Hoofdstuk 1
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a) Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Moerdijk;
b) College: college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Moerdijk;
c) Peuteropvang: het aanbod voor peuters van 2 tot 4 jaar die wonen in de gemeente Moerdijk door kinderopvangorganisaties die zijn opgenomen in het register voor peuteropvang van de gemeente Moerdijk;
d) Register: dit betreft het register van de gemeente Moerdijk waarin kinderopvangorganisaties zijn opgenomen die peuteropvang aanbieden in de gemeente Moerdijk omdat zij voldoen aan de gestelde voorwaarden;
e) Rijkstoeslag voor kinderopvang: de toeslag die ouders kunnen aanvragen bij de Belastingdienst voor kinderopvang;
f) Gemeentelijke doelgroep: personen die door het Werkplein Hart van West-Brabantzijn gekenmerkt als doelgroep en om die reden een toeslag voor de kinderopvang van de Belastingdienst ontvangen.
Artikel 2 Register van kinderopvangorganisaties die peuteropvang aanbieden in de gemeente Moerdijk
1.Een kinderopvangorganisatie wordt opgenomen in het register als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a) Voldoen aan de Wet Kinderopvang;
b) Werken met het ontwikkelingsprogramma voor peuters: Uk en Puk;
c) Gebruik maken van het kindvolgsysteem: Doen, Praten en Bewegen;
d) Overdrachtsafspraken hebben met de basisschool;
e) Zorgstructuur met daarin een link met het Centrum voor Jeugd en Gezin;
f) Vertegenwoordiging in de stuurgroep Jeugd & Onderwijs.
- 2.
Kinderopvangorganisaties uit de gemeente Moerdijk kunnen een registratie aanvragen bij de gemeente Moerdijk;
- 3.
Kinderopvangorganisaties kunnen worden opgenomen in het register op 1 januari en op 1 juli;
- 4.
Het register is zichtbaar op www.moerdijk.nl.
Artikel 3 Voorwaarden voor de toeslag
Ouders of verzorgers van een peuter komen in aanmerking voor een toeslag voor peuteropvang als:
- 1.
Hun peuter minimaal 5 en maximaal 7 uren per week de peuteropvang bezoekt;
- 2.
Ze een overeenkomst hebben met een kinderopvangorganisatie die opgenomen is in het register zoals omschreven in artikel 2;
- 3.
Ze niet in aanmerking komen voor een rijkstoeslag;
- 4.
Ze geen onderdeel uitmaken van de gemeentelijke doelgroep;
- 5.
Ze bereidt zijn om jaarlijks een inkomensverklaring aan te vragen en deze te overleggen aan de gemeente Moerdijk.
Artikel 4 Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 9 en 10 van de Algemene subsidieverordening wordt de aanvraag om een toeslag op grond van deze regeling in ieder geval geweigerd indien:
- 1.
Er een overeenkomst is met een organisatie die niet is opgenomen in het register;
- 2.
De peuter jonger dan 2 jaar is of ouder dan 4 jaar;
- 3.
De peuter niet in de gemeente Moerdijk woont;
- 4.
De ouders of verzorgers in aanmerking komen voor een rijkstoeslag;
- 5.
Het subsidieplafond voor de regeling voor peuteropvang is bereikt.
Artikel 5 Doelgroep
De toeslag op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan ouders of verzorgers (zoals omschreven in artikel 3 lid 3 en 4) van peuters die gebruik maken van peuteropvang zoals omschreven in artikel 1 lid c.
Artikel 6 Procedurebepalingen voor de verstrekking van de toeslag peuteropvang
- 1.
Een aanvraag om een toeslag wordt ingediend op een door het college vastgesteld formulier;
- 2.
In afwijking van artikel 6, eerste lid van de Algemene subsidieverordening kan een aanvraag gedurende het hele jaar worden ingediend;
- 3.
De aanvraag wordt uiterlijk 8 weken na de start van de peuteropvang aangevraagd;
- 4.
Het college besluit op de aanvraag uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag;
- 5.
Het college verleent de voorlopige toeslag en betaalt deze maandelijks uit;
- 6.
De toeslag wordt stopgezet in de maand dat de peuter vier jaar wordt of als een tussentijdse wijziging, zoals omschreven in artikel 7, daartoe aanleiding geeft;
- 7.
Ouders of verzorgers ontvangen van de gemeente Moerdijk een door het college vastgesteld formulier dat ingevuld moet worden om de definitieve berekening te maken;
- 8.
Het college besluit uiterlijk 1 jaar na ontvangst van het volledig ingevulde formulier over de afrekening van de toeslag;
- 9.
Als ouder of verzorgers het formulier voor de berekening van de definitieve toeslag niet invullen wordt de toeslag teruggevorderd;
- 10.
De ouders of verzorgers ontvangen een brief met het collegebesluit over de hoogte van de vastgestelde toeslag;
- 11.
Als er te veel of te weinig toeslag is verstrekt vindt een afrekening plaats daarbij wordt geen rekening gehouden met een rentepercentage.
Artikel 7 Tussentijdse wijzigingen
- 1.
Ouders of verzorgers geven tussentijdse wijzigingen op een door het college vastgesteld formulier;
- 2.
Een tussentijdse wijziging betreft één of meerdere van de volgende onderwerpen:
- a.
Naam en adres gegevens aanvrager
- b.
Naam en adres gegevens van de peuteropvang
- c.
Wijziging van peuteropvang aanbieder
- d.
Wijziging van inkomen van aanvrager / partners aanvrager
- e.
Wijziging van uurtarief peuteropvang
- f.
Wijziging omdat de aanvrager een toeslag uit een andere regeling ontvangt zoals een toeslag van de belastingdienst;
- 3.
Een tussentijdse wijziging wordt uiterlijk 8 weken na de wijziging gemeld bij de gemeente;
- 4.
Het college besluit op de gewijzigde aanvraag uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van het wijzigingsformulier.
Artikel 8 Berekening van de subsidie
- 1.
De berekening van de toeslag vindt plaats op basis van het volledig ingevulde formulier zoals omschreven in artikel 6, lid 1;
- 2.
De toeslag wordt voor minimaal 5 en maximaal 7 uren peuteropvang per week verleend;
- 3.
Het maximale uurtarief voor de kinderopvang zoals bepaald door de Belastingdienst (www.toeslagen.nl) wordt aangehouden;
- 4.
De berekening van de toeslag vindt plaats op basis van de toeslagentabel van de Belastingdienst (www.toeslagen.nl) waarin het aantal uren, uurprijs en de hoogte van het inkomen zijn opgenomen.
Artikel 9 Subsidieplafond
- 1.
Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager volgens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld;
- 2.
Bij het bereiken van het subsidieplafond wordt de subsidieaanvraag afgewezen. De aanvrager wordt hierover bericht.