TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE
“LEGESVERORDENING 2016”
|
tarief 2016
|
|
|
|
|
|
TITEL I Algemene Dienstverlening
|
|
|
Hoofdstuk 1 – Burgerlijke stand.
|
|
|
1.1.1.
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een
huwelijk of registratie van een partnerschap
op:
|
|
|
1.1.1.1.
|
werkdagen
|
€ 273,55
|
|
1.1.1.2.
|
zaterdagen
|
€ 455,90
|
|
1.1.2.
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een
geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien
daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of
een ander door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte
op:
|
|
|
1.1.2.1.
|
werkdagen
|
€ 273,55
|
|
1.1.2.2.
|
zaterdagen
|
€ 455,90
|
|
1.1.2.3.
|
Indien het huwelijk wordt voltrokken door een
(buitengewoon) ambtenaar van de Burgelijke Stand die
niet in dienst is van de gemeente Veldhoven wordt
het tarief zoals vermeldt onder 1.1.1.1. t/m
1.1.2.2. verhoogd met
|
€ 115,00
|
|
1.1.3.
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een
huwelijk of registratie van een partnerschap in een
bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van
het Burgerlijk Wetboek
|
€ 273,55
|
|
1.1.3.1.
|
Het tarief voor een onderzoek naar de geschiktheid
om een locatie als trouwlocatie aan te wijzen
bedraagt
|
€ 145,95
|
|
1.1.4.
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een
geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een
bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van
het Burgerlijk Wetboek
|
€ 273,55
|
|
1.1.5.
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een
trouwboekje of partnerschapsboekje (inclusief
uittreksel € 11,50)
|
|
|
1.1.5.1.
|
de gewone uitvoering (getypt)
|
€ 41,05
|
|
1.1.5.2.
|
de luxe uitvoering (gekalligrafeerd)
|
€ 54,05
|
|
1.1.5.3.
|
indien het boekje onder 1.1.5.1. of 1.1.5.2. wordt
geleverd in een lederen omslag wordt het tarief
verhoogd met
|
€ 18,25
|
|
1.1.5.4.
|
Het tarief bedraagt voor het fungeren van een
ambtenaar als getuige bij een huwelijk
|
€ 27,40
|
|
1.1.5.5.
|
Het tarief bedraagt voor het kalligrafisch
bijschrijven van kinderen in een trouwboekje per
kind kinderen in een trouwboekje per kind
|
€ 9,15
|
|
1.1.6.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om gedurende één jaar een lijst te
verstrekken waarop zijn vermeld:
|
|
|
1.1.6.1.
|
alle op één dag, in één week of in één maand
geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing
op die lijst toestemming is verleend, voor elke op
die lijst vermelde aangifte
|
|
|
1.1.6.1.1.
|
alle geboorten, toezending:
|
|
|
|
-per dag
|
€ 493,15
|
|
|
-per week
|
€ 209,90
|
|
|
-per maand
|
€ 194,85
|
|
1.1.6.1.2.
|
alle overledenen, toezending:
|
|
|
|
-per dag
|
€ 114,75
|
|
|
-per week
|
€ 42,70
|
|
|
-per maand
|
€ 37,05
|
|
1.1.6.2.
|
alle op één dag, in één week of in één maand
ondertrouwde en getrouwde paren of geregistreerde
partners, als voor plaatsing op die lijst
toestemming is verleend, voor elk op die lijst
vermeld paar
|
|
|
1.1.6.2.1
|
alle huwelijksaangiften of afkondigingen,
toezending:
|
|
|
|
-per week
|
€ 93,80
|
|
|
-per maand
|
€ 71,15
|
|
1.1.6.2.2.
|
gesloten huwelijken, toezending:
|
|
|
|
-per week
|
€ 93,80
|
|
|
-per maand
|
€ 236,95
|
|
1.1.6.2.3.
|
Indien geen overzicht wordt verlangd van alle
personen, maar van een lager aantal, vindt geen
correctie van de tarieven plaats
|
|
|
1.1.7.
|
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen
in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder
daaraan besteed kwartier
|
|
|
€ 6,45
|
|
1.1.8.
|
Conform het legesbesluit akten burgerlijke stand
bedragen de leges voor het verstrekken van:
|
|
|
|
a. een afschrift van een akte van de burgerlijke
stand
|
€ 12,80
|
|
|
b. een uittreksel van een akte van geboorte, van
huwelijk, van registratie van een partnerschap of
van overlijden
|
€ 12,80
|
|
|
c. een verklaring van huwelijksbevoegdheid als
bedoeld in artikel 19a van Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek
|
€ 22,80
|
|
|
d.een meertalig uittreksel van een akte van de
burgerlijke stand
|
€ 12,80
|
|
|
e. een internationale uittrekselAttestatie de
Vita
|
€ 12,80
|
|
1.1.9.
|
Indien toestemming wordt verleend voor het plaatsen
van display-kaarten op de publieksbalie, bedraagt
het tarief, per jaar, per display
|
|
|
€ 106,45
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 - Reisdocumenten
|
|
|
1.2.
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van
handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
|
1.2.1
|
van een nationaal paspoort
|
|
|
1.2.1.1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag
18 jaar of ouder is
|
|
|
€ 64,44
|
|
1.2.1.2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
|
|
€ 50,25
|
|
1.2.2
|
van een nationaal paspoort, een groter aantal
bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als
bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
|
|
|
1.2.2.1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag
18 jaar of ouder is
|
|
|
€ 64,44
|
|
|
|
|
|
1.2.2.2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
|
|
€ 50,25
|
|
1.2.3
|
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die
op grond van de Wet betreffende de positie van
Molukkers als Nederlander wordt behandeld
(faciliteitenpaspoort):
|
|
|
1.2.3.1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag
18 jaar of ouder is
|
|
|
€ 64,44
|
|
1.2.3.2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
|
|
€ 50,25
|
|
1.2.4
|
van een reisdocument voor vluchtelingen of een
reisdocument voor vreemdelingen
|
|
|
€ 50,25
|
|
1.2.5
|
van een Nederlandse identiteitskaart
|
|
|
1.2.5.1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag
18 jaar of ouder is
|
|
|
€ 50,40
|
|
1.2.5.2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
|
|
€ 27,90
|
|
1.2.6
|
tot het aanbrengen van een wijziging in een
reisdocument als bedoeld in de subonderdelen 1.2.1,
1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4
|
|
|
€ -
|
|
1.2.7
|
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1
tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die
onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag
van
|
|
|
€ 47,05
|
|
1.2.8
|
het tarief bedraagt voor het verstrekken van een
medisch paspoort
|
|
|
€ 2,80
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 - Rijbewijzen
|
|
|
1.3.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of
omwisselen van een rijbewijs
|
|
|
€ 33,75
|
|
1.3.2.
|
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1. wordt bij een
spoedlevering vermeerderd met
|
|
|
€ 34,10
|
|
1.3.3.
|
Het tarief bedraagt voor de afgifte van een “eigen
verklaring” (inclusief leges Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen € 32,50)
|
|
|
€ 33,80
|
|
1.3.4.
|
Ingeval een eerder verstrekt rijbewijs niet kan
worden overlegd, zullen de ter zake verschuldigde
leges worden verhoogd met
|
|
|
€ -
|
|
1.3.5.
|
Het tarief bedraagt voor een inlichting uit het
Centraal Register Rijbewijzen:
|
|
|
1.3.5.1.
|
indien deze mondeling wordt verstrekt
|
€ 3,75
|
|
1.3.5.2.
|
indien deze wordt toegezonden
|
€ 4,45
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 – Verstrekkingen uit de
basisregistratie personen.
|
|
|
1.4.1.
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met
uitzondering van de onderdelen 1.4.3. en 1.4.4.,
wordt onder één verstrekking verstaan één of meer
gegevens omtrent één persoon waarvoor de
basisregistratie personen moet worden
geraadpleegd.
|
|
|
1.4.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag:
|
|
|
1.4.2.1.
|
tot het verstrekken van gegevens, per
verstrekking:
|
€ 10,65
|
|
1.4.2.2.
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
via het digitale kanaal
|
€ 9,95
|
|
1.4.2.2.
|
tot het op geautomatiseerde wijze verzamelen en
vastleggen van inlichtingen, op de door de verzoeker
aangeleverde magnetische banden of schijven:
|
|
|
1.4.2.2.1.
|
voor 2.500 inlichtingen of minder
|
€ 301,75
|
|
1.4.2.2.2.
|
voor elk volgend honderdtal of gedeelte daarvan tot
5.000 inlichtingen
|
|
|
€ 12,10
|
|
1.4.2.2.3.
|
voor elk volgend honderdtal of gedeelte daarvan tot
10.000 inlichtingen
|
|
|
€ 11,65
|
|
1.4.2.2.4.
|
Voor elk volgend honderdtal of gedeelte daarvan
boven de 10.000 inlichtingen
|
|
|
€ 10,90
|
|
1.4.3.
|
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt
het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp
van alternatieve media of schriftelijk, bedoeld in
artikel 16, tweede lid, van het Besluit
basisregistratie personen
|
|
|
€ 10,55
|
|
1.4.4.
|
Het tarief bedraagt voor:
|
|
|
1.4.4.1.
|
het op verzoek doornemen van de basisregistratie,
voor ieder daaraan besteed kwartier
|
|
|
€ 6,45
|
|
1.4.4.2.
|
indien voor de gevraagde selectie inlichtingen een
computerprogramma moet worden vervaardigd, worden de
onder 4.2.2. genoemde tarieven verhoogd met
|
|
|
€ 353,10
|
|
|
Indien een computerprogramma moet worden
vervaardigd, wordt dit vooraf aan betrokkene
medegedeeld
|
|
|
1.4.4.3.
|
een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift
van de inhoud van een besluit vermeld in het
WKPB-register bedraagt:
|
|
|
€ 10,55
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 – Verstrekkingen uit het
Kiezersregister
|
|
|
|
n.v.t.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 – Verstrekkingen op grond van de
Wet bescherming persoonsgegevens
|
|
|
1.6.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in
artikel 35 van de Wet bescherming
persoonsgegevens:
|
|
|
1.6.1.1.
|
bij verstrekking op papier, indien het afschrift
bestaat uit:
|
|
|
1.6.1.1.1.
|
ten hoogste 100 pagina’s, per pagina
|
€ 0,23
|
|
|
met een maximum per bericht van
|
€ 4,50
|
|
1.6.1.1.2.
|
meer dan 100 pagina’s
|
€ 22,50
|
|
1.6.1.2
|
bij verstrekking anders dan op papier
|
€ 4,50
|
|
1.6.1.3
|
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de
aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke
gegevensverwerking
|
|
|
€ 22,50
|
|
1.6.2.
|
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de
onderdelen 1.6.1.1., 1.6.1.2. en 1.6.1.3. meerdere
vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts
de hoogste gevraagd.
|
|
|
1.6.3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet
bescherming persoonsgegevens
|
|
|
€ 4,50
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 – Bestuursstukken
|
|
|
1.7.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag van:
|
|
|
1.7.1.1
|
een exemplaar van de
bouwverordening/bouwbesluit
|
€ 76,35
|
|
1.7.1.2.
|
een exemplaar van de Algemene plaatselijke
verordening (Apv) voor de gemeente
|
|
|
€ 23,75
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 – Vastgoedinformatie
|
|
|
1.8.1
|
Het tarief bedraagt ter zake van het verrichten van
nasporingen in het kadaster:
|
|
|
1.8.1.1.
|
voor kadastrale informatie, per object
|
€ 14,80
|
|
1.8.1.2.
|
voor hypothecaire informatie, per object
|
€ 14,80
|
|
1.8.1.3.
|
voor informatie uit akten, per akte
|
€ 14,80
|
|
1.8.1.4.
|
voor informatie uit een kadastrale kaart, inclusief
kopie op formaat A3 of A4, per object met
uitzondering van een kadastrale kaart t/m A3-formaat
ten behoeve van het indienen van een melding of een
aanvraag voor een vergunning voor het organiseren
van een evenement
|
|
|
€ 14,80
|
|
1.8.2.
|
Het tarief voor een enkele bevraging (één
perceel/stuk grond) uit het geautomatiseerde
bodeminformatiesysteem bedraagt per perceel
|
|
|
€ 30,40
|
|
1.8.2.1.
|
Het tarief voor een digitale hardcopy (dump) van een
gedeelte of het gehele bodeminformatiesysteem
bedraagt
|
|
|
€ 182,50
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 – Overige publiekszaken
|
|
|
1.9.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag:
|
|
|
1.9.1.
|
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent gedrag
(inclusief kosten Rijk € 33,85)
|
|
|
€ 41,35
|
|
1.9.2.
|
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven
zijn
|
€ 9,55
|
|
1.9.3.
|
tot het verkrijgen van een legalisatie van een
handtekening
|
€ 4,50
|
|
1.9.4.
|
de afgifte van een hondenpenning wegens verlies van
de ter beschikking gestelde penning
|
|
|
€ 9,15
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 - Gemeentearchief
|
|
|
1.10.1.
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van
naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende
stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
|
|
€ 6,45
|
|
1.10.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van:
|
|
|
1.10.2.1.
|
een afschrift of fotokopie van een in het
gemeentearchief berustend stuk, per pagina
|
|
|
€ 0,15
|
|
1.10.2.2.
|
Een uittreksel uit een in het gemeentearchief
berustend stuk
|
|
|
€ 18,05
|
|
1.10.3.1.
|
Voor het verstrekken van afschriften, fotokopieën,
afdruk van een tekening en dergelijke uit het
vergunningenarchief worden voor de eerste 20
exemplaren met een oppervlakte van A3 formaat of
kleiner geen leges in rekening gebracht. De
navolgende exemplaren worden in rekening gebracht
overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk 19 -
Diversen, met een minimum van
|
|
|
€ 5,10
|
|
1.10.3.2.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een
verzoek tot verkrijging van gegevens ten aanzien van
een bestemmingsplan, bodemgesteldheid en dergelijke
voor commerciële doeleinden (o.a. makelaars,
architecten, bouwbedrijven, rechtsbijstand,
advocaten) bedraagt
|
|
|
€ 34,20
|
|
|
In geval van niet digitale verstrekking wordt dit
bedrag verhoogd met het tarief voor het verstrekken
van afschriften, fotokopieën, afdruk van een
tekening en dergelijke als vermeld in Hoofdstuk 19 -
Diversen.
|
|
|
|
Bovenstaande is niet van toepassing als het gaat om
een bevraging of (digitale) hardcopy als bedoeld in
artikel 1.8.2. respectievelijk 1.8.2.1.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 11 – Huisvestingswet
|
|
|
1.11.1.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
het verkrijgen van een urgentiebeschikking in het
kader van de “Urgentieverordening gemeente Veldhoven
2015” bedraagt het tarief
|
€ 45,00
|
|
1.11.2.
|
Het bepaalde in artikel 1.11.1. is niet van
toepassing op of door namens statushouders als
bedoeld in artikel 1, aanhef en onder h, van de
“Urgentieverordening gemeente Veldhoven
2015” ingediende verzoeken om urgentiebeschikking
|
|
|
1.11.3.
|
De in artikel 1.11.1. bedoelde leges worden
gerestitueerd als de urgentie wordt verleend
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 12 – Leegstandswet
|
|
|
1.12.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot
tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als
bedoeld in artikel 15, eerste lid van de
Leegstandwet bedraagt
|
€ 166,65
|
|
1.12.1
|
Indien sprake is van twee of meer wooneenheden wordt
het tarief onder 1.12 per wooneenheid verhoogd
met
|
€ 5,05
|
|
|
met een maximum verhoging van
|
€ 101,50
|
|
1.12.2
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlengen van een vergunning tot
tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in
artikel 15, vijfde lid, van de leegstandwet.
|
€ 98,35
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 13 – Gemeentegarantie
|
|
|
1.13.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag:
|
|
|
1.13.1.
|
tot het verkrijgen van een gemeentegarantie
|
€ 355,40
|
|
1.13.2.
|
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van
een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire
geldlening
|
|
|
€ 355,40
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 14 – Winkeltijdenwet
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 15 – Kansspelen
|
|
|
1.15.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
aanwezigheidsvergunning bedraagt:
|
|
|
1.15.1.1.
|
voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor
een periode van langer dan vier jaar of voor
onbepaalde tijd
|
|
|
€ 226,50
|
|
1.15.1.2.
|
voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning
geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor
onbepaalde tijd, voor de eerste speelautomaat
|
|
|
€ 226,50
|
|
en voor iedere volgende speelautomaat
|
€ 90,50
|
|
1.15.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de
kansspelen (loterijvergunning)
|
|
|
€ 45,00
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 16 – Kinderopvang
|
|
|
|
|
|
|
1.16.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot opname in het Landelijk
Register Kinderopvang (LRK):
|
|
|
1.16.1.1.
|
als kinderdagverblijf waarbij een inspectie door de
GGD (kosten € 656,00) voor de aanvang
plaatsvindt
|
|
|
€ 825,00
|
|
1.16.1.2.
|
als buitenschoolse opvang waarbij een inspectie door
de GGD (kosten € 656,00) voor de aanvang
plaatsvindt
|
|
|
€ 825,00
|
|
1.16.1.3.
|
als gastouderbureau (eigen bureau) waarbij een
inspectie door de GGD (kosten € 656,00) voor de
aanvang plaatsvindt
|
|
|
€ 825,00
|
|
|
|
|
|
1.16.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag door een gastouderbureau tot opname
in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK):
|
|
|
1.16.2.1.
|
van gastouders waarbij de GGD een A-toets en een
B-toets (kosten € 389,59) moet uitvoeren
|
|
|
€ 475,00
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 17 – Kabels en leidingen
|
|
|
1.17.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.1 en 3.1
van de "Verordening Ondergrondse Infrastructuur
Veldhoven 2014", waarbij de graaflengte minder dan
100 meter is of een lasgat/montagegat met een
oppervlakte van meer dan 2 m²
|
€ 184,21
|
|
1.17.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.1 en 3.1
van de "Verordening Ondergrondse Infrastructuur
Veldhoven 2014", waarbij de graaflengte groter of
gelijk is dan 100 meter
|
€ 368,42
|
|
1.17.3.
|
Het tarief genoemd onder 1.17.1. en 1.17.2. wordt
verhoogd met een bedrag per strekkende meter van
|
€ 1,77
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 18 - Verkeer en vervoer
|
|
|
1.18.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag:
|
|
|
1.18.1.
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in
artikel 87 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990
|
|
|
€ 33,05
|
|
1.18.2.
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in
artikel 9.1 van de Regeling voertuigen
|
|
|
€ 33,05
|
|
1.18.3.
|
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart
als bedoeld in artikel 49 van het Besluit
administratieve bepalingen inzake het wegverkeer
(BABW)
|
|
|
€ 33,05
|
|
1.18.4.
|
tot het jaarlijks verkrijgen van een ontheffing
binnen het gebied dat is aangewezen als een
parkeerschijfzone (blauwe zone) ingericht gebied,
voor bewoners woonachtig binnen dit gebied:
|
|
|
1.18.4.1.
|
voor één ontheffing per jaar conform
Parkeerverordening
|
€ 18,00
|
|
1.18.4.2.
|
voor een tweede ontheffing per jaar conform
Parkeerverordening
|
€ 36,00
|
|
1.18.5.
|
tot het in behandeling nemen van een aanvraag tot
het verstrekken van een
gehandicaptenparkeerkaart:
|
|
|
1.18.5.1.
|
aan een individuele burger (bedoeld worden de
bestuurders- en de passagierskaart)
|
|
|
€ 50,00
|
|
1.18.5.2.
|
aan een instelling de eerste kaart, welke is bedoeld
voor het gebruik van collectief vervoer
|
|
|
€ 50,00
|
|
1.18.5.3.
|
aan een instelling die aanvragen voor een tweede en
volgende gehandicaptenparkeerkaart, welke is bedoeld
voor het gebruik van collectief vervoer
|
|
|
€ 30,80
|
|
1.18.5.4.
|
tot het verkrijgen van een duplicaat
gehandicaptenparkeerkaart voor burgers en
instellingen
|
|
|
€ 30,80
|
|
1.18.5.5.
|
tot het verkrijgen van een
gehandicaptenparkeerplaats
|
€ 75,00
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 19 – Diversen
|
|
|
1.19.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag:
|
|
|
1.19.1.1.
|
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in
artikel 11 van de Afvalstoffenverordening
|
|
|
€ 23,60
|
|
1.19.1.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag ter verkrijging van:
|
|
|
1.19.1.2.1
|
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel
5:16 lid 1 van de Apv, voor zover deze geen
betrekking heeft op de vrijheid van
meningsuiting
|
|
|
€ 122,15
|
|
1.19.1.2.2.
|
een vergunning als bedoeld in artikel 2:6, lid 1 van
de Apv voor het plaatsen van containers,
materiaalwagens, loodsen, keten en dergelijke
getimmerten
|
|
|
€ 91,15
|
|
1.19.1.2.3.
|
een vergunning als bedoeld in artikel 2:6, lid 1 van
de Apv voor het aanbrengen c.q. plaatsen van
spandoeken en driehoeksborden
|
|
|
€ 91,15
|
|
1.19.1.2.4.
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 2:55, lid 3
van de Apv voor carbid schieten
|
|
|
€ 91,15
|
|
1.19.1.2.5.
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 4:5, lid 1 van
de Apv voor overige geluidshinder
|
|
|
€ 122,15
|
|
1.19.1.2.6.
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 5:21, lid 1
van de Apv voor het verbranden van afvalstoffen
buiten de inrichtingen of voor het stoken van
vuur
|
|
|
€ 91,15
|
|
1.19.1.2.7.
|
Een vergunning, ontheffing, een vrijstelling of een
andere beschikking voor zover daarvoor niet elders
in hoofdstuk 14, 15, 18 of dit hoofdstuk een tarief
is opgenomen
|
|
|
€ 91,15
|
|
1.19.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
1.19.2.1.
|
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover
daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere
wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per
pagina
|
|
|
€ 0,15
|
|
1.19.2.2.
|
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken,
voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in
een andere wettelijke regeling een tarief is
opgenomen:
|
|
|
1.19.2.2.1.
|
per pagina op papier van A4-formaat
|
€ 0,15
|
|
1.19.2.3.
|
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet
behorend bij de in de onderdelen 1.19.2.1. en
1.19.2.2. genoemde stukken, voor zover daarvoor niet
elders in deze tabel of in een andere wettelijke
regeling een tarief is opgenomen, per kaart,
tekening of lichtdruk met een oppervlakte van:
|
|
|
1.19.2.3.1.
|
formaat A4 of kleiner
|
€ 2,20
|
|
1.19.2.3.2.
|
groter dan formaat A4, doch kleiner dan formaat
A2
|
€ 5,10
|
|
1.19.2.3.3.
|
formaat A2 of groter, doch kleiner dan formaat
A0
|
€ 7,75
|
|
1.19.2.3.4.
|
formaat A0 of groter
|
€ 11,85
|
|
1.19.2.4.
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor
niet elders in deze tabel of in een andere
wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
|
|
€ 20,25
|
|
1.19.2.5.
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de
aanvrager moeten worden gemaakt, voor zover daarvoor
niet elders in deze tabel of in een andere
wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per
pagina
|
|
|
€ 3,30
|
|
1.19.3.
|
De in dit hoofdstuk opgenomen bedragen onder de
|
€ 5,35
|
|
worden met
|
€ 1,65
|
|
verhoogd, indien de gevraagde stukken en/of
vergunningen moeten worden toegestuurd.
|
|
|
1.19.4.
|
Kosten voor het postkamertraject, voor het in
behandeling nemen van een aanvraag tot het
verstrekken van een inlichting t.b.v.
buitengemeentelijke afnemers (zonder no-hit-bericht)
en bijzondere derden
|
|
|
€ 2,25
|
|
1.19.5.
|
Kosten voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van periodieke gegevens
op alternatieve media aan afnemers die volgens
autorisatiebesluit deze bevoegdheid hebben
|
|
|
€ 22,70
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TITEL 2 Dienstverlening vallend onder fysieke
leefomgeving/omgevingsvergunning
|
|
|
Hoofdstuk 1 – Begripsomschrijvingen
|
|
|
2.1.1.
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan
onder:
|
|
|
2.1.1.1.
|
gebruiksfunctie:
|
|
|
de gedeelten van een of meer bouwwerken op een
perceel of standplaats, die dezelfde
gebruiksbestemming hebben en die tezamen een
gebruikseenheid vormen, zoals omschreven in het
Bouwbesluit 2003;
|
|
2.1.1.2.
|
gebruiksoppervlakte:
|
|
|
gebruiksoppervlakte in vierkante meter (m2) wordt
bepaald zoals omschreven in NEN 2580;
|
|
2.1.1.3.
|
vooroverleg:
|
|
|
een vooroverleg volgende uit een verzoek hierom en
daarmee als zodanig erkend door gemeente en
aanvrager/verzoeker
|
|
2.1.1.4.
|
behandeladvies:
|
|
|
een behandeladvies is een verzoek en daarmee als
zodanig erkend door gemeente en aanvrager/verzoeker
tot advisering inzake één of meerdere deelaspecten
van een voorgenomen project voordat er sprake is van
een aanvraag tot een (omgevings)vergunning
|
|
2.1.1.5.
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2.
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo
zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij
of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3.
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader
in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben
op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een
ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben
dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift
bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 - Vooroverleg
|
|
|
|
|
|
|
2.2.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een vooroverleg in het kader van de Wabo en/of
de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 100,00
|
|
2.2.2.
|
Onverminderd het bepaalde in 2.2.1. bedraagt het
tarief voor de beoordeling van een principeverzoek
om tot een formele aanvraag te komen voor een
procedure op grond van artikel 2.12.1.a.3 Wabo
(Wabo-projectbesluit), artikel 3.1.
Wro(bestemmingsplan) of 3.6 Wro (wijzigingsplan):
|
€ 826,05
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 - Omgevingsvergunning
|
|
|
2.3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit
het pro-ject geheel of gedeeltelijk bestaat en
waarop de aanvraag betrekking heeft en de
verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd,
berekend naar de tarieven en overeenkomstig het
bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze
titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per
activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Heffingsgrondslag
|
|
Dit is de grondslag op basis waarvan leges worden
geheven. Er worden meerdere grondslagen gebruikt,
afhankelijk van het te leveren product:
|
|
a.Gebruiksoppervlakte (m2) per gebruiksfunctie waar
de aanvraag betrekking op heeft, als omschreven
onder artikel 2.1. van deze titel;
|
|
b.vast tarief per product, als omschreven in het van
toepassing zijnde artikel;
|
|
c.overige grondslagen, als omschreven in het van
toepassing zijnde artikel.
|
|
|
|
|
|
2.3.1.
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
wordt het tarief bepaald op basis van de
gebruiksfunctie(s) en de gebruiksoppervlakte
daarvan. Wanneer een bouwactiviteit meer dan één
gebruiksfunctie kent wordt het tarief bepaald op
basis van de som van de tarieven per gebruiksfunctie
en daaraan gekoppelde gebruiksoppervlakte.
|
|
|
Er kan naast een nieuwe gebruiksfunctie ook sprake
zijn van activiteiten binnen een bestaande
gebruiksfunctie. In het laatste geval wordt gerekend
met de gebruiksoppervlakte waar de bouwactiviteiten
(bijvoorbeeld interne wijzigingen, dakkapel)
plaatsvinden ook al blijft de gebruiksfunctie in
aard ongewijzigd.
|
|
Dit alles is te berekenen aan de hand van het
onderstaande.
|
|
2.3.1.1.1.
|
Wanneer sprake is van één of meer van de volgende
gebruiksfuncties:
|
|
|
-bijeenkomstfunctie;
|
|
-gezondheidsfunctie;
|
|
-logiesfunctie;
|
|
-onderwijsfunctie;
|
|
wordt voor de betreffende gebruiksfunctie(s)
afzonderlijk de gebruiksoppervlakte bepaald en aan
de hand hiervan het volgende tarief per
gebruiksfunctie gehanteerd:
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
kleiner is dan 20m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 251,95
|
|
|
indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
20m2 of groter is, maar kleiner dan of
gelijk is aan 200 m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 251,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 33,40
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
20 m2.
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 200m2, maar kleiner dan of
gelijk is aan 500m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 6.263,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 28,80
|
|
|
voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 200 m2.
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 500m2, maar kleiner dan of
gelijk is aan 2000m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 14.903,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met.
|
€ 26,90
|
|
|
voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 500m2.
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 2000m2 bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 55.253,95
|
|
deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 25,75
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
2000 m2, met een maximum van:
|
€ 500.000
|
|
2.3.1.1.2.
|
Wanneer sprake is één of meer van de volgende
gebruiksfunctie:
|
|
|
-celfunctie;
|
|
|
-kantoorfunctie;
|
|
|
-sportfunctie;
|
|
|
-winkelfunctie;
|
|
|
wordt voor de betreffende gebruiksfunctie(s)
afzonderlijk de gebruiksoppervlakte bepaald en aan
de hand hiervan het volgende tarief per
gebruiksfunctie gehanteerd:
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
kleiner is dan 20m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 251,95
|
|
|
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
20 m2 of groter is, maar kleiner dan of
gelijk is aan 200 m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 251,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 31,45
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
20 m2
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 200m2, maar kleiner dan of
gelijk is aan 500 m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 5.912,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 27,15
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
200 m2.
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 500m2, maar kleiner dan of
gelijk is aan 2000m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 14.057,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 25,35
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
500 m2.
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 2000m2 bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 52.082,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 24,25
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
2000 m2 , met een maximum van:
|
€ 500.000
|
|
2.3.1.1.3.
|
Wanneer sprake is één of meer van de volgende
gebruiksfunctie:
|
|
|
-woonfunctie;
|
|
|
wordt voor de betreffende gebruiksfunctie(s)
afzonderlijk de gebruiksoppervlakte bepaald en aan
de hand hiervan het volgende tarief per
gebruiksfunctie gehanteerd:
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
kleiner is dan 20m2, bedragen de kosten:
|
|
|
|
€ 251,95
|
|
|
indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
20 m2 of groter is, maar kleiner dan of
gelijk is aan 200 m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 251,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 27,30
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
20 m2
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 200m2, maar kleiner dan of
gelijk is aan 500m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 5.165,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 23,60
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
200 m2
|
€ -
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 500m2, maar kleiner dan of
gelijk is aan 2000m2, bedragen de
kosten:
|
€ -
|
|
€ 12.245,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 22,00
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
500 m2
|
€ -
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 2000m2 bedragen de
kosten:
|
€ -
|
|
€ 45.245,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 21,10
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
2000 m2, met een maximum van:
|
€ 500.000
|
|
2.3.1.1.4.
|
Wanneer sprake is van de volgende
gebruiksfunctie:
|
|
|
-industriefunctie (niet agrarisch);
|
|
-industriefunctie (agrarisch);
|
|
-overige gebruiksfunctie;
|
|
wordt het volgende tarief gehanteerd:
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
kleiner is dan 20m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 251,95
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
20m2 of groter is, maar kleiner dan of
gelijk is aan 200 m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 251,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 26,35
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
20 m2.
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 200m2, maar kleiner dan of
gelijk is aan 500m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 4.994,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 11,15
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
200 m2.
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 500m2, maar kleiner dan of
gelijk is aan 2000m2, bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 8.339,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 6,80
|
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
500 m2.
|
|
|
|
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde
groter is dan 2000m2 bedragen de
kosten:
|
|
|
€ 18.539,95
|
|
Deze kosten worden vermeerderd met
|
€ 4,60
|
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf
2000 m2, met een maximum van:
|
€ 500.000
|
|
2.3.1.1.5.
|
Wanneer sprake is van de volgende
gebruiksfunctie:
|
|
|
-bouwwerk geen gebouw zijnde;
|
|
wordt het volgende tarief gehanteerd:
|
|
|
voor gevelwijzigingen bedragen de kosten:
|
€ 136,20
|
|
|
voor overkappingen bedragen de kosten per
overkapping:
|
€ 136,20
|
|
|
voor wanden/muren en andere (erf)afscheidingen
bedragen de kosten, per wand/muur en
(erf)afscheiding:
|
|
|
€ 136,20
|
|
|
overige bouwwerken geen gebouw zijnde die hierboven
niet genoemd zijn per bouwwerk:
|
|
|
|
ongeacht hoogte het grondoppervlakte kleiner dan 2
m2 is:
|
€ 136,20
|
|
|
indien het grondoppervlakte 2 of meer m2
bedraagt dan wordt het legesbedrag als volgt
bepaald:
|
|
|
het aangevraagde niet hoger dan één meter is:
|
€ 136,20
|
|
vermeerderd met
|
€ 2,70
|
|
per m2 van het grondoppervlakte waar de aanvraag op
van toepassing is met een maximum van:
|
€ 272,40
|
|
|
het aangevraagde hoger dan één meter is maar niet
hoger dan drie meter:
|
|
|
€ 158,85
|
|
vermeerderd met
|
€ 3,40
|
|
per m2 van het grondoppervlakte waar de aanvraag op
van toepassing is met een maximum van:
|
€ 476,55
|
|
het aangevraagde hoger dan drie meter is maar niet
hoger dan vijf meter:
|
|
|
€ 226,95
|
|
vermeerderd met
|
€ 6,80
|
|
per m2 van het grondoppervlakte waar de aanvraag op
van toepassing is met een maximum van:
|
€ 907,80
|
|
|
het aangevraagde hoger dan vijf meter is maar niet
hoger dan tien meter:
|
|
|
€ 363,10
|
|
vermeerderd met
|
€ 10,25
|
|
per m2 van het grondoppervlakte waar de aanvraag op
van toepassing is met een maximum van:
|
€ 1.815,50
|
|
|
het aangevraagde hoger dan tien meter is:
|
€ 816,95
|
|
vermeerderd met
|
€ 13,60
|
|
per m2 van het grondopper- vlakte waar de aanvraag
op van toepassing is met een maximum van:
|
€ 4.901,70
|
|
|
Alle bouwwerken geen gebouw zijnde niet genoemd zijn
in 2.3.1.1.5. geldt het tarief van:
|
|
|
€ 136,20
|
|
2.3.1.2.
|
Extra welstandstoets
|
|
|
|
|
|
2.3.1.4.
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Vervallen
|
|
|
2.3.1.5.
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Vervallen
|
|
|
2.3.1.6.
|
Indien uit het geldende beleid blijkt dat de
aanvraag voor een vergunning tevens getoetst moet
worden volgens de Wet Bevordering
Integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur (Bibob)
wordt hiervoor het volgende aparte tarief in
rekening gebracht:
|
|
|
2.3.1.6.1.
|
indien sprake is van een lichte bibob-toets
|
€ 369,60
|
|
2.3.1.6.2.
|
indien sprake is van een uitgebreide
bibob-toets
|
€ 534,95
|
|
2.3.1.6.3.
|
indien de bibob-toets als bedoeld in 2.3.1.6.2. niet
leidt
|
|
|
|
tot een adviesaanvraag bij (landelijk) Bureau bibob
en
|
|
|
|
tevens uitmondt in een positief besluit wordt
|
€ 97,25
|
|
|
restitutie gegeven op het tarief als bepaald in
2.3.1.6.2.
|
|
|
2.3.1.6.4.
|
indien advies gevraagd wordt aan (landelijk) Bureau
|
|
|
|
bibob
|
€ 1.648,70
|
|
2.3.1.6.5.
|
Het tarief zoals benoemd in 2.3.1.6.4. wordt
vermeerderd
|
|
|
|
met het bedrag voor het advies dat de gemeente
|
|
|
|
opvraagt aan (landelijk) Bureau bibob.
|
|
|
2.3.1.6.6.
|
Indien het advies van (landelijk) Bureau bibob leidt
tot
|
|
|
|
een negatief besluit wordt het tarief verhoogd
met
|
€ 607,90
|
|
2.3.1.6.7.
|
Indien het advies van (landelijk) Bureau bibob leidt
tot
|
€ 364,75
|
|
|
het verbinden van voorschriften aan de
vergunning
|
|
|
2.3.1.6.8.
|
Indien het advies van (landelijk) Bureau bibob leidt
tot
|
|
|
|
een positief besluit waarbij tevens geen
voorschriften
|
|
|
|
worden verbonden aan dat besluit naar aanleiding van
|
|
|
|
het advies wordt
|
€ 486,35
|
|
|
restitutie gegeven op het tarief als bepaald in
2.3.1.6.4.
|
|
|
2.3.1.7.
|
Relatie legestarief bouwactiviteiten en
bouwkosten
|
|
|
2.3.1.7.1
|
Indien de aanvrager kan aantonen dat de berekende
leges uit voorgaande artikelen in 2.3.1.1 meer dan
5% van de bouwkosten (excl. BTW) bedragen, waarbij
inbegrepen kosten bouwkundige werken, kosten
installaties en kosten van vaste inrichting,
bedraagt het tarief: 5% van de bouwkosten.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1.7.2
|
Artikel 2.3.1.7.1 is enkel van toepassing in die
gevallen waarbij:
|
|
|
|
-de in artikel 2.3.1.1 bepaalde legeskosten €
2.000,- of meer bedragen, en;
|
|
|
|
-sprake is van een gebruiksfunctie waarbij in
afwijking van de voor deze gebruiksfunctie
gebruikelijke bouwwijze wordt gebouwd, dan wel
sprake is van een (agrarische)
industriefunctie.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.2.
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo,
bedraagt het tarief:
|
|
|
€ 475,20
|
|
|
|
|
|
2.3.3.
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo,
bedraagt het tarief voor dit onderdeel:
|
|
2.3.3.1.
|
Indien de bedoelde aanvraag tevens toepassing van
artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1o van de
Wabo (binnenplanse afwijking) inhoudt:
|
|
|
€ 402,95
|
|
2.3.3.2.
|
Indien de bedoelde aanvraag tevens toepassing van
artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2o van de
Wabo (buitenplanse kleine afwijking) inhoudt:
|
|
|
€ 457,90
|
|
2.3.3.3.
|
Indien de bedoelde aanvraag tevens toepassing van
artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3o van de
Wabo (buitenplanse afwijking) inhoudt:
|
|
|
€ 4.736,15
|
|
2.3.3.4.
|
Indien de bedoelde aanvraag tevens toepassing van
artikel 2.12, tweede lid van de Wabo (tijdelijke
afwijking) inhoudt:
|
|
|
€ 503,70
|
|
2.3.3.5.
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
exploitatieplan):
|
|
|
€ 859,15
|
|
2.3.3.6.
|
indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel
2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving):
|
|
|
€ 859,15
|
|
2.3.3.7.
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid,
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12,
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
€ 859,15
|
|
2.3.3.8.
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit)
|
|
|
€ 859,15
|
|
2.3.3.9.
|
Indien tevens sprake is van een bouwactiviteit als
bedoeld in artikel 2,1, eerste lid, onder a, van de
Wabo en de betreffende activiteit heeft betrekking
op meer dan 100 m2 gebruiksoppervlak (GO), zoals
bedoeld in artikel 2.3.1.1.1., 2.3.1.1.2.,
2.3.1.1.3. en 2.3.1.1.4. (cumulatief) wordt het
bepaalde in artikel 2.3.3.1. tot en met 2.3.3.8.,
per m2 GO, verhoogd met
|
€ 4,05
|
|
welke de 50 m2 GO te boven gaat.
|
|
|
De verhoging bedraagt maximaal
|
€ 7.000
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.4.
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.5.
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in
relatie tot brandveiligheid
|
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie
tot brandveiligheid
|
|
|
2.3.5.1.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het verkrijgen, wijzigen en/of
uitbreiden van een gebruiksvergunning met betrekking
tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de
Wabo, bedraagt het tarief indien:
|
|
|
de betreffende gebruiksoppervlakte bedraagt:
|
|
|
|
a.tot en met maximaal 20 m²
|
€ 424,25
|
|
|
b.meer dan 20 m² tot en met 200 m²
|
€ 424,25
|
|
vermeerderd met
|
€ 2,95
|
|
|
voor elke m2 vanaf 20 m2.
|
|
|
|
c.meer dan 200 m² tot en met 500 m²
|
€ 955,25
|
|
vermeerderd met
|
€ 2,95
|
|
|
voor elke m2 vanaf 200 m2.
|
|
|
|
d.meer dan 500 m² tot en met 2.000 m²
|
€ 1.840,25
|
|
vermeerderd met
|
€ 1,35
|
|
|
voor elke m2 vanaf 500 m2.
|
|
|
|
e.meer dan 2.000 m²
|
€ 3.865,25
|
|
vermeerderd met
|
€ 0,45
|
|
|
voor elke m2 vanaf 2000 m2.
|
|
|
|
met een maximum van
|
€ 7.500
|
|
|
|
|
|
2.3.6.
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit met betrekking
tot een beschermd monument als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een
activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens de Erfgoedverordening 2008 Gemeente
Veldhoven aangewezen monument, waarvoor op grond van
die gemeentelijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.6.1.1.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig
opzicht wijzigen van een monument:
|
|
|
€ 136,35
|
|
2.3.6.1.2.
|
Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning
zoals in 2.3.6.1 voorafgegaan wordt door een
vooroverleg en/of behandeladvies dan vervalt de
legesheffing zoals genoemd in 2.3.6.1.1.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.7.
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.8.
|
Aanleggen of veranderen van een weg
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het aanleggen van een weg of
verandering brengen in de wijze van aanleg van een
weg waarvoor op grond van een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2:7 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt
het tarief:
|
|
|
€ 131,60
|
|
2.3.9.
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of
veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale
verordening of artikel 2:8 van de Algemene
plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt
het tarief:
|
|
|
€ 131,60
|
|
2.3.10.
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het vellen of doen vellen van
houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 4:10, lid 1
van de Algemene plaatselijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in
artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de
Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
€ 131,60
|
|
2.3.11.
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.12.
|
Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998
|
|
|
2.3.12.1.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op handelingen in een beschermd
natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het
natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis
of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel
16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
bedraagt het tarief:
|
|
|
€ 223,90
|
|
2.3.12.2.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het realiseren van projecten of
andere handelingen met gevolgen voor habitats en
soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in
artikel 19d, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
|
|
€ 223,90
|
|
2.3.13.
|
Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond
van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet
ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:
|
|
|
€ 223,90
|
|
|
|
|
|
2.3.14.
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.15.
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in
artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het
tarief:
|
|
|
2.3.15.1.
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de eerste
fase:
|
|
|
het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten
waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking
heeft;
|
|
2.3.15.2.
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de tweede
fase:
|
|
|
het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten
waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking
heeft:
|
|
|
|
|
|
2.3.16.
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.17.
|
Advies
|
|
|
2.3.17.1.
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij algemene maatregel van
bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening
aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies
moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26,
derde lid, van de Wabo, het bedrag dat aan de
aanvrager wordt medegedeeld, blijkend uit een
specificatie van bovengenoemde bestuursorganisatie
of instantie.
|
|
|
2.3.17.2.
|
Indien de specificatie als bedoeld in 2.3.17.1. is
uitgebracht, wordt een aanvraag (verder) in
behandeling genomen. Indien de aanvrager voor de
vijfde werkdag na mededeling de aanvraag
schriftelijk intrekt wordt het bedrag volgende uit
de specificatie als bedoeld in 2.3.17.1. niet in
rekening gebracht.
|
|
|
2.3.17.3
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk wordt, indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag een advies van de agrarische
commissie nodig is en wordt beoordeeld, het tarief
van deze commissie doorberekend aan de
aanvrager.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.18.
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.18.1.
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van
bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van
geen bedenkingen moet afgeven voordat de
omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld
in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.18.1.1.
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven
|
|
|
€ 618,00
|
|
2.3.18.1.2.
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van
geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag dat aan de
aanvrager wordt medegedeeld, blijkend uit een
specificatie van bovengenoemde bestuursorganisatie
of instantie.
|
|
|
2.3.18.2.
|
Indien de specificatie als bedoeld in 2.3.18.1.2 is
uitgebracht, wordt een aanvraag (verder) in
behandeling genomen. Indien de aanvrager voor de
vijfde werkdag na mededeling de aanvraag
schriftelijk intrekt wordt het bedrag volgende uit
de specificatie als bedoeld in 2.3.18.1. niet in
rekening gebracht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 – Vermindering
|
|
|
2.4.1.
|
Indien de aanvraag van een bouwactiviteit als
bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder a, van de
Wabo vergezeld gaat van een gecertificeerde
Bouwbesluittoets van een bedrijf waaraan een
certificaat voor het toetsen van bouwplannen aan
alle relevante scopes volgens BRL 5019 is
uitgereikt, dan wordt het bepaalde in artikel
2.3.1.1 verminderd met
|
12%
|
|
|
2.4.1.1.
|
Vervallen
|
|
|
2.4.1.2.
|
Vervallen
|
|
|
2.4.1.3.
|
Vervallen
|
|
|
2.4.2.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
volledig en direct ontvankelijk is, en dus voldoet
aan de wettelijke indieningsvereisten wordt het
legesbedrag als bepaald in 2.3. verminderd.
|
|
|
De vermindering bedraagt:
|
|
|
indien het legesbedrag zoals bepaald in artikel 2.3.
€ 1000,- of minder bedraagt:
|
10%
|
|
|
van het in artikel 2.3. bepaalde legesbedrag
|
|
|
|
|
|
|
indien het legesbedrag zoals bepaald in artikel 2.3.
meer dan € 1000,- bedraagt:
|
1%
|
|
|
|
|
|
van het in artikel 2.3. bepaalde legesbedrag
verhoogd met € 90,-
|
|
|
2.4.2.1.
|
Vervallen
|
|
|
2.4.2.2.
|
Vervallen
|
|
|
2.4.3.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is
ingediend en er nog geen sprake is van aanvang of
gereedkomen van het aangevraagde wordt het
legesbedrag zoals bepaald in 2.3 verminderd
|
|
|
|
deze vermindering bedraagt:
|
|
|
|
indien het legesbedrag zoals bepaald in artikel 2.3.
€ 1000,- of minder bedraagt:
|
|
|
|
van het in artikel 2.3. bepaalde legesbedrag
|
15%
|
|
|
indien het legesbedrag zoals bepaald in artikel 2.3.
meer dan € 1000,- bedraagt:
|
|
|
|
van het in artikel 2.3. bepaalde legesbedrag
verhoogd met € 140,-
|
1%
|
|
2.4.4.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning en de
hierbij horende stukken volledig digitaal zijn
ingediend wordt het legesbedrag zoals bepaald in 2.3
verminderd met
|
€ 22,50
|
|
|
|
2.4.5.
|
Ongeacht de uitkomst van vorenstaande verminderingen
resteert er altijd een minimaal tarief van
|
|
|
€ 50,35
|
|
2.4.6.
|
Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 2.3.1.7
Relatie legestarief bouwactiviteiten en bouwkosten
wordt geen toepassing gegeven aan de verminderingen
als bedoeld in dit hoofdstuk
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 – Teruggaaf
|
|
|
2.5.1.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten.
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een
omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen
2.3.1., 2.3.2., 2.3.3, 2.3.6. en 2.3.7., intrekt
terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de
gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges.
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1.
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een
termijn van 4 weken na het in behandeling nemen
ervan van de op grond van de in 2.5.1, genoemde
onderdelen verschuldigde leges
|
|
|
60%
|
|
2.5.1.2.
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na
het in behandeling nemen ervan, doch voor het
verlenen van de omgevingsvergunning, van de op grond
van de in 2.5.1, genoemde onderdelen verschuldigde
leges
|
|
|
40%
|
|
2.5.1.3.
|
Indien teruggaaf wordt verleend op basis van artikel
2.5.1. vervallen de aanspraken op de verminderingen
als bedoeld in hoofdstuk 4.
|
|
|
2.5.2.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten.
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat
uit bouw- of aanlegactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1., 2.3.2. en 2.3.6. , intrekt op
aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak
op gedeeltelijke teruggaaf van het betreffende deel
van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen
5 jaren na verlening van de vergunning en van de
vergunning geen gebruik is gemaakt.
|
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
30%
|
|
met een maximum teruggaaf van
|
15.000
|
|
van de op grond van de in 2.5.2. genoemde onderdelen
verschuldigde leges.
|
|
|
Van teruggaaf is geen sprake wanneer er toepassing
is gegeven aan artikel 2.5.6. tenzij de intrekking
tevens geldt voor de activiteiten waarop artikel
2.5.6. van toepassing is.
|
|
|
2.5.3.
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren of niet
(verder) in behandeling nemen van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten.
|
|
|
2.5.3.1.
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg-of sloopactiviteiten, als bedoeld in
de onderdelen 2.3.1., 2.3.2., 2.3.6. en 2.3.7.,
weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel
van de leges.
|
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
30%
|
|
van de op grond van de in 2.5.3.1. genoemde
onderdelen verschuldigde leges.
|
|
|
2.5.3.2.
|
Indien op basis van wettelijke onvolledigheid/niet
ontvankelijkheid het verzoek als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 niet
(verder) in behandeling wordt genomen.
|
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
65%
|
|
2.5.3.3.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1.
wordt mede verstaan een vernietiging van de
beschikking waarbij de vergunning is verleend bij
rechterlijke uitspraak.
|
|
|
2.5.3.4.
|
Indien er sprake is van het weigeren van een
omgevingsvergunning bestaat geen recht op teruggave
van het in Titel 3 onderdeel 3.1.4 genoemde
bedrag
|
|
|
2.5.3.5.
|
Indien een aanvraag één of meerdere
activiteiten/onderdelen als bedoeld in de Wabo bevat
welke bij behandeling vergunningvrij blijken te zijn
bedraagt het tarief
|
|
|
€ 111,95
|
|
|
voor iedere vergunningvrije activiteit
(onderdeel).
|
|
|
2.5.3.6.
|
vervallen
|
|
|
2.5.3.7.
|
De verminderingen als bedoeld in hoofdstuk 4 worden
evenals de teruggaaf apart berekend over het in
artikel 2.3. bepaalde bedrag. Indien sprake is van
vergunningsvrije activiteiten (als bedoeld in
2.5.3.5.) bestaat er geen aanspraak op
vermindering.
|
|
|
2.5.4.
|
Ongeacht de uitkomst van vorenstaande
teruggaaf/-gaven resteert er altijd een minimaal
tarief van
|
|
|
€ 100,00
|
|
2.5.5.
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van
geen bedenkingen.
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen
2.3.17. en 2.3.18. wordt geen teruggaaf
verleend.
|
|
2.5.6.
|
Indien een aanvraag tot wijziging van het verkrijgen
van een omgevingsvergunning voor een project dat
geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen
2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7, die reeds is verleend
maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden
enkel de leges welke betrekking hebben op de
wijziging berekend volgens de in 2.3 genoemde
heffingsgrondslagen. De oorspronkelijke
omgevingsvergunning wordt gezien als huidige
toestand.
|
|
|
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de
afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden
beoordeeld in essentie een nieuwe bouwplan sprake
is.
|
|
2.5.6.1.
|
Indien de oorspronkelijk (te wijzigen)
aanvraag/vergunning meer dan
|
€ 500,00
|
|
|
aan leges vertegenwoordigt, wordt het bepaalde in
2.5.6. verhoogd met
|
5%
|
|
|
van dat legesbedrag met een maximum verhoging van
|
€ 1.000,00
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 – Intrekking
omgevingsvergunning
|
|
|
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 – Wijziging omgevingsvergunning als
gevolg van wijziging project.
|
|
|
2.7.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot wijziging van een
omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de
omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het
project wat niet leidt tot een nieuwe
omgevingsvergunning
|
|
|
€ 111,95
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 – Bestemmingswijziging zonder
activiteiten.
|
|
|
2.8.1.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan
als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet
ruimtelijke ordening zal geregeld worden via een
exploitatieovereenkomst of een exploitatieplan.
|
|
|
2.8.2.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan
als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van
de Wet ruimtelijke ordening zal geregeld worden via
een exploitatieovereenkomst of een
exploitatieplan.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 – Sloopmelding
|
|
|
2.9.
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 – In deze titel niet benoemde
beschikking.
|
|
|
2.10.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een andere, in deze titel niet
benoemde beschikking
|
|
|
€ 111,95
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TITEL 3 Dienstverlening vallend onder Europese
dienstenrichtlijn.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 – Horeca
|
|
|
3.1.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en
Horecawet:
|
|
|
€ 421,75
|
|
3.1.1.1.
|
Indien de aanvrager middels het daarvoor bestemde
formulier verklaart te voldoen aan de
inrichtingseisen als bedoeld in artikel 10 van de
Drank- en Horecawet en de daarbij gevraagde bijlagen
volledig aanlevert, wordt het tarief als benoemt in
artikel 3.1.1. verlaagd met
|
€ 73,35
|
|
3.1.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning op grond van artikel 4 van de Drank- en
Horecawet:
|
|
|
€ 458,45
|
|
3.1.2.1.
|
Indien de aanvrager middels het daarvoor bestemde
formulier
|
|
|
|
verklaart te voldoen aan de inrichtingseisen als
bedoeld in artikel 10
|
|
|
|
van de Drank- en Horecawet en de daarbij gevraagde
bijlagen
|
|
|
|
volledig aanlevert, wordt het tarief als benoemt in
artikel 3.1.1.
|
|
|
|
verlaagd met
|
€ 73,35
|
|
3.1.3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag voor het exploiteren van een
horecabedrijf, zoals bedoeld in artikel 2:15, lid i
van de Apv:
|
|
|
€ 279,70
|
|
3.1.4.
|
Indien uit het geldende beleid blijkt dat de
aanvraag voor een vergunning tevens getoetst moet
worden volgens de Wet Bevordering
Integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur (Bibob)
wordt hiervoor het volgende aparte tarief in
rekening gebracht:
|
|
|
3.1.4.1.
|
indien sprake is van een lichte bibob-toets:
|
€ 348,40
|
|
3.1.4.2.
|
indien sprake is van een uitgebreide
bibob-toets:
|
€ 504,30
|
|
3.1.4.2.1.
|
indien de bibob-toets als bedoeld in 3.1.4.2. niet
leidt tot een advies-
|
|
|
|
aanvraag bij (landelijk) Bureau bibob en tevens
uitmondt in een
|
|
|
|
positief besluit wordt
|
€ 91,65
|
|
|
restitutie gegeven op het tarief als bepaald in
3.1.4.2.
|
|
|
3.1.4.3.
|
indien advies gevraagd wordt aan (landelijk) Bureau
bibob
|
€ 1.554,10
|
|
3.1.4.4.
|
Het tarief zoals benoemd in 3.1.4.3. wordt
vermeerderd
|
|
|
|
met het bedrag voor het advies dat de gemeente
opvraagt
|
|
|
|
aan (landelijk) Bureau bibob
|
|
|
3.1.4.5.
|
Indien het advies van (landelijk) Bureau bibob leidt
tot een
|
|
|
|
negatief besluit wordt het tarief verhoogd met
|
€ 573,10
|
|
3.1.4.6.
|
Indien het advies van (landelijk) Bureau bibob leidt
tot het
|
|
|
|
verbinden van voorschriften aan de vergunning
|
€ 343,85
|
|
3.1.4.7.
|
Indien het advies van (landelijk) Bureau bibob leidt
tot een
|
|
|
|
positief besluit waarbij tevens geen voorschriften
worden
|
|
|
|
verbonden aan dat besluit naar aanleiding van het
advies
|
|
|
|
wordt
|
€ 458,45
|
|
|
restitutie gegeven op het tarief als bepaald in
3.1.4.3.
|
|
|
3.1.5.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een melding als bedoeld in artikel 30 van de
Drank- en Horecawet:
|
|
|
€ 142,10
|
|
3.1.5.1.
|
Indien de aanvrager middels het daarvoor bestemde
|
|
|
|
formulier verklaart te voldoen aan de
inrichtingseisen als
|
|
|
|
bedoeld in artikel 10 van de Drank- en Horecawet en
de
|
|
|
|
daarbij gevraagde bijlagen volledig aanlevert, wordt
het
|
|
|
|
tarief als benoemd in 3.1.5. verlaagd met
|
€ 73,35
|
|
3.1.6.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank-
en Horecawet:
|
|
|
€ 114,60
|
|
3.1.7.
|
Het tarief bedraagt voor een vergunning als bedoeld
in artikel 2:6, lid 1 van de Apv voor het in gebruik
nemen van openbare gemeentegrond voor het inrichten
van een terras:
|
|
|
€ 114,60
|
|
3.1.8.
|
In afwijking van het in de vorige leden bepaalde
bedraagt het tarief, indien de aanvraag het
wijzigingen van het aanhangsel op grond van de
Drank- en Horecawet betreft:
|
|
|
3.1.8.1.
|
voor de aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel
als bedoeld in
|
€ 55,05
|
|
|
3.1.8. voor één toevoeging/wijziging:
|
|
|
3.1.8.2.
|
voor meer dan één wijziging/toevoeging wordt het
tarief als
|
€ 13,75
|
|
|
bedoeld in artikel 3.1.8.1. in rekening gebracht en
tevens voor
|
|
|
|
iedere volgende verhoogd met:
|
|
|
3.1.9.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een
|
|
|
|
vooroverleg in het kader van:
|
|
|
3.1.9.1.
|
de Drank- en Horecawet voor het onderdeel Drank- en
Horeca-
|
|
|
|
vergunning (excl. Bibob):
|
€ 142,10
|
|
3.1.9.2.
|
de Drank- en horecawet voor het onderdeel
bibob-toets:
|
€ 201,75
|
|
3.1.9.3.
|
een gecombineerd verzoek als bedoeld in 3.1.9.1. en
|
|
|
|
3.1.9.2.
|
€ 316,30
|
|
3.1.9.4.
|
de Apv voor wat betreft het verkrijgen van een
|
|
|
|
exploitatievergunning (incl. bibob)
|
€ 201,75
|
|
3.1.9.5.
|
een ander hiervoor niet gespecificeerd
vooroverleg
|
€ 91,65
|
|
3.1.10.
|
Indien een aanvraag als genoemd in dit hoofdstuk
welke vooraf is
|
|
|
|
gegaan door een vooroverleg leidt tot een besluit,
wordt
|
60%
|
|
|
van het tarief van het vooroverleg
gerestitueerd.
|
|
|
3.1.11.
|
Indien de aanvraag/aanvragen als bedoeld in artikel
3.1.1.
|
|
|
|
tot en met 3.1.4.1. op alle onderdelen (betreffende
|
|
|
|
aanvraag + bibob) direct bij indiening volledig zijn
wordt
|
|
|
|
op het in artikel 3.1.1. tot en met 3.1.4.1.
bepaalde tarief
|
|
|
|
in mindering gebracht
|
40%
|
|
3.1.12.
|
Indien een aanvraagprocedure als bedoeld in artikel
3.1.1.
|
|
|
|
tot en met 3.1.4.1. wordt beëindigd (bijv. door
buiten
|
|
|
|
behandeling stelling of intrekking) worden de
volgende
|
|
|
|
percentages van de tarieven behorend bij deze
artikelen
|
|
|
|
gerestitueerd:
|
|
|
3.1.12.1.
|
indien de aanvraagprocedure wordt beëindigd voordat
de
|
|
|
|
aanvrager in kennis is gesteld over de
volledigheid
|
80%
|
|
3.1.12.2.
|
indien de aanvraagprocedure wordt beëindigd nadat de
|
|
|
|
aanvrager in kennis is gesteld over de volledigheid
maar
|
|
|
|
voorafgaand aan besluitvorming
|
50%
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 – Organiseren evenementen of
markten.
|
|
|
3.2.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning
voor het organiseren van een evenement op basis van
artikel 2:13, lid 1, van de Apv:
|
€ 171,40
|
|
3.2.2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een melding ter verkrijging van een acceptatie
van de melding voor het organiseren van een
evenement op basis van artikel 2:13, lid 2, van de
Apv:
|
|
|
€ 53,55
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 – Prostitutiebedrijven.
|
|
|
3.3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om:
|
|
|
3.3.1.
|
een exploitatievergunning of wijziging van een
exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4,
eerste lid, van de Apv, voor een seksinrichting of
escortbedrijf:
|
|
|
€ 286,45
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 – Splitsingsvergunning
woonruimte
|
|
|
|
|
|
|
N.v.t.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 – Leefmilieuverordening
|
|
|
|
|
|
|
N.v.t.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 –
Brandbeveiligingsverordening
|
|
|
N.v.t.
|
|
|
|
€ -
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 – In deze titel niet benoemde
vergunning, ontheffing of ander
beschikking.
|
|
|
3.7.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een andere, in deze titel niet
benoemde vergunning, ontheffing of andere
beschikking:
|
€ 107,35
|
|
|
|
|
|
Behorende bij raadsbesluit van 10 november
2015.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
mr. G.M.W.M. Wasser
|
|
|