Organisatie | Pekela |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemeen Plaatselijke Verordening Pekela 2014 |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening Pekela 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-01-2015 | 16-03-2017 | nieuwe regeling | 16-12-2014 Elektronisch Gemeenteblad Gemeente Pekela, 14 januari 2015, 2 | 2014R0138-12 |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 11
Artikel 1:1 Begripsbepalingen 11
Artikel 1:3 Indiening aanvraag 11
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 11
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing 12
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing 12
Artikel 1:8 Weigeringsgronden 12
AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN 12
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 12
Artikel 2:2 Verblijfsontzegging 13
Artikel 2:4 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 13
Artikel 2:5 Afwijking termijn 13
Artikel 2:6 Te verstrekken gegevens 13
AFDELING 3. VERSPREIDEN VAN GEDRUKTE STUKKEN 14
Artikel 2:7 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 14
AFDELING 4. VERTONINGEN E.D. OP DE WEG 14
Artikel 2:8 Feest, muziek en wedstrijd e.d. 14
Artikel 2:9 Dienstverlening 14
AFDELING 5. BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG 14
Artikel 2:11 Voorwerpen op of aan de weg 14
Artikel 2:12 (Omgevings-)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 15
Artikel 2:13 Maken, veranderen van een uitweg 15
AFDELING 6. VEILIGHEID OP DE WEG 16
Artikel 2:14 Veroorzaken van gladheid 16
Artikel 2:15 Winkelwagentjes 16
Artikel 2:16 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp 16
Artikel 2:17 Openen straatkolken e.d. 16
Artikel 2:18 Kelderingangen e.d. 16
Artikel 2:19 Rookverbod in bossen en natuurterreinen 16
Artikel 2:20 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp 17
Artikel 2:21 Vallende voorwerpen 17
Artikel 2:22 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 17
Artikel 2:23 Verwijdering e.d. voorzieningen voor verkeer en verlichting 17
Artikel 2:24 Objecten onder hoogspanningslijn 17
Artikel 2:25 Veiligheid op het ijs 17
Artikel 2:26 Begripsbepaling 17
Artikel 2:28 Ordeverstoring 18
AFDELING 8. TOEZICHT OP HORECABEDRIJVEN 18
Artikel 2:29 Begripsbepalingen 18
Artikel 2:30 Exploitatievergunning horecabedrijf 19
Artikel 2:32 Afwijking sluitingstijd of tijdelijke sluiting 19
Artikel 2:33 Verboden gedragingen 19
Artikel 2:34 Handel binnen openbare inrichtingen 19
Artikel 2:35 Ordeverstoring 19
Artikel 2:36 Het college als bevoegd bestuursorgaan 20
Afdeling 8A. Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet 20
Artikel 2:34a Begripsbepaling 20
Artikel 2:36b Schenktijden paracommerciële rechtspersonen 20
Artikel 2:36c Bijeenkomsten van paracommerciële rechtspersonen 21
AFDELING 9. TOEZICHT OP INRICHTINGEN TOT HET VERSCHAFFEN VAN NACHTVERBLIJF 21
Artikel 2:37 Begripsbepaling 21
Artikel 2:38 Kennisgeving exploitatie 21
Artikel 2:40 Verschaffing gegevens nachtregister 21
AFDELING 10. TOEZICHT OP SPEELGELEGENHEDEN 21
Artikel 2:41 Speelgelegenheden 21
Artikel 2:42 Kansspelautomaten 22
AFDELING 11. MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID 22
Artikel 2:43 Betreden gesloten woning of lokaal 22
Artikel 2:44 Plakken en kladden 22
Artikel 2:45 Vervoer plakgereedschap e.d. 23
Artikel 2:46 Vervoer inbrekerswerktuigen 23
Artikel 2:47 Betreden van plantsoenen e.d. 23
Artikel 2:48 Rijden over bermen e.d. 23
Artikel 2:49 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 24
Artikel 2:50 Verboden drankgebruik 24
Artikel 2:51 Verboden gedrag bij of in gebouwen 24
Artikel 2:52 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten 24
Artikel 2:53 Neerzetten van fietsen e.d. 24
Artikel 2:54 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. 25
Artikel 2:55 Bespieden van personen 25
Artikel 2:56 Bewakingsapparatuur 25
Artikel 2:57 Nodeloos alarmeren 25
Artikel 2:58 Alarminstallaties 25
Artikel 2:59 Loslopende honden 25
Artikel 2:60 Verontreiniging door honden 25
Artikel 2:61 Gevaarlijke honden 26
Artikel 2:62 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 26
Artikel 2.62.1 Hinderlijke dieren 27
AFDELING 12. BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN 27
Artikel 2:67 Begripsbepaling 27
Artikel 2:68 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister 27
Artikel 2:69 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht 27
Artikel 2:70 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen 28
Artikel 2:71 Handel in horecabedrijven 28
Artikel 2:72 Handel te water 28
AFDELING 13. ROUTE GEVAARLIJKE STOFFEN 28
Artikel 2:73 Vervoer van gevaarlijke stoffen 28
Artikel 2:74 Begripsbepalingen 28
Artikel 2:75 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen 28
Artikel 2:76 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 28
Artikel 2:77 Carbidschieten 29
Artikel 2:78 Drugshandel op straat 29
AFDELING 19. VEILIGHEIDSRISICOGEBIEDEN EN CAMERATOEZICHT OP OPENBARE PLAATSEN 30
Artikel 2:79 Veiligheidsrisicogebieden 30
Artikel 2:80 Cameratoezicht op openbare plaatsen 30
Artikel 2:81 Gebiedsontzeggingen 30
HOOFDSTUK 3. SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D. 30
AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN 30
Artikel 3:1 Begripsbepalingen 31
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan 31
AFDELING 2. SEKSINRICHTINGEN, STRAATPROSTITUTIE, SEKSWINKELS EN DERGELIJKE 31
Artikel 3:4 Seksinrichtingen 31
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 32
Artikel 3:6 Sluitingstijden 33
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 33
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 33
Artikel 3:9 Straatprostitutie 33
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke 34
AFDELING 3. BESLISSINGSTERMIJN; WEIGERINGSGRONDEN 34
Artikel 3:12 Beslissingstermijn 34
Artikel 3:13 Weigeringsgronden 35
Artikel 3:14 Intrekkingsgronden 35
AFDELING 4. BEËINDIGING EXPLOITATIE; WIJZIGING BEHEER 36
Artikel 3:15 Beëindiging exploitatie 36
Artikel 3:16 Wijziging beheer 36
HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE 36
AFDELING 1. GELUIDHINDER EN VERLICHTING 36
Artikel 4:1 Begripsbepalingen 36
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 37
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 37
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten 38
Artikel 4:5 Onversterkte muziek 38
Artikel 4:6 Overige geluidhinder 39
AFDELING 2. BODEM-, WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING 39
Artikel 4:7 Verontreiniging van de weg en van terreinen 39
Artikel 4:8 Verontreiniging bij werkzaamheden op de weg 40
Artikel 4:9 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren 40
Artikel 4:10 Wegwerpen van reclame- of strooibiljetten 40
Artikel 4:12 Natuurlijke behoefte doen 40
Artikel 4:13 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen 40
AFDELING 3. HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN 40
Artikel 4:14 Begripsbepalingen 40
Artikel 4:15 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden 40
Artikel 4.16 Aanvraag omgevingsvergunning 41
Artikel 4:17 Vergunning van rechtswege 41
Artikel 4:18 Bijzondere vergunningsvoorschriften 42
Artikel 4:19 Herplant-/ instandhoudingsplicht 42
Artikel 4:20 Kapverbod Bomenlijst 42
Artikel 4:21 Verhouding tussen kap- en bouw- of aanlegvergunning 43
Artikel 4:22 Schadevergoeding 43
Artikel 4:23 Bestrijding iepziekte 43
Artikel 4:24 Monumentale bomen 43
Artikel 4:25 Bescherming bomen 43
Artikel 4:26 Vervaltermijn vergunning 43
Artikel 4:27 Beschermde planten; hout sprokkelen 43
Artikel 4:28 Bescherming groenvoorzieningen 43
AFDELING 4. MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING EN STANKOVERLAST 43
Artikel 4:29 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 43
Artikel 4:30 Stankoverlast door gebruik van meststoffen 44
Artikel 4:31 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame 44
Artikel 4:33 Vergunningsplicht lichtreclame 44
AFDELING 5. KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN 44
Artikel 4:34 Begripsbepaling 44
Artikel 4:35 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen 44
Artikel 4:36 Aanwijzing kampeerplaatsen 45
HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE 45
AFDELING 1. PARKEEREXCESSEN 45
Artikel 5:1 Begripsbepalingen 45
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 45
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 45
Artikel 5:4 Defecte voertuigen 46
Artikel 5:5 Voertuigwrakken 46
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a. 46
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen 46
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 46
Artikel 5:9 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen 47
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen 47
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 47
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets 47
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen 48
Artikel 5:14 Begripsbepaling 48
Artikel 5:16 Venten met gedrukte stukken 49
Artikel 5:17 Begripsbepaling 49
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 49
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende 49
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen 49
Artikel 5:21 Begripsbepaling 49
Artikel 5:22 Organiseren van een snuffelmarkt 50
Artikel 5:23 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 50
Artikel 5:24 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 51
Artikel 5:25 Aanwijzingen ligplaats 51
Artikel 5:26 Verbod innemen ligplaats 51
Artikel 5:27 Beschadigen van waterstaatswerken 51
Artikel 5:28 Reddingsmiddelen 51
Artikel 5:29 Veiligheid op het water 52
Artikel 5:30 Overlast aan vaartuigen 52
AFDELING 7. CROSSTERREINEN EN GEMOTORISEERD EN RUITERVERKEER IN NATUURGEBIEDEN 52
Artikel 5:31 Crossterreinen 52
Artikel 5:31a Begripsbepalingen 52
Artikel 5:32 Beperking verkeer in natuurgebieden 52
AFDELING 8. VERBOD VUUR TE STOKEN 53
Artikel 5:33 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 53
AFDELING 9. VERSTROOIING VAN AS 54
Artikel 5:34 Begripsbepaling 54
Artikel 5:35 Verboden plaatsen 54
Artikel 5:36 Hinder of overlast 54
HOOFDSTUK 6. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 54
Artikel 6:2 Toezichthouders 54
Artikel 6:3 Opsporingsambtenaren 54
Artikel 6:4 Binnentreden woningen 54
Artikel 6:5 Binnentreden woningen ter uitvoering van noodverordeningen 54
Artikel 6:6 Intrekking oude verordening 55
Artikel 6:7 Inwerkingtreding 55
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
AFDELING 5. BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG
Artikel 2:12 (Omgevings-)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
AFDELING 6. VEILIGHEID OP DE WEG
De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken, en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op een openbare plaats achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.
Artikel 2:16 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Afdeling 8A. Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:
paracommerciële rechtspersonen: een rechtspersoon, niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf;
bijeenkomsten van persoonlijke aard: bijeenkomsten met een veelal feestelijk karakter, waarbij alcoholhoudende drank pleegt te worden genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten van de betreffende rechtspersoon of de hoofddoelstelling en er een nadrukkelijk persoonlijk belang in het geding is. Hierbij moet worden gedacht aan: bruiloften, recepties, huwelijksjubilea, verjaardagsfeesten, promotie- of afstudeerborrels e.d.
Voor zover deze bijeenkomsten tevens een zakelijk karakter hebben dat direct verband houdt met de activiteiten van de instelling of voor zover de bijeenkomst een nauwe, verweven relatie heeft met de direct voorafgaande ceremonie of dienst, vallen deze niet onder het bereik van deze bepaling. Voorbeelden hierbij zijn: het afscheid van de voorzitter van de vereniging, een jubileum van een bestuurslid, een korte receptie direct volgend op een kerkelijke huwelijksinzegening of een condoleancebijeenkomst direct na een begrafenis(ceremonie).
Artikel 2:36b Schenktijden paracommerciële rechtspersonen
Paracommerciële rechtspersonen en instellingen verstrekken alcoholhoudende drank uitsluitend vanaf één uur voor aanvang tot uiterlijk één uur na beëindiging van de activiteiten die passen binnen de statutaire doelstelling of anderszins afgeleide doelstelling van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.
Artikel 2:36c Bijeenkomsten van paracommerciële rechtspersonen
Paracommerciële rechtspersonen en instellingen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens in de inrichting plaatsvindende bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.
Paracommerciële rechtspersonen geven aan anderen geen gelegenheid om in de inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens in de inrichting plaatsvindende bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.
Het verbod zoals gesteld in lid 1 en lid 2 geldt niet voor zover het door de burgemeester aangewezen paracommerciële rechtspersonen of instellingen betreft die zich richten op algemeen toegankelijke sociaal-culturele activiteiten of activiteiten waar de sociale interactie en/ of de bevordering van de sociale cohesie voor een algemene groep personen naar haar aard nadrukkelijk aanwezig is zoals buurt- en dorpshuizen. De burgemeester kan daarbij nadere regels of beperkingen vaststellen.
AFDELING 9. TOEZICHT OP INRICHTINGEN TOT HET VERSCHAFFEN VAN NACHTVERBLIJF
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
AFDELING 10. TOEZICHT OP SPEELGELEGENHEDEN
Artikel 2:41 Speelgelegenheden
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen , of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
AFDELING 11. MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID
Artikel 2:46 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:52 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:53 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
AFDELING 12. BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:74 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Het verbod gesteld in het eerste lid geldt niet indien:
de plaats vanwaar geschoten wordt is gelegen:
1° op een afstand van ten minste 75 meter van woonbebouwing, en;
2° op een afstand van ten minste 300 meter van inrichtingen voor de intramurale zorg, en;
3° op een afstand van ten minste 300 meter van in gebruik zijnde voorzieningen voor het houden van dieren, en;
4° wordt geschoten in een richting welke tegengesteld is aan de richting waarin de dichtstbijzijnde woonbebouwing is gelegen, en;
5° het vrij schootsveld minimaal 75 meter is en hierin geen verharde openbare wegen of paden liggen, en;
Artikel 2:78 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
AFDELING 19. VEILIGHEIDSRISICOGEBIEDEN EN CAMERATOEZICHT OP OPENBARE PLAATSEN
Artikel 2:79 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:81 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
HOOFDSTUK 3. SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
AFDELING 2. SEKSINRICHTINGEN, STRAATPROSTITUTIE, SEKSWINKELS EN DERGELIJKE
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in het eerste lid, is de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende een bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
AFDELING 3. BESLISSINGSTERMIJN; WEIGERINGSGRONDEN
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, worden geweigerd dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, achterwege gelaten, in het belang van:
AFDELING 4. BEËINDIGING EXPLOITATIE; WIJZIGING BEHEER
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
AFDELING 1. GELUIDHINDER EN VERLICHTING
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid van het Besluit van het Besluit, niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
AFDELING 3. HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 4:15 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
Artikel 4:19 Herplant-/ instandhoudingsplicht
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld dan wel op andere wijze tenietgegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen binnen een door hem te stellen termijn.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen en binnen een door hem te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 4:20 Kapverbod Bomenlijst
Het college kan ontheffing verlenen van het verbod genoemd in het eerste lid indien er sprake is van: - onveilige situaties door instabiliteit en/of onvoldoende vitaliteit; - schade of dreigende schade aan de omgeving; - een zwaarwegend geval van algemeen belang. De ontheffing wordt alleen verleend indien er geen redelijke maatregelen zijn te nemen die het vellen kunnen voorkomen.
AFDELING 4. MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING EN STANKOVERLAST
Artikel 4:29 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
AFDELING 5. KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college aangewezen op de weg gelegen plaatsen, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, een (brom)fiets onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimtes of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:23 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:25 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:24 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 5:26 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:25, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:27 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
AFDELING 7. CROSSTERREINEN EN GEMOTORISEERD EN RUITERVERKEER IN NATUURGEBIEDEN
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:32 Beperking verkeer in natuurgebieden
HOOFDSTUK 6. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie, zoals bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.
Artikel 6:3 Opsporingsambtenaren
De opsporing van de in artikel 6.1 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders of de burgemeester met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Artikel 6:4 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:5 Binnentreden woningen ter uitvoering van noodverordeningen
Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van een voorschrift van een door de burgemeester op grond van artikel 176 van de Gemeentewet vastgesteld algemeen verbindend voorschrift, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:6 Intrekking oude verordening
De Algemene Plaatselijke Verordening Pekela 2009 wordt ingetrokken.