Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling De Oude Rijnzone |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling De Oude Rijnzone |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
vervangt vorige gemeenschappelijke regeling Oude Rijnzone
Artikelen 1, 8, lid 3, 14a en 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2015 | Nieuwe regeling | 15-09-2015 Staatscourant 5 november 2015 en Gemeenteblad 23 november 2015, nr. 110576 | 2015/38178 en 2015/38209 |
De Colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk en Leiderdorp, hierna tenoemen de deelnemers; ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,
Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op de verleende toestemming door de gemeenteraden van Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk en Leiderdorp;
Overwegende dat samenwerking door het maken van afspraken over programmering, planning, kwaliteit en het ter beschikking stellen van middelen ten behoeve van de realisatie van de doelen uit de Transformatievisie Oude Rijnzone en de Samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone meerwaarde oplevert;
de deelnemers en het college van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijnwoude en Zoeterwoude op 27 november 2008 een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten met als doel het realiseren van een samenhangende ontwikkeling en integrale uitvoering van werken, wonen, infrastructuur, recreatieve en groen-blauwe structuur, gericht op duurzame ruimtelijke ontwikkeling van het gebied de Oude Rijnzone;
de Stuurgroep Oude Rijnzone, zoals omschreven in de samenwerkings- overeenkomst, in haar vergadering van 26 juni 2009 heeft besloten een voorstel met een basisbesluit over een meer bindende vorm van samenwerking te formuleren om met de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en provinciale staten te kunnen bespreken;
nog slechts sprake is van uitvoerende taken door de Gemeenschappelijke Regeling Oude Rijnzone waarbij geen ruimte meer is voor beleidsmatige keuzes en in zoverre (dus) niet meer resteert dan een beperkte mate van keuzeruimte met het oog op een efficiënte en effectieve uitvoering binnen het belang van de bedrijfsvoering voor de bedrijfsvoeringsorganisatie;
dat (aldus) wordt voldaan aan het criterium voor het wijzigen van de huidige organisatievorm van de Gemeenschappelijke Regeling van een openbaar lichaam met een zware bestuursstructuur (algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter) naar een nieuwe (lichtere) bestuursvorm van een zogenoemde bedrijfsvoeringsorganisatie ex artikel 8, derde lid van de WGR van "een regeling die wordt getroffen uitsluitend ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers";
de vóór 1 januari 2015 vrijgevallen middelen (onder andere door de brand bij Vliko) conform de afspraken in het Ontwikkel Strategie Kader primair worden toegekend aan het cluster ‘Bodegraven, wonen en groen’ (Groene afronding van Bodegraven). Verder kunnen de nog niet bestede middelen worden gebruikt voor twee concreet in voorbereiding zijnde projecten (omvorming Informatiecentrum A4 en verplaatsen bedrijvenlocaties en invulling met kleinschalige ontwikkelingen (Werklint Bodegraven);
afspraken worden gemaakt tussen de Gemeenschappelijke Regeling Oude Rijnzone en de provincie over de wijze waarop de provincie ook na uittreding wordt betrokken bij de herallocatie van (financiële) middelen met betrekking tot nieuwe ontwikkelingen met als uitgangspunt dat g edeputeerde s taten hiertoe een instemmingsrecht krijgen. Deze instemming dient te zijn verkregen voordat het bestuur van de regeling een besluit neemt over een voorstel met betrekking tot nieuwe ontwikkelingen;
Tot het treffen van de navolgende gemeenschappelijke regeling tot vorming van een Bedrijfsvoeringsorganisatie genaamd: De Oude Rijnzone en de
volgende gemeenschappelijke regeling gewijzigd vast te stellen en aan te gaan:
De regeling kent de navolgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen
Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen
Hoofdstuk 8: Financiering en Programmering
Hoofdstuk 9: Regionaal Investeringsfonds
Hoofdstuk 10: Financiële bepalingen inzake de interne organisatie
Hoofdstuk 11: Geschillenregeling
Hoofdstuk 12: wijziging en opheffing
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen
Het doel van de bedrijfsvoeringsorganisatie is de (verdere) uitvoering van de reeds geïnitieerde en lopende projecten in overeenstemming met de Transformatievisie en de Samenwerkingsovereenkomst en in overeenstemming met de gemaakte afspraken over programmering, planning, kwaliteit en het ter beschikking stellen van middelen ten behoeve van de realisatie.
De bedrijfsvoeringsorganisatie heeft tot taak het zodanig coördineren, faciliteren, (mede) voorbereiden en (mede) uitvoeren van besluiten van de deelnemers, dat wordt voldaan aan de in artikel 3 omschreven doelstelling. Hiertoe worden onder meer de volgende deeltaken gerekend:
Aan het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie worden ter vervulling van de in artikel 4 omschreven taken, bevoegdheden van regeling en bestuur toegekend binnen de grens van artikel 30 van de Wet. Met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 en 4 behoren in ieder geval tot de bevoegdheden van het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie:
beheren van het Regionaal Investeringsfonds De Oude Rijnzone ten behoeve van het beheren en verdelen van de bijdrage verkregen uit het Nota Ruimte budget van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en ten behoeve van het beheren en verdelen van de bijdragen van de deelnemers in verband met de regionale financieringsopgave zoals bedoeld in de integrale businesscase;
Artikel 7 Taken en bevoegdheden
aan het bestuur is opgedragen:
het benoemen, het schorsen en het ontslaan van personeel in dienst van de bedrijfsvoeringsorganisatie, al dan niet op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, het aangaan van detacheringsovereenkomsten met betrekking tot personeel in dienst van één of meerdere deelnemers, alsmede het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten met één of meerdere deelnemers; een en ander voor zover in deze regeling niet anders is bepaald en met inachtneming van door het bestuur nader te stellen regels.
Artikel 9 Vergaderfrequentie, stemming
In de vergadering van het bestuur kan slechts worden beraadslaagd en besloten, indien elk bestuurslid dan wel diens plaatsvervanger aanwezig is en dus elke deelnemer vertegenwoordigd is. Indien een bestuurslid niet aanwezig kan zijn, zal hij een plaatsvervanger regelen zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, van deze regeling.
Het bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen bij deze bedrijfsvoeringsorganisatie ingesteld, overeenkomstig een door het bestuur met inachtneming van de Archiefwet vast te stellen regeling, die aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn moet worden meegedeeld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn oefent toezicht uit op de krachtens het eerste lid aan het bestuur opgedragen zorg voor de archiefbescheiden overeenkomstig het Archiefbesluit, voor zover deze van toepassing is op de organen van de bedrijfsvoeringsvoeringsregeling.
Hoofdstuk 8 Financiering en Programmering
Artikel 16 Inhoud en procedure
Het concept uitvoeringsplan wordt na opstelling door het bestuur gezonden aan de colleges en de raden. De colleges en de raden kunnen binnen drie maanden hun reacties op het uitvoeringsplan kenbaar maken aan het bestuur. Het bestuur voegt de commentaren waarin deze reactie is vervat, bij het uitvoeringsplan zoals dit aan het bestuur wordt aangeboden. Het bestuur betrekt de reacties bij de vaststelling van het uitvoeringsplan.
Hoofdstuk 10 Financiële bepalingen inzake de interne organisatie
Artikel 19 Comptabiliteitsvoorschriften
De begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenramingen en de rekening worden ingericht overeenkomstig de in en krachtens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten gestelde regels.
Het bestuur stelt de begroting vast voor 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen. Na vaststelling wordt de begroting toegezonden aan de raden. De vastgestelde begroting wordt binnen veertien dagen na vaststelling doch in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, gezonden aan het college van gedeputeerde staten van de provincie.
In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemer voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage in de kosten, die voortvloeit uit de gemeenschappelijke regeling. Deze bijdrage wordt als volgt vastgesteld: de gemeenten dragen naar verhouding bij op basis van het inwoneraantal van de gemeenten op 31 december 2009 waarbij voor de gemeente Alphen aan den Rijn het inwoneraantal van de toenmalige gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude wordt aangehouden.
Van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de baten en lasten van De Oude Rijnzone wordt door het bestuur over het verstreken dienstjaar verantwoording afgelegd aan de raden, onder overlegging van de door of namens de secretaris, overeenkomstig de in artikel 18 lid 1 bedoelde regels, aangeboden jaarrekening met toelichting. Het bestuur voegt daarbij een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening, ingesteld door de op grond van artikel 18 lid 2, genoemde regelen aangewezen deskundige.
Een nadelig dan wel batig saldo wordt verdeeld naar inwoneraantal van de deelnemende gemeenten op 31 december 2009 waarbij voor de gemeenten Alphen aan den Rijn het inwoneraantal van de toenmalige gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude wordt aangehouden.
Artikel 23 Risicoverdeling deelnemers
Indien aan het bestuur blijkt dat een deelnemende gemeente weigert de uit artikel 21 lid 1 voortvloeiende uitgaven op de gemeentebegroting te zetten, doet het bestuur onverwijld aan het college van gedeputeerde staten van de provincie het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk 11 Geschillenregeling
Bij een geschil tussen twee of meer deelnemers ten aanzien van aangelegenheden met betrekking tot de uitvoering van deze regeling benoemen de deelnemers die het geschil hebben ieder een adviseur. Deze adviseurs vormen gezamenlijk een college van adviseurs. De benoemde adviseurs kiezen gezamenlijk een onafhankelijke externe voorzitter. Deze voorzitter kan zich laten bijstaan door een secretaris. De adviseurs en de secretaris zijn onafhankelijk. Tot adviseur en secretaris zijn niet benoembaar:
Hoofdstuk 12 wijziging en opheffing
Een wijziging van de regeling, met uitzondering van artikel 27, lid 6, is tot stand gekomen wanneer alle in lid 2 bedoelde bestuursorganen van de deelnemers met het voorstel van het bestuur hebben ingestemd. Een voorstel van het bestuur tot wijziging van artikel 27, lid 6, is vastgesteld als de deelnemers unaniem instemmen met de voorgestelde wijziging en de (schriftelijke) instemming van het college van gedeputeerde staten van de provincie is verkregen.
Hoofdstuk 14 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 29 Samenwerkingsovereenkomst
De taken en bevoegdheden van de Stuurgroep, zoals beschreven in de samenwerkingsovereenkomst, is bij het inwerkingtreden van deze regeling overgedragen aan het algemeen bestuur van het Openbaar Lichaam en worden bij de voortzetting van de regeling middels de bedrijfsuitvoeringsorganisatie weer overgedragen aan het bestuur van de bedrijfsuitvoeringsorganisatie.
Artikel 30 Niet-voorziene gevallen
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, wordt, voor zover wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet, door het bestuur een voorziening getroffen.