020
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting
De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Voor de toepassing van dit artikel wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;
Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Voor de toepassing van dit onderdeel wordt als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;
e.belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien aan het navolgende wordt voldaan:
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 12 Aanwijzing Stichting Ondernemersfonds ’t Varck&Brammelo
Stichting Ondernemersfonds ’t Varck& Brammelo (hierna: stichting) wordt aangewezen als de stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.
Artikel 13 Verhouding Algemene Subsidieverordening
De onderhavige verordening prevaleert indien en voor zover deze verordening afwijkt van de Algemene Subsidieverordening dan wel toepassing van de Algemene Subsidieverordening strijdig zou zijn met de tekst en/of strekking van deze verordening.