Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere subsidieregels Verkeerseducatie 2016 |
Citeertitel | Nadere subsidieregels Verkeerseducatie 2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | onderwijs, subsidies, verkeer en vervoer |
geen
Provinciewet, Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-06-2016 | nieuwe regeling | 17-11-2015 Provinciaal Blad, 2015, 7625 | onbekend |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Permanente verkeerseducatie (PVE): landelijk zijn er richtlijnen, leerdoelen en instrumenten ontwikkeld voor de zogenaamde Permanente Verkeerseducatie. Voor zover in deze regeling de term Permanente Verkeerseducatie wordt gehanteerd, wordt hiermee verwezen naar de betreffende documenten. Deze zijn:
Verkeerscoördinator onderwijs: de persoon die de verkeerseducatie activiteiten coördineert voor één of meerdere scholen. Hij neemt ook namens de sch(o)ol(en) deel aan het netwerk verkeerseducatie dat binnen de betreffende gemeente(n) actief is. Een en ander is nader omschreven in het van toepassing zijnde convenant.
Verkeers Educatie Basis Onderwijs-convenant (VEBO-convenant): een convenant met een bij voorkeur onbepaalde looptijd, tussen een gemeente en een basisschool (en/of schoollocatie en/of schoolbestuur) inzake meer en betere verkeerseducatie in het basisonderwijs, het verbeteren van de schoolomgeving en schoolthuisroute, in het bijzonder bestaande uit het aanwijzen van een verkeerscoördinator in de school.
Verkeers Educatie Voortgezet Onderwijs-convenant (VEVO-convenant): een convenant met een bij voorkeur onbepaalde looptijd, tussen een gemeente en een school (en/of schoollocatie en/of schoolbestuur) voor voortgezet onderwijs inzake meer en betere verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs, het verbeteren van de schoolomgeving en schoolthuisroute, in het bijzonder bestaande uit het aanwijzen van een verkeerscoördinator in de school.
Artikel 2 Doel van de regeling
Het doel van deze regeling is het bevorderen van praktische verkeerseducatie zoals omschreven in de richtlijnen voor Permanente Verkeerseducatie (PVE). De regeling richt zich daartoe op het vormen van lokale netwerken van scholen en gemeenten waarin verkeerseducatie en daaraan gerelateerde zaken afgestemd worden. De samenwerkingsafspraken en de financiële ondersteuning worden middels convenanten gestructureerd.
Gedeputeerde Staten kunnen naast de in het eerste lid bedoelde subsidie tevens een subsidie verstrekken voor het werkbudget indien er sprake is van een rechtsgeldig VEBO- of VEVO-convenant en sprake is van 50% cofinanciering door de gemeente voor het werkbudget. De aanvraag voor het werkbudget dient gelijktijdig met de aanvraag voor de convenantsgelden (zoals omschreven in artikel 4, eerste lid) te worden ingediend.
Subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt verstrekt indien in het VEBO- of VEVO-convenant minimaal de navolgende zaken geregeld zijn:
in het convenant wordt overeengekomen dat genoemde school per school(locatie) waarvoor subsidie gevraagd wordt, een leerkracht/docent aanwijst die ten minste één niet lesgebonden lesuur per week als verkeerscoördinator onderwijs actief is en in deze tijd deelneemt aan het verkeerseducatie netwerk in gemeente en/of regio en activiteiten op het gebied van verkeerseducatie coördineert, opzet of uitvoert.
De subsidieontvanger dient de subsidiegelden vóór 1oktober van het schooljaar waar de subsidie betrekking op heeft aan de scholen over te maken.
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon
Toelichting Nadere subsidieregels Verkeerseducatie 2016 Algemeen De subsidieregeling wordt in nauwe samenwerking met het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg (ROVL) uitgevoerd op basis van een gelabelde doeluitkering verkeersveiligheid. Het ROVL heeft in het Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid (UPV) 2015-2017 het belang uitgesproken van continuering en uitbreiding van VEBO- en VEVO-convenanten. ROVL wil de gemeenten en scholen die de convenanten gezamenlijk afsluiten hierbij financieel ondersteunen in de vorm van een subsidie.
Het Limburgs Verkeersveiligheidslabel is een keurmerk dat verleend wordt aan scholen die voldoen aan een aantal criteria op het gebied van verkeersveiligheid. De lijst met criteria is op te zoeken via www.rovl.nl. Dit keurmerk wordt periodiek geëvalueerd door/ namens het ROVL. Deze methode omvat ook de verkeerseducatie en vormt de inhoudelijke basis voor deze nadere subsidieregels.
De uitvoering van verkeerseducatieve activiteiten op scholen verloopt per schooljaar. De verkeerscoördinator van de betrokken gemeente kan eenmaal per jaar de aanvragen verzamelen en deze tot 31 mei indienen. Deze aanvragen hebben betrekking op het schooljaar dat start in het jaar van de aanvraag. De scholen plannen hun activiteiten voor het nieuwe schooljaar doorgaans in de periode maart-april van het lopende schooljaar. Verkeerseducatieve activiteiten kunnen derhalve in die planning opgenomen worden en de daarvoor bedoelde subsidie kan vóór de periode waarin de activiteiten plaats zullen vinden worden aangevraagd.
Artikel 4 Een convenant kan afgesloten worden voor meerdere scholen. Deze mogelijkheid is in het leven geroepen omdat door fusies vaak meerdere scholen onder een bestuur zijn samengebracht. Strikt formeel zou er dan sprake zijn van 1 school. Als dit het geval is dan dient in het convenant en/of de subsidieaanvraag expliciet aangegeven te worden voor welke scholen dan wel voor welke locaties, subsidie aangevraagd wordt. Voor elke school en/of locatie waarvoor subsidie wordt aangevraagd, dient ook een verkeerscoördinator onderwijs benoemd te worden. Of, er dient voor de betrokken scholen een gezamenlijke verkeerscoördinator onderwijs benoemd te worden met een overeenkomstig aantal uren. Richtlijn is 1 uur per week per locatie.