Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van haven-en opslaggelden 2016 |
Citeertitel | Verordening haven-en opslaggelden 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening haven- en opslaggelden 2017.
de datum van ingang van de heffing is 1 janauri 2016.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2015 | 01-01-2017 | Gemeentewet art, 216, art, 219 en art. 229, aanhef onderdeel a en b | 11-11-2015 Gemeenteblad, 8 december 2015 | 2015-1583 |
Onder de naam van haven- en opslaggelden worden rechten geheven terzake van het gebruik of genot van gemeentelijk vaarwater, van gemeentelijke kaden en loswallen en van andere werken of terreinen door de gemeente ten behoeve van de scheepvaart gemaakt of ter beschikking gesteld.
Belastingplichtig voor het havengeld is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het schip in het gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.
Voor het opslaggeld is belastingplichtig degene die de goederen opgeslagen heeft, degene aan wie de opgeslagen goederen toebehoren of degene te wiens behoeve de goederen opgeslagen zijn.
Artikel 3 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
kalenderjaar: een aaneengesloten periode van twaalf maanden, aanvangende 1 januari en eindigende op 31 december.
Voor de toepassing van de tarieven wordt een gedeelte van een dag, een gedeelte van een week, een m², een m³ of een ton als een volle eenheid gerekend.
Artikel 5 Wijze van berekening
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente goederen laden of lossen
per ton per 14 dagen: € 0,20 excl. BTW
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente passagiers innemen
of aan wal zetten per ton: € 0,20 excl. BTW
doch met een minimum van € 68,23 excl. BTW, alsmede per reservering van een aanlegplaats een bedrag van € 40,34 excl. BTW.
De bedragen worden per aanslag rekenkundig afgerond op hele centen.
maken van gemeentelijk vaarwater of enig ander in artikel 1 van de verordening genoemd gemeentewerk: per ton of gedeelte daarvan € 0,17 excl. BTW.
Voor woonschepen of daarmee gelijk te stellen vaartuigen liggende in het gemeentelijk vaarwater, wordt een recht geheven van de eigenaar, berekend naar in beslag genomen openbare ruimte, bedragende per vierkante meter per jaar € 5,76 of voor het geval de ligplaats minder dan een jaar wordt gebruikt, € 0,48 per vierkante meter per maand of gedeelte daarvan. Een gedeelte van een vierkante meter geldt voor een hele vierkante meter. Over de in dit lid genoemde rechten is geen BTW verschuldigd.
Omzetbelasting 1968: € 4,78 incl. BTW
bij meermalig gebruik, in de loop van het kalenderjaar van kaden, oevers en steigers, voor zover een strook grond of oppervlakte wordt verlengd tot ten hoogste 6 meter breedte, per strekkende meter (of gedeelte daarvan) kade, oever of steiger bij wijze van abonnement, bij vooruitbetaling voor het verschuldigd kalenderjaar:
van de Wet op de Omzetbelasting 1968: € 24,15 incl. BTW
Geen haven- of opslaggeld wordt geheven van:
De in artikel 6 genoemde rechten, worden m.u.v. de rechten onder artikel 6.4, geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur. De in artikel 6.4 genoemde rechten worden geheven bij wege van aanslag.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven van de betaalrekening van de belastingplichtige, moeten de aanslagen in afwijking van het eerste lid worden betaald in zoveel termijnen als er na de maand die is vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet, nog volle maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke volgende termijn telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid van dit artikel moeten aanslagen die worden opgelegd na het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
Bij de invordering van haven- en opslaggelden wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van haven- en opslaggelden.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
Met ingang van de in het derde lid genoemde datum wordt ingetrokken:
De “Verordening op de heffing en invordering van haven- en opslaggelden 2015” vastgesteld
door de gemeenteraad van Deventer op 12 november 2014, met dien verstande dat zij van
toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2015.