Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels naamgeving en nummering 2013 |
Citeertitel | Beleidsregels naamgeving en nummering 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | beleidsregels |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-11-2015 | Wijziging. Toevoeging lid 4 aan artikel 2.3.3. | 20-10-2015 Publicatie in het Heerhugowaards Nieuwsblad d.d. 3-11-2015 | BW15-0442 |
'Beleidsregels naamgeving en nummering 2013'.
Bevoegdheid tot het benoemen van openbare ruimten en nummeraanduidingen
De bevoegdheid tot het benoemen en nummeren van de openbare ruimten is geregeld in de op22 januari 2013 door de Gemeenteraad vastgestelde "Verordening naamgeving en nummering(adressen) 2013. De verordening legt de bevoegdheid tot het vaststellen van openbare ruimtenen nummeraanduidingen bij het college van burgemeester en wethouders. Het college kan opbasis van de verordening regels vaststellen waarin is vastgelegd aan welke objecten (of teonderscheiden delen daarvan) nummers worden toegekend.
De benoeming van openbare ruimten gebeurt aan de hand van de richtlijnen die de VNG hiervoorheeft opgesteld (Benoemen, nummeren en begrenzen 2002). Dit zijn algemene richtlijnen dieverband houden met de bruikbaarheid van namen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan
het wel of niet vernoemen van nog in leven zijnde personen en spelling die gemakkeIijk totverschrijvingen leidt. Aangezien de adresregistratie de ingang is tot bijzonder veelgegevensbestanden is de burger er mee gediend dat hierbij zo min mogelijk problemen ontstaan.Door het overnemen van de algemene richtlijnen van de VNG kan in voorkomende gevallen
gemakkelijk naar eigen beleid verwezen worden bijhet overnemen dan wel afwijzen vansuggesties van burgers. Het overnemen van de richtlijnen van de VNG in de beIeidsregeIs leidtbovendien tot meer uniformiteit en transparantie bij het benoemen van openbare ruimten.
Realisatie van nieuwbouwwijken of inbreiding in de bestaande binnenstad heeft gevolgen voorhet toekennen van huisnummers. In geval van inbreiding, waarbij tussen bestaande bebouwingnieuwe panden worden gebouwd, kan het voorkomen dat er mogelijk een subnummering zal
plaatsvinden (huisnummer met huisletter).
2.1.2 Criteria voor het benoemen van openbare ruimten
In het bijgaande werkproces Straatnaamgeving is beschreven hoe advies wordt uitgebracht over de naamgeving van openbare ruimten. Ten aanzien van de benoeming van openbare ruimten gelden de volgende criteria:
4.Indien mogelijk dient de instemming te worden gevraagd van de naaste familie van de te
5.Met betrekking tot het vernoemen van straten naar plaatselijk bekende personen dient
terughoudendheid in acht te worden genomen. Ten behoeve van de plaatselijke
geschiedenis kan de naam van een lokaal bekend persoon levend worden gehouden door
toekenning van een straatnaam. Gebleken moet echter zijn dat de verdienste van een
dergelijke persoon van blijvende betekenis is. De bijdrage aan de ontwikkeling van de
gemeente of de gemeenschap moet gedocumenteerd zijn. De levensloop van een te
vernoemen persoon dient zorgvuldig te worden nagegaan. Het moet zeker zijn dat hij/zij geen
ongunstig (oorIogs)verleden heeft.
nieuwe namen (of een nieuwe naam) wordt aangesloten bij het thema c.q. namensysteem
8.De uitstraling van hetgeen wordt vernoemd moet zoveel mogelijk passen bij de
maatschappelijke bijdrage of invloed van een te vernoemen persoon.
9.De naam van hetgeen wordt vernoemd moet passen bij het karakter van hetgeen moet
worden vernoemd. Als voorbeeld kan het volgende dienen. Het achtervoegsel "laan” kan
alleen achter een straatnaam worden gevoegd indien daadwerkelijk sprake is van een lange
brede weg die voorzien is van groenvoorziening (bomen).
1.Een bestaande naam kan gewijzigd worden. Door wijziging van de verkeerssituatie kan het
beloop van een straat zodanig wijzigen, dat in het algemeen en voor de hulpdiensten in het
bijzonder de vindbaarheid van panden of de openbare veiligheid in het geding komt.
2.Indien de vindbaarheid of openbare veiligheid niet in het geding komt, kan op verzoek een
nieuwe naam worden toegekend aan een reeds benoemde openbare ruimte, onder de
voorwaarde dat alle betrokken partijen die daar een rechtstreeks belang bij hebben, akkoord
1.Er worden geen afkortingen toegepast in de aanduiding van de openbare ruimte (dus: straat
in plaats van str., laan in plaats van In, enzovoorts).
2.Wetenschappelijke titulatuur wordt afgekort (Prof., Dr., Mr., Drs., St., enzovoorts). Wanneer
het echter gaat om een dokter of een schoolmeester, dan wel voluit schrijven.
3.Kerkelijke titels worden voluit uitgeschreven, tenzij de spelling niet eenduidig is.
Bijvoorbeeld: “monsigneur" is de schrijfwijze volgens het groene boekje. De Nederlandse
katholieke kerk hanteert de schrijfwijze -monseigneur". Bij de naamgeving wordt dan de
afkorting Mgr. gebruikt. Pastoors en dominees worden volledig uitgeschreven.
wordt na de laatste punt (letter) wel een spatie gebruikt.
1.De schrijfwijze wordt gehanteerd volgens de op het moment van benoeming geldende
spellingsregels. Er worden geen wijzigingen in schrijfwijzen toegepast als de spellingsregels
op een bepaald moment wijzigen.
van de duidelijkheid en ter voorkoming van spelfouten.
1.Er wordt geen Oudnederlandse schrijfwijze meer toegepast (dus geen -sch·, maar “s”)
3.Tussenvoegsels worden geschreven met een kleine letter als er een naam of letter aan
Uitzondering: wanneer volgens de Burgerlijke Stand het voorvoegsel met een hoofdIetter wordtgeschreven wordt dat overgenomen.
2,2.1 Wat is een nummeraanduiding?
1.Een nummeraanduiding is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig
toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats
(zogenaamde adresseerbare objecten).
2.Een nummeraanduiding bestaat uit: een huisnummer, huisletter (optioneel) in hoofdletters.
2.2.2 Criteria voor (huis-)nummering
(Huis)nummering moet voldoen aan de volgende kenmerken:
1.Logische nummeropeenvolging met eventueel toevoeging van letter op de positie van de
als een “een” of een “nul” gelezen kunnen worden..
afsluitbare toegang hebben vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde
verkeersruimte. Dit geldt ongeacht het soort pand (onder andere vrijstaande woning,
rijtjeshuis, twee onder één kap-woning, flatwoning of galerijwoning). Appartementen in
een appartementengebouw krijgen afzonderlijke huisnummers, maar onzelfstandige
eenheden (zoals gedeeld gebruik van keuken, badkamer en toilet) in bijvoorbeeld een
kamerverhuurbedrijf of een begeleide woonvorm niet. Eventuele garageboxen in of aan
de woning, die geen zelfstandige woon-, bedrijfsmatige of recreatieve functie hebben, zijn
geen pand en ook geen verblijfsobject.
b.Vrijstaande garageboxen zijn als pand te onderscheiden, maar zijn geen verblijfobject.
Uitzondering daarop zijn series garageboxen. Deze krijgen wel een eigen
nummeraanduiding (voor zover zij niet aantoonbaar dienstbaar zijn aan nabijgelegen
c.Bedrijfsruimten zijn een verblijfobject, als ze deel uitmaken van een pand en een eigen
afsluitbare toegang hebben vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde
verkeersruimte. Dit geldt ongeacht het soort pand (in een woning, onderin een
flatgebouw, in een kantoorruimte of in een fabriek).
d.Nutsvoorzieningen. Het hoofdpand van bijvoorbeeld een elektriciteitscentrale wordt als
verblijfobject afgebakend. Een verdeelstation wordt ook als verblijfsobject afgebakend.
Een betreedbaar transformatorhuisje is een verblijfsobject. Een niet-betreedbaar
transformatiehuisje is geen pand en dus ook geen verblijfsobject. Gebouwen voor
telecommunicatie, die als pand zijn afgebakend, zijn tevens verblijfsobjecten.
e.Verkeer en vervoer. Stationsgebouwen die afgebakend zijn als pand kunnen
verbIijfsobjecten bevatten. Wachtruimten op een perron zijn geen pand en daarmee per
definitie ook geen verblijfsobject. Een parkeergarage die als pand is afgebakend is
tevens een verbIijfobject. Ook een gezamelijke garage onder een flatgebouw is een
verbIijfsobject mits deze afsIuitbaar is.
f.Agrarische objecten. Het hoofdgebouw van de boerderij is een verbIijfsobject. Veelal
bestaat dit hoofdgebouw uit een woongedeelte en een agrarische gedeelte. Dit
agrarische gedeelte wordt beschouwd als dienstbaar en wordt niet als afzonderlijk
verbIijfsobject onderscheiden. Dat geldt ook als de bedrijfsvoering een maatschap is. Er
worden alleen extra verbIijfsobjecten onderscheiden als er sprake is van een object dat
volledig aan de definitie van verbIijfsobject voldoet. Bijvoorbeeld een zelfstandige
woning of een zelfstandig bedrijf.
g.Overigen. Sportgebouwen zijn verbIijfsobjecten, evenals clubhuizen, sporthallen en
zwembaden. Allen krijgen een eigen nummeraanduiding.
h.Een hotel, pension of restaurant zijn verbIijfsobjecten. Een vakantiehuisje of
vakantiebungalow is een pand en kan een verblijfsobjecten zijn.
i.Een camping is als zodanig geen verblijfsobject. Gebouwen op de camping (receptie,
winkels) kunnen verblijfsobjecten zijn, als ze deel uitmaken van een pand en beschikken
over een afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of gedeelde verkeersruimte.
j.Musea en pretparken. Hiervan krijgt het hoofdgebouw een eigen nummeraanduiding, de
andere panden zijn dienstbaar aan het hoofdgebouw.
k.Recreatieterreinen. Terreinen worden niet genummerd. Een hoofdgebouw (met
eventuele bijgebouwen) zal worden genummerd conform beschreven onder woningen of
bedrijven, afhankelijk van de eigenlijke functionaliteit van dit gebouw.
I.Terreinen met specifieke functie, zoals: parkeerterreinen, campings, speelplaatsen e.d.
zullen niet worden genummerd, indien er geen gebouwen op staan. Bij aanwezigheid van
hoofdgebouwen welke voldoen aan de pand- en verblijfsobjectcriteria worden wel
Volgens de definitie van standplaatsen dient er sprake te zijn van permanente plaatsing van
een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden woon-, bedrijfs- of recreatieruimte.
Dat betekent dat bijvoorbeeld seizoen- of jaarplaatsen op recreatieterreinen geen
standplaatsen zijn volgens de Wet BAG. Als een object niet naar aard en inrichting duurzaam
met de aarde Is verbonden en het terrein bedoeld is voor het permanent plaatsen van een
object kan de gemeente een standplaats aanwijzen. Hierbij wordt primair gedacht aan
Woonboten, waterwoningen of bedrijfsmatig gebruikte boten die permanent zijn afgemeerd,
worden volgens de definitie van de Wet BAG aangemerkt als ligplaatsen.
In de hieronder beschreven gevallen kan een huisnummer gewijzigd worden.
1.Een bestaand huisnummer kan gewijzigd worden door wijziging van de verkeerssituatie,
waarbij het beloop van een straat zodanig wijzigt, dat in het algemeen en voor de
hulpdiensten in het bijzonder de vindbaarheid van panden of de openbare veiligheid in het
2.Indien de vindbaarheid of openbare veiligheid niet in het geding komt, kunnen op verzoek
nieuwe huisnummers worden toegekend aan bestaande verblijfsobjecten, onder de
voorwaarde dat alle betrokken partijen die daar een rechtstreeks belang bij hebben, akkoord
3.Indien door splitsing of samenvoeging een type pand veranderd van laagbouw in hoogbouw
of van hoogbouw in laagbouw. Onder laagbouw wordt verstaan panden waarbij geen
verblijfsobjecten boven elkaar gelegen zijn. Onder hoogbouw wordt verstaan panden waarbij
twee (of meer) verblijfsobjecten boven elkaar gelegen zijn.
Bijvoorbeeld: een pand met 1 verblijfsobject veranderd in een pand met 2 verblijfsobjecten
boven elkaar. Het huidige huisnummer van het pand is 10, dit verandert dan in 10 en het
andere deel krijgt het nummer 10A.
4.Indien bij laagbouw een mantelzorgwoning wordt geplaatst, die voldoet aan het criteria
verblijfsobject, dan worden de letters MZ toegevoegd (MantelZorgwoning). Indien er
sprake is van hoogbouw, die voldoet aan het criteria verblijfsobject, dan wordt per
etage/verdieping cijfers toegevoegd:
2.2.4 Toekennen van (huis)nummers bij nieuwbouw
Als huisnummers worden toegekend worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1.Het continueren van bestaande nummering en het toekennen van nog niet gebruikte
nummers. Gebruikmakend van deze systematiek wordt (door)genummerd vanuit de
bestaande nummers. Deze optie wordt alleen gehanteerd bij laagbouw.
2.Als er geen ruimte is om voldoende nummers toe te kennen, wordt er, naast het huisnummer,
gebruik gemaakt van huisletter. Het toekennen van huisnummers in combinatie met een
huisletter, gebeurt zowel bij hoog als in geval van laagbouw.
3.Bij het tussenvoegen van nummers tussen opeenvolgende bestaande nummers wordt aan
het laagste van die nummers een letter toegevoegd. Huisnummers met een toegevoegde
letter kunnen over het algemeen niet vóór het oorspronkelijke nummer liggen (dus éérst 2, dan
2A, dan 2B enzovoorts). Er zijn in Heerhugowaard reeds oude situaties waarin dit wel
voorkomt. Het principe geldt ook wanneer er vóór een laagste nummer (1 of 2) een object
wordt toegevoegd. In een dergelijke situatie krijgt het reeds bestaande laagste nummer een
toevoeging terwijl het nieuwe object het oorspronkelijke nummer zonder toevoeging krijgt
toegekend. Voorbeeld: wanneer een object wordt toegevoegd vóór huisnummer 1, krijgt het
nieuwe object dit nummer. Het oude huisnummer 1 wordt dan vernummerd naar 1A. Ook
deze systematiek geldt alleen bij laagbouw.
3.GEVOLGEN WIJZIGING NAAMGEVING EN NUMMERING
Als de gemeente genoodzaakt is openbare ruimten te hernoemen of objecten te vernummeren,kan dat overlast en financiële gevolgen hebben voor de eigenaars of gebruikers van die objecten.Hierbij valt te denken aan kosten van verhuisberichten, veranderen van briefpapier, advertenties,reclames, opdrukken en dergelijke. Uitgangspunt is dat dergelijke kosten vallen onder eenalgemeen aanvaard maatschappelijk risico. Ten aanzien van bedrijven maken deze kostenonderdeel uit van het ondernemersrisico. In het kader van de zorgvuldigheid dient tussen hetbesluit tot wijziging en de uitvoering van de wijziging voldoende tijd te liggen, zodat de bewoners
en de bedrijven zich op de gewijzigde naam of het veranderde nummer kunnen voorbereiden.Ook de VNG is van mening dat de gemeente niet verplicht is om een kostenvergoeding aanburgers en bedrijven toe te kennen in geval van hernoeming van openbare ruimten en
vernummering. De VNG wijst in dit verband wel op het belang van een redelijkevoorbereidingstijd. Daarom dient de gemeente aan burgers en bedrijven een termijn te geven vanten minste 2 maanden na het besluit tot wijziging naamgeving of nummering, waarin nog de oudebenaming of nummering naast de nieuwe benaming of nummering mag worden gevoerd.
De bovenstaande beleidsregels dienen opgevolgd te worden, tenzij dat voor één of meerbelanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig
zijn in verhouding met het doel dat deze beleidsregels na streven. Bij het afwijken van dezebeleidsregels zal wel rekening moeten worden gehouden met de wet BAG.
Deze beleidsregels krijgen het karakter van 'onmiddellijke werking'. De onmiddellijke werkinggaat in de dag na publicatie.
4.3 Publicatie en ingangsdatum
Deze beleidsregels moeten worden gepubliceerd in het Heerhugowaards Nieuwsblad en op internet. De dag na publicatie in het Heerhugowaards Nieuwsblad is tevens de dag van invoering.
Deze beleidsregels worden aangehaald onder de titel 'Beleidsregels naamgeving en nummering2013'.