Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van binnenhaven- en kadegeld 2016 |
Citeertitel | Verordening binnenhaven- en kadegeld 2016 |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016. De verordening blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de datum van intrekking hebben voorgedaan.
Gemeentewet, artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onder a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-12-2015 | 01-01-2018 | vervangt de verordening van 2015 | 12-11-2015 Gemeenteblad 2015, nr. 116248 | 2015/133621 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Het binnenhaven- en kadegeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6.
Artikel 6 Toepassing van de tarieven
Voor de toepassing van de tarieven binnenhavengeld:
wordt voor het gebruik van de vaarweg, waarbij bediening van sluis of brug in de Zaan of Nauernasche Vaart nodig is, buiten de vastgestelde bedientijden op basis van de Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland 1995, de tarieven binnenhavengeld zoals genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel, verhoogd met de kosten voor brugbediening en scheepvaartbegeleiding op basis van een kostenopgave. Hiervoor gelden de voorwaarden dat;
Artikel 10 Aangifte en betaling
Bij voortgezet verblijf in de haven, na afloop van de termijn waarover binnenhavengeld is betaald, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven opnieuw een aanvang; Alsdan moet opnieuw aangifte en betaling overeenkomstig het eerste, tweede en derde lid plaatsvinden, met dien verstande dat het belastingtijdvak niet het kalenderjaar kan overschrijden.
Van het binnenhavengeld dat wordt betaald voor de vrachtschepen en overige vaartuigen naar een termijn van een jaar, wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle kwartalen overblijven en waarbij het jaarbedrag eerst wordt herleid tot vier maal het kwartaaltarief;
Van het kadegeld dat wordt betaald voor vaartuigen naar een termijn van een jaar, wordt, indien het gebruik van de kade of steiger is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de kade of steiger nog volle kwartalen overblijven en waarbij het jaarbedrag eerst wordt herleid tot vier maal het kwartaaltarief;
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening binnenhaven- en kadegeld 2015, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad. In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis.
Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de overheid.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BINNENHAVEN- EN KADEGELD 2016
Voor het onder C bedoelde binnenvaartschip dat containers vervoert, geldt voor de eerste tien containers een minimumtarief van € 57,19 met dien verstande, dat vanaf de elfde container het tarief € 5,73 per container per dag bedraagt; bij een container met een lengte van 40 voet wordt gerekend als tweemaal 20 voet.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN KADEGELD 2016
Het tarief voor het gebruik of genot van de kade, steiger of glooiing bedraagt:
Het tarief voor industriële ondernemingen of handelsondernemingen of andere ondernemingen van bedrijfsmatige binnenvaart, op wier verzoek door het college onder nader door hem vast te stellen voorwaarden een vaste aanleg-, los-, en laadplaats op of aan de kade of steiger is toegewezen, bedraagt voor elke in gebruik genomen meter lengte van de kade of steiger: